Ik heb kennis genomen van uw commentaar op de beslissing van de rechter om het verzoekschrift van parlementariër Gerrit Schotte tegen de voorzitter van Staten, niet ontvankelijk te verklaren. Dit is echter niet het punt van deze open brief aan u. Wel is meteen bij mij opgekomen de situatie van 2012 waarbij het demissionaire kabinet Schotte, nog een keer gewipt werd door dezelfde gouverneur die dat kabinet reeds demissionair heeft verklaard en gevraagd om aan te blijven tot na de verkiezingen drie maanden later.
Ik heb later kennis genomen van de ‘paper’ geschreven door u en professor dr. Lodewijk Rogier getiteld ‘Constitutionele crisis in Curaçao’. Als reactie op uw ‘paper’ heb ik in december 2014 een eigen ‘paper’ opgesteld waarin ik uw beiden stellingen in uw ‘paper’ op bepaalde punten bekritiseerd heb. Deze ‘paper’ werd in de nieuwsmedia in het Nederlands (Amigoe, Antilliaans Dagblad en het elektronische medium Versgeperst.com) gepubliceerd. Mijn ‘kritiek’ op uw stellingen heb ik ondersteund met, naar mijn mening, zwaarwichtige stellingen met aanhaling van artikelen uit onze Staatsregeling en de Memorie van Toelichting ervan. Tevens heb ik de beslissing van gouverneur mr. Frits Goedgedrag en de adviezen van zijn adviseurs dhr. mr. Carl Gruning en dhr. mr. R. Koeyers mede ook op grond van interpretatiemethoden van het recht bekritiseerd.
De Memorie van Toelichting van onze Staatsregeling stelt duidelijk onder artikel 53: ‘De Staten kunnen ondanks het besluit tot ontbinding allerlei zaken blijven afdoen, en in functie zijn voor het geval zich bijzondere omstandigheden voordoen.’
De hamvraag in mijn ‘paper’ is, welke bijzondere omstandigheid heeft zich voorgedaan die de gouverneur c.s. (lees Nederland) het voorrecht gaf om de handeling goed te keuren van, wat ik noemde, dissidente Statenleden om over te gaan tot het kiezen van een nieuwe Statenvoorzitter. Dit was zeker geen afhandelen van lopende zaken, of zoals de MvT stelt, afdoen van zaken. Dezelfde vraag en stelling ten aanzien van het feit dat de gouverneur het aanstellen van een interim-kabinet goed heeft gekeurd.
Ik wil graag een antwoord uwerzijds en tevens van professor dr. Lodewijk Rogier op de in mijn ‘paper’ gestelde vragen en de door mij ingenomen standpunten.
Voor de driedelige publicatie van mijn ‘paper’ kunt u ‘googlen’; ingezonden stukken Felix Pinedo/staatkundige perikelen 2012 of Felix Pinedo Staatkundige perikelen 2012 of ingezonden stukken Felix Pinedo/staatkundige perikelen 2012 of staatkundige perikelen 2012. Lees ook ‘het antwoord van Pinedo op uw reacties’, in verband met de reacties op Versgeperst.com. Aan het einde van mijn ‘paper’ heb ik gesteld dat deze zaak niet op zulke wijze afgerond mocht worden. Verkeerd gedane zaken mogen namelijk niet als precedent de geschiedenis ingaan. Ik heb voorgesteld om de handelingen van de dissidente Statenleden en de gouverneur (lees Nederland) c.s in bredere forum ter discussie te brengen.
Felix D. Pinedo,
Curaçao