Van onze correspondent
Oranjestad – ,,Het financieel toezicht staat niet ter discussie. We kunnen elkaar de ‘over en weer verwijten’ besparen, als we oprecht kunnen werken aan een relatie in het Koninkrijk der Nederlanden die gebaseerd is op wederzijds respect en gelijkwaardigheid, erkenning van onze autonomie en capaciteit om onze eigen financiële zaken te regelen. Zelfreflectie is nodig om in te zien dat Nederland zijn eigen falen niet telkens op Aruba kan afwentelen.”

ARUfalenDat is het antwoord van minister Xiomara Maduro (MEP) van Financiën en Cultuur, die reageert op de verbazing van staatssecretaris Alexandra van Huffelen in de Nederlandse pers omdat minister Maduro de houding van Nederland ‘koloniaal’ noemt.
Maduro benadrukt dat het financieel toezicht op Aruba niet ter discussie staat. ,,Dit bestaat al sinds 2015 en is verankerd in de Landsverordening Aruba tijdelijk financieel toezicht (LAft).” Wat volgens de minister wel ter discussie staat, is het rentepercentage op de coronaleningen die Nederland het Arubaanse volk oplegt voor de hulp die Aruba op grond van artikel 36 van het Statuut heeft aangevraagd. ,,Het is - op z'n zachtst uitgedrukt - verbazingwekkend dat Nederland Aruba een ‘strafrente’ oplegt en bovendien met een ‘default’ dreigt als pressiemiddel om de herfinancieringsovereenkomst te tekenen. Een dergelijke omgang met een hulpverzoek binnen het Koninkrijk, nota bene tijdens het herdenkingsjaar van het slavernijverleden, verdient geen schoonheidsprijs en is in geen enkele taal goed te praten. Nederland kan niet aan de ene kant excuses bieden voor het slavernijverleden, en aan de andere kant een ‘strafrente’ opleggen ter waarde van meer dan 300 miljoen florin. Dit is 150 miljoen euro dat wordt verdiend over het leed van het Arubaanse volk tijdens de pandemie. Een dergelijk optreden van Nederland weerspiegelt een koloniale praktijk, toen winst gemaakt moest worden met de koloniën.”
De minister vindt dat Nederland de hulpvraag van Aruba anders zou hebben behandeld, als er enige zelfreflectie was over de praktijken in ons slavernijverleden in het Koninkrijk. ,,In de context van het slavernijverleden lijkt het nog steeds zo te zijn dat alleen de wet van ‘Sjoon Grandi’ goed genoeg is en dat de landen vanuit Den Haag dienen te worden geregeerd. Als Aruba niet doet wat ‘Sjoon Grandi’ wil, dan worden er zweepslagen uitgedeeld. Dit gebeurt onder bedreiging van een ‘default’ met fatale consequenties voor de kredietwaardigheid van de Arubaanse overheid en het bedrijfsleven, door een rentepercentage op te leggen voor de herfinanciering van de pandemielening die meer dan twee keer zo groot is dan de rente die Nederland op de kapitaalmarkt betaalt.”
Nederland heeft excuses aangeboden voor handelingen en praktijken die zich niet meer voordoen en dat is een stap in de goede richting, vervolgt Maduro. De Nederlandse Staat heeft excuses aangeboden voor het slavernijverleden en heeft daarbij een oproep gedaan voor een onderzoek naar de doorwerking van het slavernijverleden in het heden. Met enige zelfreflectie hadden het onderhandelingsteam en de staatssecretaris kunnen inzien dat de manier waarop wordt onderhandeld, de druk die wordt uitgeoefend, de bedreiging met een default van Aruba en de oplegging van een strafrente van 300 miljoen florin niet van deze tijd is. Deze houding vertoont veel gelijkenis met het optreden in het Nederlandse koloniale verleden.”