Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Gevestigde partijen die nu niet in de Staten zitten, zouden vrijgesteld moeten worden van de voorverkiezingen. Dat stelt verandermanager Alvin Daal, die vindt dat partijen die zich de afgelopen decennia bewezen hebben, niet aan dezelfde regels hoeven te voldoen als ‘nieuw opgerichte splinterpartijtjes’.
Met de komende verkiezingen moet iedere deelnemende politieke partij die niet in de Staten vertegenwoordigd is, 870 handtekeningen aan het Hoofdstembureau, ofwel een procent van het totaalaantal stemmers bij de vorige verkiezingen, overleggen. Deze verkiezingsdrempel is in het leven geroepen om te voorkomen dat er een wildgroei aan politieke partijen ontstaat, die zich kort voor de verkiezingen registreren.
Volgens Daal schiet de manier waarop de voorverkiezingen worden georganiseerd het doel voorbij, aangezien er aan de komende verkiezingen ‘tussen de tien en twintig partijen zullen meedoen’. Naar zijn mening zouden de partijen die in het verleden zetels hebben gehaald, niet hoeven te voldoen aan de kiesdrempel. ,,Nu zie je dat traditionele partijen als Frente Obrero Liberashon (FOL) en de Democratische Partij (DP) aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen als een splinterpartijtje dat een maand voor de verkiezingen wordt opgericht. Dat was niet de bedoeling van die wet.”
Op het argument dat verschillende spelregels voor verschillende partijen niet eerlijk is, oppert hij om helemaal af te zien van de kiesdrempel. ,,Laat alle partijen maar meedoen en dan zien we wel wie in de Staten komt. Volgens hem worden burgers en politici op dit moment beperkt in hun actieve en passieve grondrechten, namelijk om te kiezen en gekozen te worden.”
Volgens Daal ontmoedigt de wet burgers om bij de verkiezingen te gaan stemmen. Hij noemt als voorbeeld dat, indien tien partijen slechts zeshonderd handtekeningen kunnen aanleveren en daarmee niet voorbij de kiesdrempel komen, dat dan 6.000 potentiele stemmers ontmoedigd raken. ,,Je ziet nu dat tussen de 25 en 35 procent van de kiesgerechtigde bevolking niet stemt, dat kan door deze wet alleen maar erger worden.”
De voorzitter van het Hoofdstembureau, Raymond ‘Pacheco’ Römer, stelt in reactie dat de regels duidelijk zijn. ,,Alle partijen die niet vertegenwoordigd zijn in de Staten, moeten aantonen dat ze voldoende steun hebben onder de bevolking. Als men niet tevreden is met de regels, dan is het aan de politiek om het te veranderen.”
Op dit moment staat de teller op 21 partijen die de intentie hebben om mee te doen aan de verkiezingen, waarvan zes in de Staten zitten. Römer zegt benieuwd te zijn of het de overige vijftien gaat lukken om de in totaal 13.050 handtekeningen te vergaren. ,,Ik ben bang dat een aantal het niet gaat overleven, maar het staat ze vrij om het te proberen.”
Minister Etienne van der Horst (PAIS), belast met Bestuur, Planning en Dienstverlening (BPD) zegt geen commentaar te willen leveren op de discussie, om aantijgingen van politieke inmenging te voorkomen. Hij meldt dat het huidige kabinet niet van plan is aan de kiesdrempel te tornen.
Van der Horst benadrukt dat hij zich vooral blijft inzetten voor het verder van de politiek plaatsen van het Hoofdstembureau. Het wetsvoorstel van de PAIS-minister, dat naar verwachting niet meer voor de verkiezingen zal worden behandeld, is om te komen tot een onafhankelijke Kiesraad, zoals deze ook bestaat op Bonaire, Aruba en in Nederland. De leden van deze raad worden niet benoemd door de politiek, maar door een benoemingscommissie, bestaande uit het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, de vicevoorzitter van de Raad van Advies (RvA) en de voorzitter van de Algemene Rekenkamer Curaçao (ARC).