Precies negen jaar geleden (19 januari, 2011) bracht de financieel-economisch directeur van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS) naar voren dat het ontbreken van een gecoördineerd macro-economisch beleid tussen Willemstad en Philipsburg een bedreiging is voor de stabiliteit van de monetaire unie tussen Curaçao en Sint Maarten. Intussen is deze coördinatie nog steeds zoek, met als gevolg dat de twee landen steeds verder uit elkaar groeien. De huidige financieel-economisch directeur van CBCS, voormalig minister van Financiën, zei al in 2015 dat bovengenoemde coördinatie van de monetaire unie geen prioriteit is.
Geen coördinatie is echter geen optie. Een monetaire unie is de meest gevorderde vorm van economische integratie tussen leden. Vanaf 2008 heb ik, destijds als staatssecretaris van Financiën van de Nederlandse Antillen, mijn bezwaren kenbaar gemaakt tegen een monetaire unie die politiek was opgelegd door Den Haag en geaccepteerd door de Antilliaanse regering, de eilandsbesturen van Curaçao en Sint Maarten en de Bank van de Nederlandse Antillen (BNA, de voorloper van CBCS). Dit geforceerde monetaire huwelijk had nooit plaats mogen vinden, daar het niet gestaafd was met enig economisch fundament.
De uitdagingen die Curaçao als internationaal financieel centrum ervaart, zouden bij ons juist een ‘sense of urgency’ moeten aanwakkeren. Een belangrijke schakel hierin is de CBCS, maar deze staat de afgelopen jaren in een negatief daglicht (pending een mogelijke vervolging in verband met schending van de geheimhoudingsplicht, insolvabiliteit van de Girobank en waarschijnlijk ook haar rol met betrekking tot Ennia). Hopelijk krijgt onze monetaire unie zo spoedig mogelijk wel de noodzakelijke aandacht die het behoeft. We kunnen ons een monetair drama op dit moment niet veroorloven.

Alex Rosaria, Curaçao

ADBrief 800