Door Ron Gomes Casseres
Gedurende het Koninkrijksoverleg in juni ondertekenden de ministers-presidenten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de minister van Koninkrijksrelaties van Nederland een protocol betreffende samenwerking en twinning van projecten teneinde ‘de verbondenheid met het Koninkrijk te bevorderen’. Het protocol beperkt zich tot het maatschappelijke middenveld uit de landen in het Koninkrijk.
Alleen ngo’s?
Als wij over dat deftige Nederlands heen stappen, dan gaat het eenvoudigweg om samenwerking in het Koninkrijk tussen niet-gouvernementele organisaties. Toen ik dat protocol las, rees bij mij de vraag: ,,Waarom is deze samenwerking om verbondenheid binnen het Koninkrijk te bevorderen beperkt tot maatschappelijke projecten en ngo’s?” Smoc heeft in de rechtszaal begin juli een soortgelijke gedachte verwoord ten aanzien van de aanpak van de Isla-luchtvervuiling. Hij wordt geciteerd met de opmerking ‘Nederland heeft meerdere malen aangegeven open te staan voor een verzoek vanuit de Curaçaose overheid om hulp …. maar Curaçao heeft nooit om dergelijke ondersteuning gevraagd’.
Waarom eigenlijk niet?
Eén van de karakteristieken van ‘small island developing states’ is dat deze veelal niet alle expertise in eigen huis hebben om het hoofd te bieden aan de problemen waarmee zij worden geconfronteerd - en die problemen zijn vaak niet anders dan bij grotere ontwikkelde landen. Het moet eigenlijk dan ook als heel normaal worden beschouwd als wij voor de aanpak daarvan een beroep doen op het grootste en (vinding)rijkste land in ons Koninkrijk. Denk aan luchtvervuiling, aan overstromingen in 2010 na Tomás, aan conservering van regenwater om de lokale landbouw te stimuleren, aan de eisen waaraan onze burgerluchtvaart moet voldoen, en aan zo veel meer waarbij wij die Nederlandse ondersteuning goed kunnen gebruiken.
Dat dit niet gebeurt, is naar mijn mening mede te danken aan een groeiende vertrouwenskloof die in de afgelopen decennia is ontstaan tussen de Caribische landen van het Koninkrijk en Nederland. Dat afbrokkelende vertrouwen komt onder andere door de ontwerp-inburgeringsregelingen die van burgers in de Nederlandse Cariben tweederangsburgers wilden maken; de aanwijzingen van de Rijksminsterraad (lees: Nederland) aan de Gouverneurs van de Caribische landen waarover de Raad van State een hard oordeel jegens Nederland uitsprak; de wijze waarop de Nederlandse politiek en gezagsdragers al jarenlang dansen rond de rechtvaardige vraag naar een orgaan dat geschillen in het Koninkrijk zal kunnen beslechten; en natuurlijk ook vanwege de wijze waarop in het Nederlandse parlement onze landen worden bejegend. De Nederlandse Cariben ervaren deze voorvallen als een gebrek aan respect vanuit Nederland voor de Caribische landen, terwijl het er ook op lijkt dat Nederland de regelgeving in het Statuut mag negeren maar er wel op staat dat deze in de Cariben braaf wordt nageleefd.
Nieuwe vormen
Ik wil echter graag constateren dat ons Koninkrijk groter is dan Nederland. We moeten ook gaan denken aan verdergaande nieuwe vormen van samenwerking tussen overheden waarbij Nederland in het geheel niet betrokken is. Zo vindt tussen landen in de Nederlandse Cariben zelf al enige samenwerking plaats. De Stichting Overheidsaccountantsbureau van Curaçao doet de interne controle voor de overheid van St. Maarten. Het Curaçaose Belasting Accountantsbureau ondersteunt St. Maarten om de tax compliance te verhogen. Op maritiem gebied wordt beoogd samen te werken en expertise uit te wisselen, en in de medische zorg wordt gesproken over verdeling van specialismen tussen Caribische ziekenhuizen. Dat zijn allemaal goede voorbeelden die navolging verdienen door de regeringen van de drie Caribische landen. Wij zouden bijvoorbeeld ook kunnen denken aan één gezamenlijk centraal planbureau voor onze landen die allen de noodzaak inzien van een dergelijk wetenschappelijk bureau ter ondersteuning van het overheidsbeleid. De huidige bureaus voor de statistiek, die allen een gebrek aan capaciteit ervaren, zouden samengevoegd kunnen worden tot één bureau dat meerdere van de Caribische landen van dienst is. Onafhankelijk financieel toezicht op de openbare financiën wordt langzaam maar zeker in de gehele wereld als een noodzaak gezien; we zouden in een na-Cft en na-CAft periode kunnen denken aan één onafhankelijk financieel toezichtsorgaan dat van de drie landen gezamenlijk is, uit de landen is bemenst, en waarvan de juridische basis is vastgelegd in landsverordeningen van de landen zelf. De voordelen van de samenbundeling van deskundigheid, bemensing en financiering van dergelijke gezamenlijke organen zijn zonder meer duidelijk en te veel om hier op te noemen.
Dienstverlenend, niet beleidsbepalend
Wat dergelijke vormen van samenwerking gemeen hebben, is dat ze niet beleidsbepalend zijn en slechts tot doel hebben dienstverlenend te zijn voor de overheden die zij dienen. Bovendien kunnen dergelijke gezamenlijke organen door de landen zelf worden overeengekomen zonder dat Nederland of de Rijksministerraad hieraan te pas dient te komen. Er is dan ook geen sprake van het opgeven van enige mate van soevereiniteit of autonomie: zij zijn er slechts om de beleidsuitvoering van elk van de landen op de meest deskundige wijze te ondersteunen. En er is dan ook geen sprake van consensuswetten of bemoeienissen door Nederlandse ministers. Het hierboven genoemde Koninkrijkprotocol beoogt ‘op basis van gelijkwaardigheid gedeelde doelstellingen te realiseren door middel van uitwisseling en inzet van kennis, ervaring en middelen’. Dat kan ook tussen de Caribische landen, ook zonder de inzet van Nederland als de wederzijdse vertrouwensrelatie niet wordt hersteld. Of blijft het bij mooie woorden in een protocol en een broederlijke foto van de vier elkaar omarmende ministers-presidenten bij de Verenigde Naties?

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.