Economische weerbaarheid in concept-consensusrijkswet nog onderbelicht

Wat de komende dagen en weken de uitkomst ook is van de discussie tussen de Caribische landen van het Koninkrijk - Curaçao, Aruba en Sint Maarten - met Nederland over de door de Nederlandse regering voorgestelde (consensus)Rijkswet Caribische Hervormingsentiteit, winst is dat nu ook ‘onderwijs’ hoog op de agenda staat. Eindelijk. Vriend en vijand, coalitie en oppositie in alle koninkrijkslanden, zijn het erover eens: onderwijs vormt de sleutel tot succes voor toekomstige generaties.analyse

Onderwijs staat in het rijtje taken van de Hervormingsentiteit, samen met ‘bekenden’ als overheid, financiën, economische hervormingen, zorg, rechtsstaat en infrastructuur. Wellicht was het de recent maatschappelijke verontwaardiging over verdere bezuinigingen in het Curaçaose onderwijs, maar feit is dat er nu aandacht voor is op het hoogste niveau van het Koninkrijk. En hopelijk geld, veel geld.

,,Er lijkt sprake van verouderde onderwijsmethoden, beperkte beschikbaarheid van moderne leermiddelen en weinig budgetruimte voor hervormingen”, aldus de Memorie van Toelichting bij de rijkswet. Goed onderwijs vormt de basis voor een goed leefklimaat met kansen voor iedereen - ‘waardoor mensen op de eilanden blijven, ernaartoe terugkeren of ernaartoe verhuizen’, voegt de MvT eraan toe - en draagt daarmee bij aan de sociaaleconomische ontwikkeling, groei en diversificatie.

In een notendop de onderwijsproblematiek: de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van veel schoolverlaters in de Caribische landen blijft achter en jongeren kiezen vaak voor hun vervolgstudie voor Nederland of andere landen; relatief veel studenten vallen in het Nederlands vervolgonderwijs uiteindelijk uit zonder diploma; er is in de landen geen constante kwaliteit van schoolleiding en onderwijsgevenden en de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt laat te wensen over, waardoor het arbeidspotentieel niet ten volle wordt benut. Alleen al hierom is de Hervormingsentiteit toe te juichen.

En er zit meer in het pakket dat goed kan en hopelijk zal uitwerken voor het welzijn van de bevolkingen. Toch lijkt het niet volledig of af. Nu hoeft zeker bij een consensusrijkswet Nederland niet álles voor te kauwen, maar ten aanzien van economie is er nog groot gemis. De stukken spreken weliswaar over ‘weerbaarheid en veerkracht’, maar wat er staat lijkt niet in evenwicht met de aanhef waar het gaat over ‘reeds verzwakte economieën’ en, mede door Covid-19, ‘prognoses houden rekening met 15-30 procent krimp van de economie’. Want, de economie, het bruto binnenlands product (bbp), en de economische groei bepalen in hoge mate hoeveel middelen er beschikbaar zijn voor het openbaar bestuur, zorg en voorzieningen voor burgers en bedrijven, waaronder onderwijs. Het verdienvermogen van de economie wordt bepaald door de structuur en gezondheid van het particuliere bedrijfsleven (inclusief overheidsbedrijven). Hoe weerbaar de economie is om tegenslagen op te vangen is sterk afhankelijk van reserves die zijn aangelegd bij overheid, bedrijfsleven en gezinshuishoudens.

Tegenvallers waren er afgelopen tijd genoeg: het wegvallen van de Venezolaanse markt, het sluiten van raffinaderijen, orkanen en de huidige coronacrisis. De jarenlange, lage of negatieve groeicijfers op de eilanden heeft het aanleggen van financiële buffers vrijwel onmogelijk gemaakt. Gezien de huidige economische situatie, waar alles en iedereen zijn spaarcenten en bedrijfsreserves moet aanspreken, dan wel genoodzaakt is schulden te maken zodat eten gekocht kan worden en het bedrijf (nog) niet hoeft te sluiten, neemt de weerbaarheid alleen maar verder af. Het creëren van voldoende ‘weerbaarheid’ is niet een kwestie van één of twee jaar; dat zal vele jaren kosten. Het voorstel van het IMF om nú geld in de economie te pompen bij overheid, bedrijven en gezinshuishoudens en tegelijkertijd structurele hervormingen door te voeren, is de enige route om weerbaarheid te bevorderen. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid - zo zal de toekomst leren - niet lukken met terugbetalen van de leningen, maar door het afschrijven op schulden van de CAS-eilanden bij Nederland.

‘Veerkracht’ is een zaak waar de eilanden meer zeggenschap over en invloed op (zouden moeten) hebben. Daar gaat het om innovatief vermogen, ondernemerschap, creativiteit en flexibiliteit; het vermogen om snel uit de economische recessie te komen door producten en diensten aan te bieden waar lokaal en internationaal vraag naar is. Daar valt veel voordeel bij te behalen, niet louter bij de overheid maar ook bij de ondernemers en door een flexibeler arbeidsmarkt. Daar zijn structurele hervormingen zeer gewenst (lees: vereist) en iedereen die daarbij kan helpen is welkom.

Door enkel een zinnetje op te nemen dat ondernemerschap en investeringsklimaat bevorderd moeten worden, geeft Koninkrijksrelaties in Den Haag er blijk van dat ze (nog) niet goed begrijpen hoe deze kleine eilandeconomieën werken. Ook blijft onduidelijk hoe de eilanden weer op een positief groeipad te krijgen; hoe een krimp van de economie van 15-30 procent kan worden opgevangen en omgebogen in een duurzame economische groei. Over hoe ‘we’ binnen het Koninkrijk economisch gaan samenwerken wordt nauwelijks een woord gerept. Of, in termen van de Nederlandse premier Mark Rutte bij zijn bezoek aan Curaçao, hoe ‘we samen geld gaan verdienen’, blijft onduidelijk. ,,Dekking voor hervormingen dient in principe op de eigen begroting van de landen gevonden te worden”, schrijft staatssecretaris Raymond Knops aan de Rijksministerraad. Het uitgangspunt voor investeringen is dat deze zich - op termijn - terug zullen verdienen, omdat ze bijdragen aan verhoging van het verdienvermogen van de landen, dan wel verlaging van de overheidsuitgaven. Iedereen weet: er is veel méér nodig dan de eigen (krimpende) begrotingen. Alleen al het onderwijs vereist een substantiële financiële injectie. In zijn persconferentie vrijdag gaf Knops aan dat er 500 miljoen euro beschikbaar zal zijn voor de drie (ei)landen de komende jaren. Anders dan de liquiditeitssteun als gift. De Caribische Hervormingsentiteit kan hervormingsprojecten ondersteunen ‘binnen de begroting van de entiteit’. Gezien de diversiteit van de door de landen uit te voeren hervormingsprogramma’s (overheid en financiën, economische hervormingen, zorg en onderwijs, versterken rechtsstaat) zal de dekking van de financiële middelen niet alleen via de begroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) lopen, maar afhankelijk van een specifiek hervormingsprogramma toegerekend worden aan een specifiek ministerie dat gerelateerd is aan de hervormingsprogramma’s. Dit kan in de vorm van een lening, een gift, met behulp van cofinanciering en/of met een departementale bijdrage beschikbaar worden gesteld.

Op grond van artikel 38 lid 2 van het Statuut, die de consensusrijkswet regelt, wordt de (eil)landen dringend verzocht in te stemmen met minder autonomie, althans akkoord te gaan met medezeggenschap van Nederland ten aanzien van tot nu toe autonome aangelegenheden. Waar het nu om gaat is de beoordeling van 1. de inhoud, 2. het pakketje waarin en 3. de wijze waarop deze werden gepresenteerd. Om te beginnen met het laatste: de wijze waarop Knops zijn voorstel aan de man bracht, is zeker voor verbetering vatbaar; waarom als een ‘bom’ laten inslaan op een maandagochtend met vier dagen bedenktijd en met het mes op de keel, in plaats van toelichting tijdens een open dialoog met de drie premiers? De inhoud van het voorstel lijkt in elk geval in de goede richting te gaan, met onderwijs gelukkig hoog in het koninkrijksvaandel. Wellicht dat er aan het pakketje - waar het plan inzit - mede aan de hand van de te ontvangen adviezen van de Raad van State van het Koninkrijk (RvSK) en de drie Raden van Advies (RvA) nog wat kan worden bijgeschaafd, zodat het in alle vier landen van het Koninkrijk draagvlak creëert. In het belang van de bevolkingen en toekomstige generaties.

Wilt u meer informatie? Neem een online abonnement op de krant.