Analyse van onze correspondent
Staatssecretaris Raymond Knops begon in 2017 vol goede moed aan zijn portefeuille Koninkrijksrelaties en had in december nog goede hoop zijn ambtsperiode mooi af te kunnen sluiten door het voorstel voor een consensusrijkswet Coho af te ronden. Dat liep uit op een teleurstelling bij zijn laatste Rijksministerraad op 17 december, omdat Curaçao, Aruba en Sint Maarten (CAS) er geen politiek akkoord voor wilden geven.
Het was toch al een teleurstellend laatste jaar voor Knops. Nadat hij drie jaar lang ondanks alle hobbels de partijen bij elkaar wist te houden, kon hij zijn ambities uiteindelijk zowel op persoonlijk vlak als op Koninkrijksrelaties niet waarmaken. Het is wat dit laatste betreft tekenend dat hij in zijn laatste maand de geldkraan tot twee keer toe dichtdraaide voor zowel de liquiditeitssteun voor de CAS-landen als voor de Nederlandse bijdrage aan verbetering van de opvang voor vluchtelingen op Curaçao.
Knops begon toen orkaan Irma net Sint Maarten tot rampgebied had gemaakt. Hij trok samen met het kabinet fors de buidel voor de wederopbouw met ruim 500 miljoen euro. De uitwerking verliep echter zeer moeizaam. Er kwam veel kritiek op de trage gang van zaken en of de inschakeling van de Wereldbank een goed idee was, wordt in de Tweede Kamer en op Sint Maarten nog steeds met veel vraagtekens beantwoord. Ondanks moeizame verhoudingen met de diverse regeringen van Sint Maarten lukte het Knops wel het proces gaande te houden en problemen op te lossen.F00Analyse
Ook met Curaçao liep het niet op rolletjes met dreigende en echte ingrepen, bijvoorbeeld wegens de blokkade door de toenmalige oppositie voor aantredende Statenleden van PAR. Met de regering-Rhuggenaath kon hij goed overweg, al was dat ook niet altijd zonder hobbels. Zijn eerste voorstel voor wat nu Coho wordt, kon ook bij het kabinet-Rhuggenaath niet door de beugel wegens een te grote ingreep in de autonomie. Maar die plooien wist Knops glad te strijken. Met de huidige regering-Pisas lijkt het stroever te gaan, al konden de twee het schijnbaar tijdens zijn laatste bezoek aan Curaçao goed met elkaar vinden.
Met Aruba kreeg Knops het voor elkaar dat er ook voor dit autonome land een (rijks)wettelijk geregeld financieel toezicht komt, al loopt dit nu alsnog vertraging op. Daardoor is het niet op 1 januari van kracht geworden. Knops eindigt zijn ambtsperiode ook met Aruba in een conflict over de verlenging van het tijdelijke protocol voor het toezicht. En dus met alle drie CAS-landen over de Rijkswet Coho.
Met Saba ging het vier jaar lang goed, maar Bonaire was een lastig eiland voor de bewindsman met veel bestuurswisselingen. Toch zijn de verhoudingen nu vrij goed met het eilandsbestuur. Het Bestuursakkoord was een hoogtepunt, ook al loopt dat ook niet helemaal zoals het moet. In ieder geval worden de slechte wegen nu aangepakt.
Sint Eustatius was een hoofdpijndossier, met de ingreep in het lokale bestuur in 2018 als resultaat. Daarna leek het beter te gaan, ondanks kritiek op het tempo, maar Knops zal teleurgesteld zijn dat de oude coalitie de verkiezingen voor een nieuwe Eilandsraad won. Direct begon het gedonder weer met opnieuw harde ondiplomatieke uitlatingen door de nieuwe raadsleden. Daardoor dreigt het herstel van de lokale democratie in gevaar te komen en kan Knops ook dit dossier niet met een gerust hart overdragen.
Op persoonlijk vlak kende Knops een slecht laatste jaar. Hij werd indirect beschuldigd van corruptie, omdat hij het terrein waarop hij zijn nieuwe villa liet bouwen voor een vriendenprijs zou hebben gekregen. Maar deze strijd won hij, nadat uit onderzoek bleek dat hij geen ongeoorloofd gebruik heeft gemaakt van de regels.
Knops was tot begin 2021 tijdelijk minister van BZK, omdat minister Kajsa Ollongren ziek was. Daarna ging het op politiek vlak bergafwaarts. Als campagneleider voor het CDA verliepen de Tweede Kamerverkiezingen rampzalig voor hem en zijn partij. Toen er uiteindelijk toch een nieuw kabinet kwam met het CDA was zijn ambitie om minister te worden, het liefst van Defensie, maar dat is niet gelukt. En ook het fractievoorzitterschap ging aan zijn neus voorbij. Knops zal daarom de komende jaren weer gewoon lid zijn van de CDA-fractie in de Tweede Kamer. Wel een Kamerlid dat de (ei)landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk op zijn duimpje kent.

Van Huffelen krijgt huiswerk
De nieuwe staatssecretaris Alexandra van Huffelen (D66) krijgt vandaag van Knops het dossier Koninkrijksrelaties overgedragen. Zij zal door hem goed bijgepraat moeten worden, want het is onbekend terrein voor haar. Van Huffelen zei zelf al dat ze huiswerk moet doen. En ze krijgt al snel te maken met de nodige heikele kwesties, zoals de Rijkswet Coho en de liquiditeitssteun voor de CAS-landen. Het is de vraag of ze dat al bij de Rijksministerraad van 21 januari kan oplossen. Op 19 januari staat al een debat op de agenda over Caribisch Nederland.
Van Huffelen (53) is bestuurskundige, maar in de landelijke politiek nog vrij onervaren. Voor zij in 2020 staatssecretaris van Financiën werd voor de afhandeling van de toeslagenaffaire was ze net een jaar Eerste Kamerlid. Daarvoor was ze wethouder in Rotterdam en had ze enkele topfuncties in het bedrijfsleven.
Digitalisering lijkt een belangrijker deel van de portefeuille te worden voor Van Huffelen dan voor haar voorganger. Ze wordt staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering. Bij het constituerend beraad van het kabinet-Rutte IV is afgelopen zaterdag besloten dat zij zich in het buitenland ‘minister voor Digitalisering’ mag noemen, terwijl Knops zich alleen in Nederland bezighield met de ICT-portefeuille. Of dit gevolgen gaat hebben voor het functioneren van Van Huffelen op Koninkrijksrelaties zal moeten blijken.