Vijftig jaar geleden zaten we rond deze tijd in de aanloop naar ‘Trinta di mei’. Ook in 1969 ging het bergafwaarts met de economie. De stijgende prijzen werden niet voldoende gecompenseerd door stijging van de lonen, waardoor de koopkracht van de bevolking achteruitging. Aangestuurd door artikelen in ‘Kambio’ en ‘Vitó’ geschreven door de nieuwe lichting intellectuelen en gevoed door de zaterdagse bijeenkomsten op het Gomezplein, leidde dat op 30 mei tot de, voor Curaçao, ongewoon heftige protesten bij een arbeidsconflict. Nieuwe politieke bewegingen ‘Awor nos ta manda’ volgden en gingen hand in hand met de culturele stromingen ‘Di nos e ta’. Alles moest anders en vooral beter, maar nog wel altijd gebaseerd op een strikte vorm van antagonistisch denken: ‘wij’ versus ‘zij’. Blank was uit, bruin kwam in; de kerken bleven leeg, de sekten stroomden vol; betalende scholen werden afgeschaft, maar goede scholen werden nog beter en de slechte scholen werden zo slecht dat ‘drop-out’ nu een geaccepteerde factor in de onderwijsstatistieken is. Hadden we in 1969 nog acht technische scholen en acht huishoudscholen, maar geen universiteit, in 2019 hebben we drie prachtige universiteiten, maar geen enkele lts of huishoudschool meer.Voor de arbeidsmarkt betekende dit dat er een steeds groter aanbod van hoogopgeleide arbeidskrachten beschikbaar kwam en dientengevolge werden er de nodige arbeidsplaatsen gecreëerd op de verschillende ministeries, in de directies van de overheids-nv ’s en in de daarbij behorende raden van commissarissen. Altijd omringd door talrijke consultants.Bij het vaststellen van hun eigen salaris hadden zij een dikke vinger in de pap en zij waren slim genoeg om weinig of geen belasting te betalen. Mits op de juiste wijze uitgevoerd, is dit ook wettelijk toegestaan volgens de rechter. Vaklui werden er niet meer opgeleid, maar werden van buiten aangetrokken als arbeidsmigranten met een werkvergunning. Bijkomend nadeel hiervan is dat deze arbeidsmigranten hun geld niet hier uitgeven, maar naar hun thuisland sturen, wat begrijpelijk is.De armoede onder het niet goed opgeleide deel van de bevolking is groot en ieder zoekt hiervoor op een eigen manier naar een oplossingHebben we nu samen in de laatste vijftig jaar een nieuwe sociale ongelijkheid gecreëerd? De vraag stellen is de vraag beantwoorden.

Elisabeth Hollander, Curaçao

ADBrief 800