Hij noemt het geen dolksteek, maar zo ‘voelt het wel’, zei premier Eugene Rhuggenaath, die het liever houdt op een ‘verschil van visie’. Het gaat over de door de Nederlandse staatssecretaris Raymond Knops voorgestelde aanwijzing waarover de Rijksministerraad (RMR) vrijdag vergadert en mogelijk beslist. De Curaçaose premier zag afreizen naar Nederland als zinloos, maar doet er goed aan om alsnog te gaan. Ten eerste om uitvoering te geven aan de motie van de Staten en ten tweede om in ‘het hol van de leeuw’ zijn zaak - de Curaçaose zaak - persoonlijk te bepleiten. Eerder gaf Rhuggenaath een persconferentie, later gevolgd door een betoog in het parlement, maar ditzelfde verhaal moet juist ook in Den Haag worden gehoord. COMMNiet via de media, maar from the horse’s mouth. Het hele verhaal, óók eerlijk dat veel eerdere afspraken (nog) niet zijn nagekomen.
De kwestie ligt gevoelig. Op het spel staat een aan weerszijde, de afgelopen twee jaar zorgvuldig opgebouwde (vertrouwens)relatie; zowel op regerings- als op ambtelijk niveau. Dit nu zomaar, in een paar dagen, op het spel zetten, is geen goede zaak. Voor ‘begrotingskampioen’ Nederland zijn deugdelijke overheidsfinanciën, vooral ook binnen Europees verband, erg belangrijk en het wil binnen de EU niet aangesproken worden op ‘financiële wanorde in de Caribische delen van het Koninkrijk’. Anderzijds moet er ook op het Binnenhof het besef zijn dat het averechts kan werken om uitgerekend de regering-Rhuggenaath het mes op de keel te zetten. En dat doet het kabinet-Rutte, want uitvoering geven aan de aanwijzing zou verschraling en verarming tot gevolg hebben; zeker op korte termijn. In normale omstandigheden al, laat staan als alles extra tegenzit met jaren van krimp, een uitslaande brand bij buurman Venezuela en een reëel dreigende sluiting van de Isla-raffinaderij, één van de grootste werkgevers op het eiland. Het zou de verhoudingen binnen de Curaçaose coalitie op scherp kunnen zetten en Nederland verliest een bevriende regeringsleider op het grootste eiland in de Cariben, dat nog altijd als voorbeeld geldt voor de rest - Aruba en Sint Maarten, die eveneens kampen met tekorten en oplopende schulden.
Alles overziend doet de RMR er verstandig aan definitieve besluitvorming vrijdag aan te houden met de bedoeling de aanwijzing uit te breiden met een fors en serieus samenwerkingsakkoord, waarmee niet alleen de termijnen worden opgerekt naar meer haalbare proporties, maar vooral perspectief wordt geboden. Dit laatste is van buitengewoon belang. Bevolking en politieke leiders moeten weer uitzicht hebben op economisch en vooral ook sociaal betere tijden. Niet tegenstribbelen (negatief), maar samen opbouwen (constructief). Een aanwijzing sec zal gezien worden als áfwijzing en daar is niemand bij gebaat, afgezien van de oppositie wellicht. Dat er wat moet gebeuren om erger - faillissement - te voorkomen, is iedereen duidelijk. Rhuggenaath loopt daar ook niet van weg. Een aanwijzing alléén in de zin van ‘Den Haag gaat even zeggen hoe het nu moet’ zal niet werken en voor onnodige weerstand en tijdsverlies zorgen. Een horrorscenario.
Het is nu juist zaak het momentum te benutten, de handen ineen te slaan en gezichtsverlies van alle kanten te voorkomen door met een werkbaar samenwerkingsakkoord te komen. Dat wil niet zeggen dat er geen werk aan de winkel is, enkel omdat Curaçao even lucht en tijd krijgt. Integendeel, er is veel reparatie te verrichten; deels door externe oorzaken, maar er is jarenlang wanbeleid gevoerd en de economie komt niet voor niets al tien jaar niet op gang. Rhuggenaath wist waaraan hij begon, maar kan het na twee jaar nog niet laten zien. Logisch: het ambtelijk apparaat schiet ernstig tekort (het financieel beheer is rampzalig), er is gebrek aan besluitvaardigheid en uitvoering, opgelopen schulden bij pensioen- en zorgfondsen, onbetaalbare privileges voor ambtenaren, idiote salarissen bij sommige overheids-nv’s, de staat van het onderwijs is ondermaats. De gevestigde, vastgeroeste, vooruitgang belemmerende structuren worden niet aangepakt.
Als Curaçao wil opveren in plaats van verder afglijden, dan heeft het eiland hulp keihard nodig. Nederland lijkt bereid die te geven, maar dat moet in de vorm van een dichtgetimmerd akkoord. Curaçao staat weliswaar zeker niet bovenaan de agenda van Den Haag, maar is ook voor Nederland too big to fail. Het devies is daarom: voortbouwen op het convenant van eerder dit jaar en ook hulp bieden om op termijn aan de aanwijzing te kunnen voldoen. Uitwerking van de Groeistrategie; concreter en meeromvattend: de kwaliteit van de dienstverlening van de overheid verhogen, wetgeving, en zeker ook de economie en het sociaal welzijn. Dus niet overhaast te werk gaan, de lijnen openhouden en naast het zuur ook het zoet.