Het overkomt mij sinds jaar en dag als argeloze krantenlezer en radioluisteraar in Nederland: als het over corruptie gaat, dan volgt niet lang daarna de naam van een autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden: Curaçao. Het lijkt een ingesleten mantra geworden die het overzeese land geen goed doet.
Eén van de namen die steeds weer opduikt in dit verband is die van de Nederlandse parlementariër Ronald van Raak die voor de Socialistische Partij (SP) sinds 2006 een zetel bekleedt in de Tweede Kamer. Van Raak werd onlangs geïnterviewd op Radio 1 door Jort Kelder, die hem over het item corruptie bevroeg. Ook hier dook de mantra weer op, nu aangevuld met de bewering dat de ‘gokmaffia de baas is op de Caribische eilanden’. Van Raak ziet een groot complot van maffiosi die miljarden aan drugsgeld witwassen, onder meer via online gokken. Kelder reageerde met de - terechte - opmerking dat we dan evengoed de provincie Brabant kunnen noemen als zijnde in de greep van de drugsmaffia.
Het is jammer dat Van Raak als een activistische dominee de Curaçaose werkelijkheid in zijn mal van ‘geloofsovertuigingen’ probeert te proppen. Want hoe ‘corrupt’ Curaçao ook moge zijn, het is en blijft een democratie die op basis van een rechtssysteem functioneert. Kijken we naar recente veroordelingen dan zien we dat politici die het niet zo nauw nemen met de rechtsstaat achter de tralies belanden: het overkwam oud-minister George Jamaloodin (28 jaar cel).
En over witwassen gesproken, eind september werden zes verdachten in de witwaszaak Troja veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraffen. Het betrof hier het ‘swipen’ van Venezolaanse creditcards in ruil voor Amerikaanse dollars. Er werd gebruikgemaakt van valse facturen waarmee men zogenaamd kleding had gekocht via de lingeriewinkel Monterrey, terwijl er in werkelijkheid werd geswipet. Het geld dat zij hiermee verdienden werd witgewassen door het uit te geven.
Tussen ideaal en realiteit ligt nog een wereld te gaan, zoveel is zeker, en dat geldt niet alleen voor Curaçao, maar ook zeker voor Nederland waar de strijd tegen de macht van de onderwereld bepaald nog niet gestreden is.
Wat de online gaming-sector betreft, had het Van Raak gesierd als hij ook had gewezen op de grote veranderingen die reeds hebben plaatsgevonden in het kader van de bestrijding van belastingontwijking. Als lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) hebben Nederland en Curaçao al werk gemaakt van het actieplan om ondernemingen belasting te laten betalen in het land waar de winst wordt gemaakt. Implementatie van de plannen heeft geleid tot afspraken tegen belastingontwijking door uitholling van de grondslag (base erosion) en winstverschuiving (profit shifting). Deze grondslag verwijst naar de wijze waarop belastingheffing kunstmatig wordt omzeild; winstverschuiving duidt op het fenomeen dat bedrijven winst willen laten belasten in het land waar de tarieven het gunstigst zijn.
Die wetgeving aangaande de bestrijding van belastingontwijking betreft niet alleen de e-gamingsector, maar alle onderdelen van de Curaçaose economie. De Curaçaose regering probeert medetransparantie en lokale ‘substance’ in bedrijfsvoering verplicht te stellen.
Maatregelen om crimineel gedrag op te sporen en te voorkomen zijn eveneens te verwachten vanuit Europese antiwitwasrichtlijnen. Invoering betekent dat het onmogelijk wordt voor de werkelijke ‘beneficial owner’, de uiteindelijke belanghebbende, om zich te verschuilen achter een fake owner. Complexe bedrijfsstructuren en misbruik van legale entiteiten kunnen ermee tegen worden gegaan. In dit kader wordt gewerkt aan een centrale database van bedrijfsgegevens.
Kortom, het is niet alleen maar kommer en kwel, zoals Van Raak stelt. Bedrijven die opereren in de Curaçaose zakelijke dienstverlening, ook bedrijven die van de e-gamingsector deel uitmaken hebben wel degelijk de handen uit de mouwen gestoken.
De uitdaging die er ligt is de regulering zo toe te passen dat zowel de zakelijke dienstensector als het Land Curaçao, en dus de bevolking, er garen bij spinnen. Gejammer van politici als Van Raak zet in deze kwestie geen zoden aan de dijk, en zou zelfs eerder contraproductief kunnen uitpakken. Immers, als er iets is waar de Curaçaoënaar van gruwt dan is het wel het opgeheven vingertje van een activistische ‘dominee’-politicus als Ronald van Raak.

Hennie Harinck (oud-journalist op Curaçao), Nederland

ADBrief 800