Parijs staat bekend om zijn clochards die onder de bruggen van de Seine leven en die een onderdeel zijn van het alledaagse stadsbeeld.
Hier kennen we ook een paar dakloze zwervers die men elke dag ziet en men niet kent, maar die er wel bij horen.
Er is er een op de Nieuwehavenweg die de hele dag door alle zwerfplastic verzamelt en die opslaat voor het Douanekantoor.
Zo was er jaren geleden ook een die huishield in het Rif Fort en zijn kick was om plastic bekertjes te verzamelen. Hij struinde heel Otrobanda af op zoek naar plastic bekertjes die hij dan bewaarde in de bogen waar nu Bistro Le Clochard is gehuisvest.
Trouwens, Freddy Berends heeft zijn restaurant Le Clochard genoemd toen hij deze zwerver ontmoette tijdens de bouw van zijn eetpaleis.
Deze man had duizenden en duizenden bekertjes verzameld en men had toen 3 vrachtwagens nodig om alle bekertjes naar de landfill te brengen.
Die berg plastic bekertjes vormde ook zijn matras en het geheel was een grote poel van stank, ongedierte en vuil. Het was een apart figuur, had een grote baard en leek verdomd veel op een populaire politieke figuur die wij nu hebben.
Die grijze baard was tevens ook een hotel voor de vlooien die deze man bezat en als je te dicht bij hem stond en niet kokhalzend wegliep, sprongen die beestjes op jou op zoek naar een betere huisvesting. Hij liep rond in lompen en stonk naar een open riool en had jarenlang een papieren zak op zijn hoofd. Het was een zak van Henderson Supermarket, geloof het of niet, maar vroeger hadden we papieren zakken bij de supermarkten. Hij had die altijd op, misschien om zijn permanent goed te houden, wie weet.
Maar door de jaren heen namen zijn haren de vorm van de zak aan en begon hij op een figuur uit Star Trek te lijken. Tijdens de bouw van Le Clochard bleef hij steeds voor de bogen zitten kijken hoe ‘zijn’ bogen plaats moesten maken voor een restaurant.
Uit medelijden hebben ze toen een pastoor ingeschakeld om die man te proberen te overtuigen om naar een tehuis te gaan. Hij was koppig en verdomde het om te gaan, maar op aandringen van meneer de pastoor is hij een keertje naar zo’n tehuis gegaan om te gaan kijken of het hem beviel. Ze moesten een ‘weed-wacker’, zo’n grasmaaimachine met een nylondraadje eraan, gebruiken om zijn haren te snoeien want het was één groot blok haar in de vorm van een supermarktzak.
Zijn voeten hadden een eeltrand die elke pedicure nachtmerries zou bezorgen, hoe ze die flippers in schoenen hebben gekregen weet ik niet, maar hij had mooie gympies aan, cadeau van meneer pastoor.
De volgende dag kwam hij geschoren, geknipt en met schone kleren aan om weer de vooruitgang van de bouw in de gaten te houden. Schijnbaar beviel hem dat tehuis, want na een poos hebben we hem nooit meer gezien. Freddy Berends heeft toen mevrouw Berenos gevraagd om een beeldje te maken van een foto die ze toentertijd van deze figuur gemaakt hebben. Dat beeldje heeft jarenlang op de bar in de Bistro gestaan en is tijdens een brand verloren gegaan.
Er werd toen een tweede gemaakt en die is tijdens de orkaan Joan ook al vernield.
Freddy Berends heeft het opgegeven uit vrees voor de wraak van de Clochard van het Rif Fort.
Arthur Donker,
Curaçao