COMMZeer treffend spreekt de Raad van Advies (RvA) van Curaçao in het jongste, vroegtijdig uitgelekte, advies over de Rijkswet Coho (Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling) over ‘winst’ en ‘verlies’. En dit gebeurt niet voor niets en ook niet voor het eerst. De RvA heeft er eerder op gewezen dat bij het inperken van de bevoegdheden c.q. de manoeuvreerruimte van de regering en de Staten van Curaçao, het voor de beoordeling van de impact op de autonomie van belang is een afweging te maken: ,,Tussen hetgeen wordt ingeperkt, de mate waarin dat gebeurt (het verlies) en hetgeen daar tegenover staat (de winst).” En hier draait het eigenlijk allemaal om. De keuze is geheel en al aan de huidige politieke leiders van het Land Curaçao. En alléén aan hen. Daarvoor hoeven zijn zich niet te verschuilen achter de RvA, of dit hoogste adviescollege van Curaçao als schild te gebruiken. De raad is vooral verzocht om bij deze concept-rijkswet te beoordelen of de autonomie wordt geraakt. In die vraagstelling zit het antwoord al enigszins opgesloten. En ja, de Curaçaose autonomie wordt (deels) geraakt, dat is onderdeel van de voorwaarden voor steunverlening (op grote schaal). De gezaghebbende Raad van Advies heeft vooral gewezen op twee punten waar nu nog - onnodig - autonomie wordt weggegeven. En geadviseerd die aan te passen. En daarbij wel af te wegen en rekening te houden met de niet al te sterke onderhandelingspositie van Curaçao, dat het zónder de honderden miljoenen aan liquiditeitssteun en andere vormen van noodsteun alléén niet redt. Tenzij de regering op álle fronten niet 12,5 procent maar ruim 35 procent snijdt; in de ambtenarensalarissen, in het verbruik en afnames van diensten, in de subsidies en overdrachten aan hulpbehoevende instellingen, in de landsbijdrage sociale zekerheid, in de zorg, in de onderstandsuitkering en in het ouderdomspensioen aov, etc. Want zoveel is het tekort bovenop de al onhoudbare staatsschuld. Dit zou echter politiek onverkoopbaar zijn en leiden tot sociale onrust, mogelijk zelfs rellen en een (verdere) exodus. Het is opvallend hoeveel bij de kritische beschouwingen en analyses van het Coho en bijbehorend Landspakket wordt stilgestaan bij het ‘verlies’ (aan autonomie) en hoe weinig bij de ‘winst’ (noodzakelijke financiële ondersteuning en met de hervormingen het perspectief op verbetering). Waar het nu om gaat - óók vrijdag in de Rijksministerraad waarin premier Gilmar Pisas zich naast de Gevolmachtigde minister laat vertegenwoordigen door Financiënminister Javier Silvania (allen MFK) - is de politieke vraag die overblijft, namelijk of we met de mate waarin nu nog onze autonomie wordt geraakt kunnen leven of niet. Dat is geen juridische vraag meer. De bevolking kan, na de verkiezingen van 19 maart jongstleden, weinig anders doen dan Pisas en co veel wijsheid toe te wensen bij het beantwoorden van deze vraag. Het is het verhaal van verliesminimalisering en in het geval van Curaçao, Aruba en Sint Maarten vooral van winstmaximalisatie. You win some, you lose some.