In Parijs ondertekenden bijna 200 landen het klimaatakkoord om afscheid te gaan nemen van fossiele grondstoffen. Linksom of rechtsom zal dit de afzetmarkt voor fossiele brandstoffen gaan reduceren, evenals die voor fossiele grondstoffen voor plastics en medicijnen. Dit alles voor het lijfsbehoud van kleine eilandstaten zoals Curaçao. Maar helaas, Curaçao wil blijven inzetten op fossiele grondstoffen met Maria Liberia-Peters als lid van het MDPT voorop, zo blijkt uit haar opinie in deze krant d.d. 29 december 2015. Zij vindt een hoorzitting in de Tweede Kamer over de Isla zelfs ongepast. Volgens haar is enkel Curaçao politiek aan zet aangaande de Isla. Dat ziet Smoc heel anders.
In 2005 rapporteerde Ecorys dat er jaarlijks minimaal 18 vroegtijdige doden zijn te betreuren en dat duizenden mensen een beroep moeten doen op de gezondheidszorg, vanwege de vervuilende uitstoot van de Isla. In 2007 rapporteerde de GGD dan ook dat gezinnen onder de rook van de Isla graag willen verhuizen. In 2011 rapporteerde het CBS dat 83,1 procent van de mensen uit Wishi/Marchena stankoverlast ervaart vanwege diezelfde Isla. In 2010 is de Isla, na jarenlang procederen, in hoger beroep veroordeeld voor onrechtmatig handelen, dat wil zeggen het overtreden van een bijzonder zwakke milieunorm uit de milieuvergunning die in 1994 van de grond is gekomen (in plaats van direct bij de verkoop van Shell, zoals oud-premier Liberia-Peters suggereert). Toch is de Isla nimmer bestuurlijk gehandhaafd door de Curaçaose overheid en hier gaat Liberia-Peters ook niet op in, maar staat zelfs voor dat de Curaçaose overheid ‘diepere betekenis’ begon te geven aan milieubeleid met het vertrek van Shell. In feite is er sprake van ondeugdelijk bestuur, waarvoor een hoge prijs wordt betaald.
Aan de lopende band worden namelijk milieunormen voor zwaveldioxide van de World Health Organization fors overschreden onder de rook van de Isla, zo heeft Smoc dikwijls met grafieken laten zien. Het is dan ook niet voor niets dat volgens de Air Quality Index (AQI) van de US Environmental Protection Agency leven onder de rook van de Isla ‘hazardous’ is; de zwaarste score van de AQI. En wat te denken van Mote Marine Laboratory dat, betaald door de Curaçaose overheid, stelt dat het gehalte voor kankerverwekkende PAK’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen) behoort tot ‘some of the highest reported air concentrations worldwide’. In feite worden diverse rechten van de mensen onder de Isla-rook, zoals bijvoorbeeld een schoon leefmilieu (Art. 24 van Het Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind), niet gewaarborgd.
Toch schrijft Liberia-Peters: ‘de regie is op de eerste plaats van de regering van Curaçao en van de Staten van Curaçao’. Ze heeft gelijk, want dit is in lijn met lid 1 van Art. 43 van Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Alleen lid 2 van ditzelfde artikel schrijft voor dat de Koninkrijksregering moet ingrijpen indien er sprake is van ondeugdelijk bestuur en/of het schenden van mensenrechten. Welnu, beide zijn van toepassing, al decennialang, maar daar horen we Liberia-Peters niet over, terwijl ze dit vast en zeker wel weet. Vermoedelijk om een ingrijpen van de Koninkrijksregering voor te zijn bespeelt ze vervolgens de economische luchttrompet.
Als er relatief weinig geld binnenkomt, maar toch veel eruit gaat, dan bouw je vanzelf schulden op. Deze langspeelplaat is bekend. Je zou denken dat, met het opheffen van het land Nederlandse Antillen, een andere plaat zou worden uitgeprobeerd. Niets is minder waar. De schuld van Curaçao is aan het stijgen en inmiddels ook al boven de norm van het IMF, zo rapporteerde de Centrale Bank van Curaçao en St. Maarten onlangs. Hoe moeten we de Isla plaatsen in dit verhaal, want zij neemt toch pakweg 550 hectare economische bestemming in op een klein eiland? Welnu, de werkgelegenheid is gedaald van ongeveer 12.631 werknemers in 1952 op een kleine bevolking naar ongeveer 1.000 werknemers nu op een veel grotere bevolking, aldus overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK) op haar website. De Isla hoeft geen belasting te betalen over haar winsten, invoer van olie, vastgoed, et cetera. volgens de ‘Agreement between the Netherlands Antilles, the island territory of Curaçao and Petroleos De Venezuela S.A.’. Nee, zij kan enkel volstaan met een schamele jaarhuur van plusminus 20 miljoen dollar die RdK ontvangt, aldus de RdK-begroting van 2009 waaruit nota bene blijkt dat het gemiddelde jaarsalaris van een RdK-medewerker 136.000 gulden bedraagt - dit is fors meer dan het modale jaarloon op Curaçao. Al met al is de bijdrage van de Isla aan het BNP dan ook aan het dalen, naar nu ongeveer 4,4 procent volgens de Centrale Bank van Curaçao en St. Maarten. Tegelijkertijd zijn de zorguitgaven met 13,8 procent van het bruto binnenlands product van het Land Curaçao bijzonder hoog volgens het Volksgezondheid Instituut Curaçao. In een vergelijkende studie met 64 andere landen staat Curaçao hier op de een na hoogste plaats; op de liquiditeitsbalans is dit alleen wel negatief. Liberia-Peters gaat op deze zaken niet in, dat terwijl Curaçao tot in ieder geval 2019 contractueel vastzit aan PdVSA. Dit moet anders.
Per direct moet de Isla bestuurlijk worden gehandhaafd. De Isla zal dan eindelijk, conform de huidige milieuvergunning, moeten investeren in eenvoudige en passende milieumaatregelen (die overigens maar een fractie van de jaarwinst van Isla bedraagt). Met deze investering zal de uitstoot dalen. De overlast ook. De zorguitgaven ook. De Curaçaose overheid kan en wil dit blijkbaar niet. Een hoorzitting in Den Haag is dus broodnodig. De kans op actie conform Art. 43, lid 2, uit Den Haag zal ook toenemen, omdat men ook daar inziet dat het financieel en humaan niet langer kan. Maar ook, omdat de Tweede Kamer onlangs in meerderheid heeft erkend dat zij met de verkoop van Shell mede-veroorzaker is van het grootste probleem van Curaçao: de Isla.
Dan de toekomst. Liberia-Peters roemt LNG als nieuwe brandstof voor de Isla, om nog steeds (vieze zware) aardolie te raffineren. Inderdaad, LNG verbrandt relatief schoon. Hiermee wordt bedoeld dat de uitstoot van zwaveldioxide en zware metalen wordt verminderd. Dat vindt Smoc positief. Het geeft ook nog steeds uitstoot van het broeikasgas CO2 omdat LNG een fossiele grondstof is en dat vindt Smoc niet passend bij de politiek-economische werkelijkheid van Parijs. De Curaçaose overheid wil nog verder gaan. Huizen van burgers moeten worden aangesloten op een LNG-distributienet. Waarom? Om burgers zo veel mogelijk infrastructureel afhankelijk te maken van de Curaçaose overheid? Dat kan anders, door te zorgen dat je 550 hectare economisch diverser, schoner en winstgevender wordt bijvoorbeeld en daarvoor moet je niet op basis van een tunnelvisie hoe dan ook in oud economisch denken blijven hangen. Voor de slechte verstaander: dat kan nog steeds wel, naast ander type economische activiteiten, met een raffinaderij, maar dan eentje die draait op bijvoorbeeld biomassa en die zich richt op hoogwaardige grondstoffen voor bijvoorbeeld de farmaceutische industrie. Voor deze benaderingen heeft de Curaçaose overheidselite alleen net zoveel oog als voor de mensen van Wishi/Marchena.
Arjan Linthorst (bestuurslid Smoc),
Curaçao