Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Nederlandsche Bank (DNB), de Centrale Bank van Nederland, heeft een rechtszaak aangespannen door de Curaçaose verzekeraar Ennia verloren.
Dat blijkt uit een vonnis in handen van het AntilliaansDagblad na een zitting die - naar nu pas blijkt - in juni ‘met gesloten deuren’ heeft plaatsgevonden.Ennia zelf weigert pertinent de uitspraak aan deze krant beschikbaar te stellen, terwijl DNB er vermoedelijk niet bij is gebaat de publiciteit te zoeken. Het betreft een uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) die fysiek plaatsvond bij het Gerecht Curaçao.Ennia is met hoofdkantoor gevestigd op Curaçao en staat als zodanig onder toezicht van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS). Maar omdat Ennia ook een bijkantoor heeft op Bonaire - overigens met ‘een relatief geringe groep polishouders’, aldus het gerecht - beschikt de verzekeraar sinds het opheffen van de Nederlandse Antillen, waarbij de BES-eilanden integraal onderdeel werden van Nederland, sinds 10-10-’10 van rechtswege ook over een vergunning van DNB.,,Zowel de CBCS, die op Curaçao toezicht houdt op de bedrijfsvoering van Ennia op grond van de daar geldende Landsverordening toezicht verzekeringsbedrijf (LTV), als DNB heeft solvabiliteitsproblemen bij Ennia vastgesteld, die nopen tot ingrijpen. Kern van die problemen is dat het grootste deel van de activa op de balans van Ennia bestaat uit leningen van rekeningcourantverhoudingen binnen de Ennia Groep (intragroepsposities), waarmee een onacceptabel hoog risico is gemoeid.”Zo meldt het vonnis in het kader van de Wet administratieve rechtspraak BES (War BES) in de overwegingen. Er zijn aanwijzingen gegeven door DNB en door de CBCS, en door de Centrale Bank in Willemstad zijn ook nog vergaande aanvullende maatregelen ten aanzien van de directie opgelegd.Het gerecht stelt als eerste vast dat de door DNB in Amsterdam onder dwangsom opgelegde lastonderdelen ‘onmiskenbaar diep ingrijpen in de bedrijfsvoering van Ennia op Curaçao’. ,,DNB begeeft zich met de (door Ennia, red.) bestreden besluiten dan ook op het terrein waarop de CBCS (…) in beginsel bij uitsluiting bevoegd is (...)”, overweegt de rechter.,,Nu Ennia, een financiële instelling met substantieel gewicht voor de Curaçaose economie, met kracht van argumenten betoogt met conflicterende handhavingslijnen van de CBCS en DNB te worden geconfronteerd ter zake van haar bedrijfsvoering in Curaçao, kan naar het voorlopig oordeel van het gerecht DNB niet staande houden dat een beroep op het territorialiteitsbeginsel hier niet op zijn plaats is.”De rechter verder: ,,Dat Curaçao geen soevereine staat is, maar een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden maakt dat, anders dan DNB kennelijk meent, niet anders. In koninkrijksverband geldt immers, met uitzondering van hier niet aan de orde zijnde rijksaangelegenheden, dat ieder land autonoom zijn eigen aangelegenheden behartigt.”