Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Don Martina, ex-premier van de Nederlandse Antillen en medeoprichter van de sociaaldemocratische partij is weer terug bij MAN.
Dat heeft politiek leider Hensley Koeiman van MAN aan het einde van zijn toespraak afgelopen vrijdag bij de fundraising van de partij bekendgemaakt. Koeiman zei ook dat sommige leden van de partij altijd contact hebben gehouden met Don. ,,Wij wisten dat zijn hart altijd voor MAN blijft kloppen. In een interview op de televisie zei Martina te hopen dat hij terug zou keren bij de partij en wel vóór dat hij de ogen zou sluiten”, aldus de politiek leider. (In september 2011 stapten Don Martina en zijn twee zoons uit de MAN uit onvrede met de koers van de partij, red).
Koeiman verklaarde ook Martina als lichtend voorbeeld te hebben. ,,Wij staan voor ideologie en principes, wij vechten tegen nepotisme, tegen het bevoordelen van vriendjes op grond van hun politieke kleur. Wij willen dit volk verheffen.” De mededeling ‘Don Martina is naar huis terugkomen’ werd door de zaal met luid applaus beantwoord.
Martina werd door de spreker omschreven als een groot politicus en als een integere en bescheiden man, die simpel is blijven leven. Er was volgens de spreker veel waardering voor het feit dat Martina op hetzelfde adres is blijven wonen.
Eerder had de politiek leider van de blauwe partij het in zijn toespraak over de keus tussen eenheid of verdeeldheid bij verkiezingen. De keus tussen wanbeleid en transparantie, burgerzin versus barbarij, zo somde Koeiman op. Koeiman haalde ook een Afrikaans gezegde aan dat hij wel vaker in de mond neemt: ,,It takes a village to raise a child.” Tijdens zijn toespraak zei de leider terwijl hij voortborduurde op deze gezegde: ,,It takes a whole country to protect Curaçao.”
,,De regering moet het volk laten zien dat gelijke monniken gelijke kappen hebben”, zo zei de spreker. ,,Het volk moet perspectief hebben. Er heerst nu werkloosheid, burgers hebben geen huis en gezinnen vallen uit elkaar. Als de regering niet optreedt, zal het volk zich verloren en gedesoriënteerd voelen.”