Van onze correspondent
Oranjestad - Als de Nederlandse regering de plannen doorzet om het aantal vliegbewegingen op Schiphol te beperken tot maximaal 440 duizend per jaar, zal dat mogelijk negatieve gevolgen hebben voor de capaciteit of het vliegverkeer vanaf Schiphol naar de Nederlandse Caribische eilanden en vice versa.
De Dutch Caribbean Cooperation of Airports (DCCA) heeft om die reden onlangs haar bezorgdheid hierover kenbaar gemaakt aan de Nederlandse regering. De DCCA is een samenwerkingsverband tussen de entiteiten die de zes luchthavens van de Nederlands-Caribische eilanden beheren en exploiteren, namelijk Aruba Airport Authority, Bonaire International Airport, Curaçao Airport Partners, Princess Juliana International Airport Operating Company, het Openbaar Lichaam Saba en het Openbaar Lichaam Sint Eustatius.
De zorgen hebben vooral betrekking op de economische en sociale gevolgen van het voorgenomen besluit. Luchtvaartmaatschappijen zouden mogelijk ook de vluchtfrequentie naar Caribisch Nederland moeten verlagen als er minder vliegbewegingen mogen worden gemaakt. Dit kan volgens DCCA zelfs tot gevolg hebben dat de ticketprijzen tussen Nederland en Caribisch Nederland gaan stijgen.
Minder luchtcapaciteit en mogelijk hogere ticketprijzen kunnen negatieve gevolgen hebben voor alle drie segmenten van reizigers: zakenreizen, vakantie en bezoek aan vrienden en familie. Dit zal een negatief effect hebben op de economie en de connectiviteit van sociale en familienetwerken, aldus de DCCA in een persbericht.
De coöperatie vindt dit voldoende reden om aan de bel te trekken. ,,Op basis van de informatie die we hebben; gaan we ervan uit dat de berekening van de impact van een krimp van Schiphol geen rekening houdt met de potentiële effecten in het Caribische deel van het Nederlandse Koninkrijk. Door onze zorgen uit te spreken, vertrouwen we erop dat de belangen van Caribisch Nederland worden meegenomen in de verdere besluitvorming van het Nederlandse ministerie”, aldus Joost Meijs, ceo van Aruba Airport Authority en voorzitter van de DCCA.
De DCCA, die de mogelijke negatieve impact op de economie en het sociale welzijn van Caribisch Nederland ziet, heeft er bij de Nederlandse regering op aangedrongen om ervoor te zorgen dat de capaciteit tussen Nederland en Caribisch Nederland niet wordt verminderd als gevolg van de voorgenomen besluitvorming.