Van een onzer verslaggevers
Philipsburg - De twintigjarige man die door het Gerecht in eerste aanleg is veroordeeld tot veertien jaar gevangenisstraf omdat hij schuldig is bevonden aan de doodslag van een tweejarige peuter en poging tot doodslag van drie andere personen, heeft zijn hoger beroep tegen de straf ingetrokken.

SXMDat meldt The Daily Herald. Na ontvangst van het vonnis had de gedaagde onmiddellijk beroep aangetekend, maar in een verrassende beweging die zelfs zijn advocaat overrompelde, deelde Jamali Naseem Rowendie Hodge deze week de drie rechters van het hof en de procureur-generaal mee dat hij het beroep intrekt. Daarbij is het vonnis van 10 juli 2019 onherroepelijk.
Op 19 juni stond Hodge terecht voor aanklachten wegens moord en doodslag, waarvoor het Openbaar Ministerie (OM) een 18-jarige gevangenisstraf had geëist.
Bij het incident werd de tweejarige Jeremy Williams overreden door een witte Kia Picanto die bij een groep mensen stond buiten een huis op Passion Fruit Road in Retreat Estate. Het kind, dat met een plastic speelgoedauto op de stoep reed, stierf ter plaatse en drie gewonden werden naar het Sint Maarten Medical Center (SMMC) gebracht voor verwondingen die ze tijdens het incident opliepen. De rechtbank kende de slachtoffers 7.400 dollar toe als financiële compensatie.
Hodge was de bestuurder van het voertuig. Hij gaf tijdens de rechtszaak toe dat hij te hard had gereden en dat hij boos was op de jongeren van de groep over de diefstal van een motorfiets. Hij beweerde dat hij zo snel had gereden dat hij de controle over het voertuig had verloren en zijn auto tegen de groep mensen had laten botsen, maar dat hij dat niet met opzet had gedaan.
De rechtbank verwierp dit scenario, omdat geen enkele omstandigheid ertoe had kunnen leiden dat de beklaagde de controle over zijn voertuig verloor. Uit onderzoek van het voertuig bleek dat de motor in de eerste versnelling stond, de besturing goed werkte, het zicht door de voorruit goed was, alle vier de banden in goede staat waren en dat de remmen functioneerden. Op basis van al het bewijsmateriaal vond de rechter doodslag en drievoudige poging tot doodslag bewezen.
De rechter zei dat de verdachte bij het verrichten van zijn daad de mogelijkheid accepteerde dat de personen dood konden gaan. Dat de verdachte beweerde dat hij het kind niet had gezien, verandert daar volgens het hof niets aan.
De advocaat van Hodge pleitte voor vrijspraak van doodslag, omdat haar cliënt volgens haar handelde uit ‘emotie’ en ‘zelfverdediging’. Ook beweerde ze dat het bewijs ‘onbetrouwbaar’ en ‘inconsistent’ was. Volgens het hof was er echter genoeg consistent en volledig bewijs.