Door Roy Eversroyevers

Het is al december en wij naderen alweer het eind van het jaar. Waar blijft de tijd? Iemand de tijd nog gezien? En wij leven ook al in het jaar 2013. Het is dat Jezus Christus 2013 jaar geleden geboren is, anders leefden wij nog later. Laten we zeggen, in het jaar 200.000, want zo lang loopt de Homo sapiens al rond op aarde. Dus december 200013. Afschuwelijk.
De tijd gaat sneller naarmate je ouder wordt, zeggen zij. Ik voel mij niet aangesproken. Grapje. Het is wel proefondervindelijk aangetoond dat de gewaarwording van tijd bij ouderen anders is dan bij jongeren. Een groep ouderen en een groep jongeren werden even lang in aparte donkere kamers opgesloten, afgesloten van elk contact met de buitenwereld. Nadat een van tevoren vastgestelde tijd verlopen was, moest elke groep raden hoe laat het was. De groep ouderen raadde dat het veel later was dan de groep jongeren.
Toen je jong was, duurde het lang voordat je achttien werd en je je rijbewijs kon halen. Nu ben je voordat je het weet alweer een jaartje ouder. Hoe oud ben ik ook weer? Toen je op je vijfentwintigste begon te werken, lachte je minachtend wanneer men het over pensioenen had. Nu ben je vijfenvijftig en je denkt, shit, ik heb niets geregeld voor mijn pensioen.
Wij naderen ook kerst. In feite naderen wij eerst kerst en daarna het eind van het jaar. Behalve dat kerst een tijd is van eten en feesten, is het ook een tijd van reflectie. Behalve dat het een tijd is van het eten van ayaka’s, ham, zult van varkensoren, gezouten zalm op zuur, Hollands krentenbrood met spijs, Surinaams krentenbrood zonder spijs, Curaçaos krentenbrood zonder krenten, en het dansen van de tumba, de tambú, het gecombineerde ritme, de bachata, de son, de kaseko (hiep, hiep, hiep) en wat dies meer zij, is het ook een tijd om na te denken over serieuze zaken, met dien verstande dat je er geen hoofdpijn van krijgt.
Een serieuze zaak waar wij bij stil moeten staan, is de toekomst van onze jeugd. Voor mij ligt het rapport ‘Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek Curaçao 2013’ van het Centraal Bureau voor de Statistiek, het CBS. Daarin lees ik dat de jeugdwerkeloosheid in 2013 gestegen is naar 37,2 procent in vergelijking met 24,7 procent in 2011. Een stijging dus van 12,5 procent. Nu zeggen absolute cijfers op zich natuurlijk niets, alles is relatief. Belangrijk is ook de trend.
Eerst de trend. De trend is dat de jeugdwerkeloosheid stijgt richting de 40 procent, dus twee van de vijf jongeren (leeftijdsklasse 15-24 jaar) hebben geen werk. Maar zij moeten wel eten en drinken, zich kleden, uitgaan, een smartphone hebben, tegoed erop zetten en zelfs in een auto rondrijden. Waar halen zij het geld vandaan?
Alles is relatief en het CBS relativeert ook. Daartoe gebruikt het een internationale maat: de ratio jeugdwerkeloosheid/totale werkloosheid. Een ratio hoger dan 2 is internationaal gezien ernstig. In 2013 bedraagt de ratio voor Curaçao 2 komma 7, dus ernstig.
Maar, een doekje voor het bloeden, de ratio’s in de regio zijn nog hoger, zegt het CBS. Duh, ik ben doodziek, maar mijn buurman ligt helemaal op apegapen, een schrale troost.
Hoe ernstig is ernstig? Met andere woorden, wat zijn de negatieve gevolgen van een hoge jeugdwerkloosheid? Volgens het CBS is de stijging van de jeugdwerkloosheid voor een groot deel toe te schrijven aan schoolverlaters.
Dit doet de volgende causale keten vermoeden. Schoolverlaters krijgen geen werk, de jeugdwerkloosheid stijgt, dit leidt tot armoede en ledigheid, met een stijgende criminaliteit als gevolg. De dalende leeftijd van de delinquenten op Curaçao doet denken dat dit verband juist is, hoewel dit wetenschappelijk niet is aangetoond. Maar het verband tussen roken en kanker was lange tijd ook niet wetenschappelijk aangetoond.
Wetenschappelijk of niet, het probleem is wel ernstig en moet aangepakt worden. Daar moeten wij ook over reflecteren.