Zonder enige vorm van leedvermaak maar wel met heel veel schaamte hebben wij recentelijk de uitspraak van de Hoge Raad kunnen vernemen waarbij definitief is komen vast te staan dat de heer Schotte tijdens zijn premierschap zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten waaronder aan ambtelijke corruptie hetgeen binnen elk bestuurlijk regime zowat als de zwaarste misdaad kan worden beschouwd. Het recht zal verder zijn beloop hebben en zorg dragen voor de afronding van dit uitzonderlijke strafproces. Schaamte bevangt ons omdat toentertijd, bij de met veel lof aangekondigde nieuwe staatkundige structuur, ons nieuwe Land Curaçao beschamend te kijk is gezet als de speeltuin van een corrupte premier en zijn kornuiten. Het nieuwe Land is van start gegaan met het imago van een bananenrepubliek, triest maar waar. Over de reeds bij herhaling gestelde vraag hoe dit alles heeft kunnen gebeuren zal nog lang gesteggeld worden. Daarnaast verdient ook de constatering dat Curaçao zijn zelfreinigend vermogen heeft aangetoond, onze aandacht. Het systeem van machtenscheiding en de daaruit voortkomende rule of law hebben duidelijk bewezen te functioneren, hetgeen het eiland gelukkig weer schaart onder die staatsgebieden waarin staatsmoraliteit nog steeds in acht wordt genomen. Het zelfreinigingsproces wordt meestal geïnitieerd door de rechterlijke macht, dit door middel van een gerechtelijke uitspraak die de bestuurlijke - of strafrechtelijke ontsporing weer rechttrekt. Maar daarmee is het proces van zelfreiniging echter nog lang niet volledig doorgevoerd. Om een corrupte politicus draaien immers altijd handlangers die zowel binnen als buiten de overheid op een of andere manier de schurk bijstaan, hem slijmerig faciliteren en hem kritiekloos op zijn wenken bedienen al was het alleen maar om in zijn gunst te blijven om daarmee privileges te verkrijgen. Het opportunistisch gedrag van deze handlangers is lang niet altijd strafrechtelijk van aard maar altijd wel op zijn minst moreel verwerpelijk, omdat tegen beter weten in, deze personen de oneigenlijkheden van hun ‘politieke meester’ blijven accommoderen. Enkelen onder hen hebben, opgaande in de roes hun ambtelijke macht, met veel geldingsdrang hun baan weten te bestendigen in een organisatorische setting die zich blijkbaar gemakkelijk liet imponeren door hun steeds maar hooghartig uitgedragen zelfoverschatting. Het proces van zelfreiniging is niet afgerond zolang er ook geen opschoning heeft plaatsgevonden onder die topfunctionarissen die hun positie te danken hebben aan hun gedweep met een criminele premier. Die topambtenaren bekleden gevoelige vertrouwensposities, vanwege hun gebleken opportunistische geaardheid bestaat er geen enkele reden om aan te nemen dat zij niet iedere omstandigheid ten voordele van zichzelf of van hun achterban zullen gaan aanwenden, bestuurlijke integriteit staat bij hen niet op de eerste plaats en zal altijd moeten wijken wanneer hun eigen hachje in het geding is. Geen enkele garantie dus dat deze ambtelijke opportunisten regeringen die hun minder welgezind zijn niet achterbaks pootje zouden haken wanneer dat hun persoonlijk (of hun achterban) beter uit komt. Zij die bestuurlijke topposities bekleden hebben daar alle gelegenheid toe en zijn hiërarchisch bij machte om door slinkse manipulatie van hun ondergeschikten en andere medewerkers veel schade toe te brengen aan het beleid en het imago van een bepaalde regering.
Het proces van zelfreiniging is ook niet compleet indien binnen de gelederen van de MFK niet serieus overwogen wordt om de partij op te heffen nu definitief vaststaat dat deze partij opgericht is door criminelen. Het is best schandalig dat binnen de partij er niemand de guts of het fatsoen heeft om het bestaansrecht van deze criminele organisatie aan de orde te stellen. In plaats daarvan vindt er alleen gebakkelei plaats over de invulling van Schottes zetel, er is niemand die zich stoort aan de schande die deze partij voor het Land heeft veroorzaakt, het feest gaat gewoon door.
De zelfreiniging is dus met vonnissen niet af. De rechterlijke macht heeft haar werk gedaan nu is het de beurt aan de uitvoerende macht om daadkracht te tonen door maatregelen te nemen en die hervormingen te laten plaatsvinden die echt nodig zijn om de bestuurskracht weer op peil te brengen. Hoog op de prioriteitenlijst staat de hervorming van onze veiligheidsdienst, de VDC, waarvan tot op dit moment niet duidelijk is of die inmiddels wel of niet is opgeschoond van die elementen die onder het regime van Schotte van onze inlichtingendienst een ballentent hebben gemaakt. Curaçao staat aan het begin van een nieuw tijdperk, de post-Maduro-periode zal niet lang meer op zich zal laten wachten en zal hoogstwaarschijnlijk de regio in geopolitiek opzicht geheel op stelten zetten. Premier Rutte wijst erop dat tweehonderd jaar geleden er reeds ambitieuze plannen bestonden om van Curaçao een hub te maken tussen Europa en Latijns-Amerika. Die ambitie wordt weer actueel maar heeft slechts kans van slagen indien onze bestuurskracht optimaal wordt ontwikkeld met weinig ruimte voor ambtelijke beunhazerij en/of tijd- en energie rovend gesteggel met onkundige, onbetrouwbare, ondermijnende of dwarsliggende, overheidsdienaren. Om te kunnen bewegen op het regionale en internationale politieke platform zullen wij ons moeten bekwamen in de professionaliteit die van een regionale coördinator mag worden verwacht, geen ‘kouchi boulo’ (houtje-touwtje) toestanden meer, maar wel bestuurlijke finesse waarmee wij alsdan de bijzonderheid van ons land weer kunnen herstellen, waarmaken en uitbouwen.
George Lichtveld,
Curaçao

ADletters logo