Beoordeling van de Economische Impactstudie (EIS)
Inleiding
Eind 2010 heeft het Land Curaçao opdracht verstrekt aan twee adviesbureaus om aan de hand van een planologisch onderzoek en een economische impactstudie, een ontwikkelscenario aan te bevelen voor Oostpunt. De twee onderzoeken, die begin 2011 gereed zijn gekomen, hebben geleid tot een ontwerpplankaart (draft zoning plan) die sindsdien voor de Curaçaose overheid en de erven Maal als basis wordt gebruikt voor de toekomstige ontwikkeling van Oostpunt. Zo is de conceptwet voor herziening van het Eilandelijk Ontwikkelingsplan (EOP) in verband met Oostpunt op deze ontwerpplankaart gebaseerd.
Dit artikel bevat een beoordeling van de economische impactstudie van Oostpunt (hierna: EIS). Het betreft een actualisering van een beoordeling die in december 2012 is uitgevoerd. Via de beoordeling van de EIS wordt indirect ook deels een beoordeling gegeven van de ontwikkelingsplannen voor Oostpunt. Een beoordeling van het planologische onderzoek is separaat ondernomen.
Economische impactstudie
De EIS is uitgevoerd door KPMG Nederland samen met KPMG Curaçao en het in Amsterdam gevestigde economisch adviesbureau Decisio bv. Aangenomen mag worden dat de EIS in feite grotendeels door Decisio is uitgevoerd. De EIS wordt prominent vermeld op de website van Decisio: als voorbeeld van een economische effectenstudie http://decisio.nl/onderzoek/economische-effecten en als project in de categorie ‘Ruimte en regio’ http://decisio.nl/projecten-ruimte-regio/2014/economische-impactstudie-oostpunt-curacao/.
Volgens de ‘terms of reference’ (ToR) ofwel opdrachtformulering van de Curaçaose overheid moest de EIS inzicht verschaffen in de te verwachten economische impact van de beoogde ontwikkeling van Oostpunt. De economische analyse zou, samen met het planologisch onderzoek, voldoende basis moeten leveren voor besluitname over de plankaart voor de ontwikkeling van Oostpunt. ‘Economische impact’ werd in de ToR gedefinieerd als de impact in termen van (a) toegevoegde waarde (de waardevermeerdering van de economie als gevolg van economische activiteiten), (b) werkgelegenheid, (c) de overheidsbegroting en (d) de deviezenreserves.
In §2.3 van de EIS wordt uitgelegd dat er in een studie naar de economische impact van een bepaald project drie zaken in beschouwing worden genomen:
- de directe impact - de effecten die het meest directe gevolg zijn van de projectinvesteringen, bijvoorbeeld de banen die als onderdeel van het project worden geschapen (lonen) en de bedrijven die als onderdeel van het project worden opgezet (winst en belastingafdrachten)
- de indirecte en de afgeleide impact - de effecten buiten het project, die tot stand komen doordat de eerdergenoemde bedrijven en werknemers bestedingen doen in de rest van de economie.
Voor de schatting van de indirecte en afgeleide impact wordt doorgaans gebruikgemaakt van een zogenaamd ‘input-outputmodel’ dat de effecten van intersectorale transacties berekent;
- de ‘katalytische’ impact - de verdere effecten op de economische ontwikkeling buiten het project die moeilijk zijn toe te wijzen aan specifieke economische actoren (bedrijven, huishoudens) en meestal lastig zijn om te kwantificeren.
Op haar website wijst Decisio erop dat een economische impactstudie slechts één van de beschikbare instrumenten is om besluitname over een project te ondersteunen; daarnaast zou gebruik moeten worden gemaakt van bijvoorbeeld een sociale kosten-batenanalyse en een milieu-effectenrapportage.
Samenvatting conclusies EIS
De Curaçaose overheid en de eigenaar van Oostpunt staan samen een grootschalige ontwikkeling van Oostpunt voor. Oostpunt moet een tweede stedelijk concentratiegebied op het eiland worden met dusdanige voorzieningen dat men er kan wonen, werken en recreëren. Het project bestaat dan ook primair uit residentiële ontwikkeling (woningen voor permanente of semipermanente bewoning in de vorm van vrijstaande huizen, appartementen en ook timeshareprojecten) en de aanleg van infrastructuur. Daarnaast zal er toeristische ontwikkeling (hotels) plaatsvinden, met name aan de zuidkust, en ontwikkeling van jachthavens en golfbanen. Ook wordt 75 hectare grond, grenzend aan Fuik, gereserveerd voor sociale woningbouw.
In de EIS wordt ervan uit gegaan dat er met de ontwikkeling van Oostpunt een investering van 6,7 miljard gulden gemoeid zal zijn. Hiervan is 5,2 miljard gulden (77 procent) voor de bouw van 19.000 wooneenheden, 0,63 miljard gulden (9 procent) voor de aanleg van infrastructuur, 0,45 miljard gulden (7 procent) voor de bouw van 2.400 hotelkamers en de resterende 0,49 miljard gulden (7 procent) voor winkels en overige activiteiten.
Hieronder volgen de voornaamste conclusies van de EIS wat betreft de impact die deze investering op de Curaçaose economie zal hebben.
Toegevoegde waarde
Volgens de EIS zal de ontwikkeling van Oostpunt gedurende de eerste 20 jaar (de bouwfase) jaarlijks een tijdelijk effect hebben van 395 miljoen gulden op het bruto binnenlands product (bbp) van Curaçao. Volgens de EIS komt dat bedrag overeen met 7,7 procent van het bbp van Curaçao.
Verder zal Oostpunt een permanent effect hebben op het bbp dat vanaf ongeveer het vijfde jaar van het project zal oplopen van 0 gulden tot uiteindelijk 623 miljoen gulden per jaar in de operationele fase van de Oostpuntontwikkeling. Volgens de EIS komt dit laatste bedrag overeen met 12,1 procent van het bbp van Curaçao. Het verloop van de totale (tijdelijke plus permanente) impact van Oostpunt in termen van toegevoegde waarde wordt in de navolgende figuren uitgebeeld voor de bouwfase (eerste 20 jaar) en de operationele fase (na de eerste 20 jaar).
Werkgelegenheid
Volgens de EIS zal de ontwikkeling van Oostpunt leiden tot 5.441 tijdelijke banen. Dat zijn banen die tijdens de constructiefase van Oostpunt (eerste 20 jaar) worden geschapen en tijdelijk zullen bestaan. Volgens de EIS komt dat aantal banen overeen met 8,4 procent van de totale werkgelegenheid op Curaçao.
Verder zal de ontwikkeling van Oostpunt naar schatting 8.407 permanente banen scheppen. Dat zijn banen die zowel in de constructiefase als in de operationele fase zullen ontstaan en blijven bestaan. Volgens de EIS komt dit aantal banen overeen met 13,4 procent van de totale werkgelegenheid op het eiland. De aanname van de EIS is dat 70 procent van deze nieuwe banen ten goede komt aan lokale mensen. De ontwikkeling van de werkgelegenheid vertoont een patroon dat vergelijkbaar is met het verloop van de toegevoegde waarde uitgebeeld in de figuur.

opiniegrafiek1opiniegrafiek2
Overheidsbegroting
Als gevolg van de ontwikkeling van Oostpunt zal de Curaçaose overheid meer belastinginkomsten ontvangen. Anderzijds betekent de ontwikkeling van Oostpunt ook extra uitgaven voor de overheid. Het gaat dan bijvoorbeeld om (een deel van) de kosten van de aanleg van infrastructuur buiten Oostpunt om Oostpunt met de rest van Curaçao te verbinden (aansluiting op het bestaande wegennet) en de kosten van sociale voorzieningen op Oostpunt (onderwijs, gezondheidszorg). De aanleg van economische infrastructuur en nutsvoorzieningen op Oostpunt hoort er niet bij omdat die conform de vaststellingsovereenkomst tussen de Curaçaose overheid en de erven Maal (2010) voor rekening van de ontwikkelaar(s) zal zijn. Volgens de EIS zal het verschil tussen de nieuwe inkomsten en uitgaven van de overheid als gevolg van de ontwikkeling van Oostpunt positief uitvallen. De nieuwe belastinginkomsten worden geschat op 185 miljoen gulden per jaar na afloop van de bouwperiode; de nieuwe overheidsuitgaven na de constructiefase worden geschat op 90 miljoen gulden per jaar.
Deviezenreserve
Volgens de EIS zal de ontwikkeling van Oostpunt uiteindelijk een positief effect hebben op de deviezenreserves (buitenlandse betalingsbalans) van Curaçao. Aanvankelijk, tijdens de bouwfase, zal er sprake zijn van een netto-uitstroom van deviezen omdat bouwmaterialen moeten worden ingevoerd. Dit zal echter tijdens de operationele fase worden gecompenseerd door een netto-instroom van deviezen die naar verwachting met de komst van buitenlandse toeristen en van immigranten en remigranten gepaard zal gaan.
Katalytische effecten
De EIS noemt als voornaamste te verwachten katalytische effecten van de ontwikkeling van Oostpunt: (nieuwe kansen voor) de groei van het verblijfstoerisme en topklasse toerisme op het eiland; hogere verdienkracht van de toeristische sector; verschillende economische schaalvoordelen als gevolg van de groei van de Curaçaose bevolking; verbetering van de kwaliteit van het leven op het eiland in algemene zin.
In een presentatie in juni 2013 heeft KPMG hieraan toegevoegd: de bijdrage van Oostpunt aan een nieuwe structuur van de Curaçaose economie, met meer nadruk op toerisme, wat belangrijk zal zijn als de sectoren van internationale financiële dienstverlening (‘offshore’) en olieraffinage na 2019 sterk mochten krimpen of geheel wegvallen.

Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.