Op 5 december jongstleden zette Microsoft-miljardair Bill Gates zijn lijst met favoriete boeken van het jaar 2016 op internet. Gezeten naast de kerstboom met een stapel boeken op schoot en geen tablet of computer in de buurt, vertelt hij: ,,Still, reading books is my favorite way to learn about a new topic. I’ve been reading about a book a week on average since I was a kid.” Vijftig boeken per jaar dus en dat al 50 jaar lang. Dat levert een totaal van ongeveer 2.500 boeken op.
Vergelijk dat nu eens met de zeventienjarige jongen die onlangs op tv vertelde dat hij niet geïnteresseerd was in boeken, want hij had daar geen ruimte voor in zijn hoofd. Dit is de typische denkwijze van een gedigitaliseerde leerling, opgevoed met de elektronische tweet, de app, de vlog, YouTube en een post op Facebook, niet meer in staat om een tekst van meer dan een paar honderd woorden te bevatten en waarbij emotie alleen nog maar uitgedrukt wordt in een icon. Hij heeft zich afhankelijk gemaakt van kunstmatige intelligentie, ten koste van de ontwikkeling van zijn eigen breinkracht.
Want dat is wat het lezen van een boek met je doet. Het is topsport voor je brein om op pagina 173 nog steeds te weten wat er op pagina 54 gebeurde, wat de onderlinge verbanden zijn en hoe de personages zich verhouden tot elkaar.
Je brein dwingt bij het lezen een genuanceerd moreel oordeel bij je af en je wordt meegezogen in een draaikolk van emoties. Ofwel je breekt je hersens op een nieuw probleem dat gecompliceerder is dan het lijkt. Elk boek maakt zo de spankracht van je brein groter. Dit zou over dertig jaar zo maar kunnen leiden tot een nieuwe tweedeling in de maatschappij: zij die zelf een boek kunnen lezen en zij die dat niet meer kunnen.
Wat betekent dit voor het onderwijs?
De moderne methodes spelen hierop in en bestaan tegenwoordig meestal uit drie delen: een theorieboek, een werkboek en een digitaal gedeelte. Deze drie delen staan niet los van elkaar, maar bieden de leerstof geïntegreerd aan.
Wat is het probleem op Curaçao?
Het theorieboek, waarin ongeveer 30% van de lesstof wordt aangeboden, krijgen de leerlingen allemaal. Het werkboek met aanvullende leerstof mag worden ingekeken, maar er mag niet in worden gewerkt. Voor dát gedeelte van de leerstof dat digitaal wordt aangeboden, moet elk jaar opnieuw de licentie betaald worden. Daar hebben we geen geld voor en dat gedeelte wordt dan ook helemaal niet aangeboden. De oplossing van de onderwijsproblemen ligt dan ook niet in de algehele digitalisering van het onderwijs, maar in het vrijmaken van gelden om de moderne lesmethodes integraal aan te bieden.

Elisabeth Hollander, Curaçao

ADletters logo