Door Ron Gomes Casseres rongomescasseres
We staan in vele opzichten aan het begin van een belangrijk jaar. Een jaar waarin het pas aangevangen sociale dialoog ‘Kòrsou ta Avansá’ vruchten moet gaan afwerpen, een jaar waarin de economie hoognodig moet gaan groeien, een jaar waarin de criminaliteit effectief moet worden bestreden, en ook een jaar waarin een aantal belangrijke rechtszaken en onderzoek van criminele activiteiten tot uitspraak zullen moeten komen. Denk bij het laatste onder meer aan Bientu, de door Akshon Sivil bij het OM aangebrachte klachten, en de oplossing van de afschuwelijke moord op Helmin Wiels. Deze hebben gemeen dat integriteit en corruptie er als een rode lijn doorheen lopen, en dan vooral de integriteit van het openbaar bestuur en de transparantie van handelingen van gezagsdragers. Het is daarom goed om aan het begin van dit jaar ons tevens te realiseren dat ‘it takes two to tango’, dat veelal bij gevallen van gebrek aan integriteit van gezagsdragers en corruptie in het openbaar bestuur ook de particuliere sector om de hoek komt kijken. Vaak heeft die medewerking verleent om het openbaar bestuur of gezagsdragers tot niet-integer handelen of corruptie te verleiden. Daarom dan, in deze column, de vraag ‘Wat kan de particuliere sector doen om integriteit te bevorderen in eigen bedrijf of instelling?’

Integriteit in de particuliere sector
Er is uiteraard een verschil tussen integriteit en transparantie in het openbaar bestuur met datzelfde in de particuliere sector – maar er is ook veel dat gelijk is. Het grootste verschil zit hem in degenen aan wie verantwoording moet worden afgelegd. Bij het openbaar bestuur moet dat direct of indirect (het parlement) gebeuren aan de burger, terwijl in de particuliere sector verantwoording moet worden afgelegd aan eigenaren of toezichtorganen van de betrokken instelling. Bij vennootschappen en stichtingen is dat bijvoorbeeld aan de aandeelhouders of commissarissen of het stichtingsbestuur, terwijl bij verenigingen (bijvoorbeeld in de civil society) verantwoording wordt afgelegd aan de leden. Gelijk bij het openbaar bestuur en in de particuliere sector is dat de organen waaraan verantwoording wordt afgelegd zich bewust moeten zijn van hun zware verantwoordelijkheid en daarop voorbereid zijn. Gelijk is ook dat in beide sectoren transparant handelen en denken van hoog tot laag moet worden bevorderd. En gelijk is ook dat zowel bij het openbaar bestuur als in particuliere organen, gebrek aan integriteit leidt tot hogere kosten in de samenleving, en daardoor aan minder economische ontwikkeling, hogere werkloosheid en meer armoede.
Er is ook een ander aspect aan integriteit in de particuliere sector, en dat is het trachten te corrumperen van het openbaar bestuur. Denk hierbij niet alleen aan hogere gezagsdragers, maar ook aan de doodgewone ambtenaar op de werkvloer die wordt aangespoord om tegen materiële of geldelijke beloning bij de openbare dienstverlening een voorkeursbehandeling te geven of een handeling te verrichten die niet in overeenstemming is met de regelgeving. Terecht heeft de overheid enkele jaren geleden in haar kantoren posters doen hangen met daarop berichten als ‘Je moet mij niet betalen. Onze dienstverlening is gratis’ en ‘Proberen mij te corrumperen is een ernstige misdaad. Ik zal dat rapporteren’.

Integriteitbevordering
Elke organisatie - van klein tot groot - in de civil society of in het bedrijfsleven dient daarom een integriteitbeleid er op na houden. Integere organisaties en instellingen in de particuliere sector verminderen het niet-integer handelen in het openbaar bestuur, en versterken daardoor de integriteit in het gehele land. Integriteit moet door eenieder in een organisatie te worden beleefd, niet alleen op papier te worden gesteld of in een mission statement te worden beschreven. De organisatie dient te bepalen welke kwetsbaarheden en zwaktes de grootste risico’s vormen. Die zwakke plekken dienen te worden versterkt, de kwetsbaarheden moeten worden geëlimineerd en de risico’s voor de onderneming daardoor te worden beperkt.

Hoe dan?
Het begint bij werving en selectie. Sollicitatiegesprekken en referenties moeten overtuigend zijn dat nieuwe medewerkers, leden en/of bestuursleden niet alleen vanwege deskundigheid toegevoegd worden maar tevens integere personen zijn. Zorg ervoor dat elke medewerker - en een nieuwe medewerker zelfs vóór het in dienst treden - een op schrift gestelde gedragscode ontvangt die specifiek voor de betrokken instelling het integriteitbeleid uitstippelt; een gedragscode voor een bank is niet in alle opzichten gelijk aan die van een aannemer of die van een organisatie in de civil society. Die gedragscode moet ook inhouden wat het beleid is betreffende relatiegeschenken, nevenfuncties en persoonlijke financiële belangen; vraag jaarlijks een bevestiging dat medewerkers zich hieraan hebben gehouden gedurende het voorgaande jaar. Stel een onafhankelijke klokkenluider in die het vertrouwen geniet van het personeel en waaraan gemeld kan worden als collega’s zich niet aan die code houden. Draag de gedragscode van hoog tot laag uit: ‘Beter geen regels dan regels die niet worden nageleefd’ is in dit verband een bekend adagium.
Een integriteitbeleid dient verder te gaan dan medewerkers, leden en bestuur van de instelling. Breng kwetsbare functies in beeld, neem maatregelen om informatie van de instelling te beschermen – maar ook die van derden die informatie hebben toevertrouwd. Bekijk uw inkoop- en aanbestedingsprocedures: kunnen die het zonlicht weerstaan? En heel belangrijk, zorg ervoor dat als er een aantasting van integriteit, of zelfs een schijn of vermoedens daarvan, aan het licht komt of gemeld wordt, er ook op kordate en vastberaden wijze wordt opgetreden.
Transparantie en integriteit zijn als Siamese tweelingen. Uiteraard geldt dat bij particuliere instelling er een grotere behoefte is aan vertrouwelijkheid van gegevens en handelingen dan bij het openbaar bestuur. Waar het publieke belang gediend is door transparantie, moet die echter ook geëist worden van particuliere instellingen. Denk aan de financiële soliditeit van banken en verzekeraars, klachtenprocedures bij ondernemingen en de financiering van activiteiten in de civil society.

Voor groot en klein
Uiteraard zijn bovenstaande regels en procedures meer geschikt voor grotere dan voor kleinere instellingen in de particuliere sector. Dat neemt niet weg dat ook bij kleinere instellingen zich zaken voordoen die de integriteit van de instelling schaadt en die vermeden kunnen worden. Immers, alle gebrek aan integriteit en alle gevallen van corruptie schaden de kwaliteit van ons bestuur, van onze gemeenschap en van onze democratie. Wij moeten in het bedrijfsleven en civil society er niet alleen voor zorgen dat wij daar niet aan meewerken, maar vooral dat wij het goede voorbeeld geven. Het gaat daarbij steeds om een beter Curaçao, beter voor iedereen.