Van onze correspondent
Oranjestad - Juan Chayaba ‘Padú’ Lampe, liefkozend Tata di nos Cultura (Vader van onze Cultuur) genoemd, is niet meer. Hij overleed gisteren op de leeftijd van 99 jaar.

paduSamen met Rufo Wever heeft Padú het ‘Aruba dushi tera’ gemaakt, de wals die op 18 maart 1976 het officiële volkslied van Aruba is geworden. Terwijl de Arubaanse vlag voor het eerst werd gehesen in het Wilhelmina Stadion, werd de compositie van Lampe en Wever voor het eerst gezongen als het Arubaanse volkslied. Het Arubaanse volk was massaal aanwezig om eer te betonen aan de vlag en het volkslied. Onder de artiestennaam ‘Padú del Caribe’ is Lampe in de Caribische regio en ook ver daarbuiten populair geworden als pianist, zanger, dichter, componist, schrijver en schilder.

Net als Rufo Wever behoort Padú tot de meest illustere exponenten van de muzikale wereld van Aruba. Weinig lokale artiesten hebben zo veel roem geoogst als hij. Zijn composities, die hij met een zeer eigen stijl speelde, hebben veel bijval verworven zowel op de Antillen als in Venezuela, Colombia, de Verenigde Staten en Nederland.
Zijn eerste piano-instructies kreeg Padú van zijn vader, Harry Lampe, zelf een uitstekend pianist. Vader Harry had een klein muziekensemble gevormd met zijn broers Zep (fluit), Olivier (viool) en Wim (wiri). De familie Lampe woonde toen in de Nassaustraat te Oranjestad. Het was dan ook een genot voor buurtbewoners om ‘s avonds door de Nassaustraat te wandelen op de heerlijke tonen van dit muziekensemble, dat alle walsen uit die tijd op zijn repertoire had.
Nadat hij de grondbeginselen van het pianospel bestudeerd had, begon Padú met de cuarta, de viool, de mandoline en de klarinet te experimenteren.
Uiteindelijk bleef de piano zijn hoofdinstrument, alhoewel hij als cuartista menig collega de loef kon afsteken. Als jongen van zestien speelde hij al in het openbaar zowel op Aruba als op Curaçao. Toen al wist Padú door zijn briljante variaties op de piano het publiek te boeien.
Zijn eerste lp werd uitgegeven door Alfred CapeIlo van de firma La Bonanza Otrobanda te Curaçao, onder de titel ‘Round trip with Padú del Caribe’. Na deze eerste lp heeft Padú nog negen lp’s gemaakt en vijftig singles.
Bij het bezoek van koningin Juliana in 1955 aan Aruba, was het Padú die bij het spelen van de wals ‘Arubanita’ (van Rufo Wever) Hare Majesteit inspireerde om een Antilliaanse wals te dansen.
Ook op andere artistieke terreinen was Padú een uitblinker. Hij is de schrijver van twee boeken over filosofie en metafysica, respectievelijk genaamd ‘The 3rd Element’ en ‘Harmoniology’. Voor zijn schilderwerken ontving hij diverse diploma’s en plakkaten als erkenning. Op de televisie had Padú zijn eigen ‘Show di Padú’ op Aruba, waarmee hij veel succes heeft geoogst.
Voor zijn vele activiteiten op cultureel gebied werd Padú verheven tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Op de website van het Antilliaans Dagblad wordt in een filmpje ‘Abo So’ door de Arubaanse artiest Landa gezongen voor Padu’s 94e verjaardag.