Door Peter Verton
,,Wij kunnen ons niet meer vinden in de manier waarop de democratie op het eiland wordt bedreven.” Aldus Gerrit Schotte, leider van de Movementu Futuro Kòrsou (MFK) in januari van dit jaar. Schotte was premier van de eerste regering van Curaçao, hij zit nu in de oppositie. Zijn kabinet kwam ten val toen eerst een Statenlid van de Movimiento Antiyas Nobo (MAN) en kort daarna één van MFK uit de coalitie stapte met behoud van zetel. De gekortwiekte coalitie sprak van ‘zeteldiefstal’. Gerrit Schotte wil, om ‘overlopers’ tegen te houden, wat veranderen aan de democratie.

Fòrti-modelpeterverton
In het Binnenhof-model van de parlementaire democratie controleert een gekozen parlement het doen en laten van de regering. Bestuurders streven naar deugdelijk bestuur. Naast wetten vormen ook ongeschreven regels richtsnoer voor het handelen van bestuurders. Dit in Den Haag ontwikkelde model werd zes decennia geleden ingeplant overzee. In deze Haagse wieg werd de politieke baby gelegd die de Curaçaose samenleving baarde. In die samenleving bestond sociale ongelijkheid en de achterhoede streefde naar stijging op de maatschappelijke ladder. Onder invloed van die ongelijkheid en dat streven naar emancipatie is het Binnenhof-model ‘verantillianiseerd’ tot het ‘Fòrti-model’ van Curaçao. Wat zijn de kenmerken van dit model? Wat bracht het in de afgelopen zes decennia teweeg in de overheid en in de samenleving? Welke reparaties zijn noodzakelijk? En, wat moet worden ondernomen om tot goed bestuur te komen?

Erfpacht en koffiejuffrouw
De democratie werkt met kiezers die stemmen uitbrengen op politieke leiders. Schotte probeerde tijdens de verkiezingen van oktober 2012 door het uitdelen van spaarlampen in achterstandswijken kiezers achter zich te krijgen. Hij beloofde met een Karchi Mi Sosten (steunkaart) iedere maand voor honderd gulden boodschappen als hij zou winnen. Dat kiezers hun stem proberen te ruilen tegen voordelen en positieverbetering en dat leiders daarop inspelen was niet nieuws.
Rufus McWilliam werd in 1970 minister van Volksgezondheid voor de NVP en geeft weer hoe hij als gekozene omging met verzoeken om gunsten en met beloften. ,,Ik kreeg een man op bezoek die me zei dat hij een vrouw en vier kinderen had, terwijl niemand een baan had. Hijzelf kon een dumptruck besturen. Ik heb toen gebeld met het hoofd van de Reinigingsdienst, Adi Henriquez, en hij kon meteen beginnen als chauffeur op een vuilniswagen. Na een paar maanden kwam deze man weer bij mij met de vraag of zijn dochter die een mavo-diploma had niet bij de overheid aan de slag kon. Ik heb toen Personeelszaken benaderd en zij kon daar aan het werk in de administratie. Vervolgens komt deze man vragen of zijn zoon een terrein in erfpacht kan krijgen om zijn huis op te bouwen. Gilbert de Paula was toen gedeputeerde van onder andere Domeinbeheer. Mon Repos was net verkaveld en die zoon heeft daar een stuk grond in erfpacht gekregen. Vervolgens komt deze man een vierde keer bij mij, nu ging het over zijn minder begaafde dochter, of zij misschien koffiejuffrouw kon worden. Toen moest ik hem teleurstellen, want er was een wachtlijst voor de aanstelling van koffiejuffrouwen. Vervolgens kwamen de verkiezingen van 1973. Rijdend op de brug zie ik een auto volgeplakt met stickers van de DP. Wie zat er achter het stuur, inderdaad de man van de verzoeken. Na de verkiezingen kwam deze man weer bij mij op kantoor, het ging nog steeds om zijn minder begaafde dochter. Ik vroeg hem ‘waarom heb je DP gestemd?’ Hij zei: ‘Boy Rozendal beloofde mij dat mijn dochter koffiejuffrouw zou worden. Maar DP heeft de verkiezing verloren, dus nu kan het niet doorgaan’. De man beloofde mij dat hij voortaan op de NVP zou stemmen en vroeg mij of ik zijn dochter een baantje kon geven. Toen heb ik gezegd: ‘Nee, er zijn nog meerdere vaders die een baantje voor hun dochter zoeken en die wel NVP hebben gestemd’.”
Boeli van Leeuwen maakte als secretaris van het Eilandgebied Curaçao mee dat benoemingen als politieke gunst plaatsvonden. ,,In het midden van de jaren ’70 reisde Cees Martina, de gezaghebber, met een delegatie van 22 man naar Buenos Aires om het toerisme uit Argentinië te bevorderen. Onder de delegatieleden bevonden zich de meeste gedeputeerden en het hoofd personeelszaken Goeloe. Monte, gedeputeerde voor Frente, was op Curaçao gebleven, Ra Martinez van de DP was waarnemend gezaghebber. Vanaf dag één werd ik door Monte geroepen om stapels aanstellingen van Frente-sympathisanten bij allerlei diensten te ondertekenen. Dat ging dagenlang door. Honderden aanstellingen werden er zo doorheen gejaagd. Toen Goeloe terugkwam uit Argentinië heeft hij lang niet alle aanstellingen kunnen terugdraaien.”
Het gevolg was een sterke toename in de omvang van het overheidspersoneel. In 1965 werkten er ruim 5.000 lands- en eilandsambtenaren te Curaçao, in 1985 waren dat er bijna 10.000. Steeds meer ambtenaren betekende ook steeds meer kosten. Wat bracht de relatie tussen gekozenen onderling teweeg?

Dòktor de eerste ‘overloper’?
Gerrit Schotte wil de regels van de democratie zo veranderen dat ‘zeteldiefstal’ niet meer mogelijk is. In het staatsrecht wordt nadrukkelijk bepaald dat leden van de Staten stemmen zonder last of ruggespraak van hen door wie zij zijn gekozen. Niemand, ook niet de partij die een gekozene op de kieslijst geplaatst heeft kan dus voorschrijven wat een gekozene moet doen. Het was en is niet ongebruikelijk dat een Statenlid of Eilandsraadslid zijn partij de rug toekeert en verder gaat als onafhankelijk lid, of een nieuwe partij begint of zich aansluit bij de oppositie.
Moises da Costa Gomez zat vanaf 1936 in de fractie van de Katholieke Partij (KP), hij was zelfs lijsttrekker. In 1948 trekt hij zich terug uit de KP en richt de Nationale Volkspartij (NVP) op. De rechtsgeleerde Annemarie Kasteel zegt: ,,De heer Da Costa Gomez gaf zijn Statenzetel niet op toen hij uit de KP trad, hetgeen aanleiding was tot kritiek, die echter vele vroegere aanhangers van de KP niet belette de NVP-leider te volgen.” Gomez zou daarmee de eerste ‘zeteldief’ zijn geweest. Hij maakte echter gebruik van zijn vrij mandaat. Maar toch werd hem wel terdege ontrouw verweten van de kant van de KP en de kerk. In februari 1949 werd van de kansel voorgelezen dat katholieken niet op de DP en ook niet op de NVP mochten stemmen. Lucina Mattheeuws, die in 1948 Da Costa Gomez’ secretaresse werd en in 1962 zijn echtgenote, vertelt dat na het overlijden van Dòktor bisschop Holterman geen toestemming gaf om hem te begraven in gewijde grond. ,,Ik heb toen een kelder aan de overkant van de Roodeweg op het Protestantse Kerkhof kunnen bemachtigen.” Aan een overledene die niet trouw was geweest aan de KP werd een begrafenis op de Santana Katholiko geweigerd.
In 1959 is er bij de verkiezing voor de Eilandsraad een uitslag waarin de DP met KVP elf zetels haalt en NVP met COP tien zetels. Vervolgens stapt Rafael Rosario uit de DP-fraktie en sluit zich aan bij de partij van Guillermo, zijn broer (Unpoco) die aan de NVP/COP-zijde staat. De kansen zijn dus gekeerd en er wordt een Bestuurscollege gevormd door de politici van NVP/COP. Wat niemand verwachtte gebeurde toen: Celso Cathalina, NVP-raadslid, verklaarde dat het algemeen belang hem had doen besluiten zich aan te sluiten bij de oppositie. Omdat de NVP/COP-gedeputeerden weigerden op te stappen werd uiteindelijk een Algemene Maatregel van Rijksbestuur afgekondigd waardoor het Eilandsbestuur tijdelijk werd uitgeschakeld. Celso Cathalina werd ontrouw verweten, hijzelf ziet dat radicaal anders. De inmiddels 85-jarige en gepensioneerde advocaat: ,,Toen Rafael Rosario de DP verliet en met zijn zetel de partij van zijn broer steunde die aan de NVP-zijde stond, ben ik van de NVP overgestapt naar de DP, omdat ik vond dat daarmee de wil van het volk werd hersteld. Ik heb nooit persoonlijk voordeel getrokken uit mijn politieke handelen.”
In 1965 stapten Edsel (Papy) Jesurun met onder andere Juancho Evertsz uit de fractie van de NVP, gaven hun zetel terug aan de partij(!) en richtten een nieuwe partij op: Union Reformista Antilliana (URA). Het passieve kiesrecht stond hun toe een nieuwe partij op te richten. Gomez was het er niet mee eens dat de jeugd naar vernieuwing streefde. Papy Jesurun zegt daarover: ,,Dòktor was in a way ook star. Er waren meerdere stemmen binnen de partij die erom vroegen om ook de jongeren meer zeggenschap te geven. Toen ik hem daarop wees zei hij: ‘Papuis, mi ta mas hoben ku hubentud’ (Papuis, ik ben jonger dan de jeugd).” Volgens Lucina beschouwde Gomez zijn partijleden als een grote familie die hem dierbaar was. Hij had voor ieder een koosnaam. Lucina was Luis, Papy Jesurun Papuis, Juancho Evertsz Juanchista, Celso Cathalina Cathalijnske. Lucina vertelt dat Dòktor het zich erg aantrok als er tegenslagen waren. Het knaagde aan hem dat in 1959 Celso Cathalina - een praktizijnsleerling van hem - overliep naar de DP, dat in 1965 de URA werd opgericht door uitgerekend Papy Jesurun en Juancho Evertsz. Hij had gezondheidsklachten en in november 1966 is hij aan een hartaanval overleden. Ik kwam thuis en hij zat dood op zijn stoel.”
Het vrij mandaat van gekozenen en uitoefening van het recht op vrije partijvorming bracht zoals hierboven duidelijk is geworden gevoelens over trouw en ontrouw met zich mee. Bestaat er voor gekozenen een loyaliteitsplicht?
Maandag deel 2 van
Curaçaose baby in Haagse wieg

Peter Verton doceerde tien jaar aan de universiteit UNA (tegenwoordig UoC). Daarna werd hij bestuursadviseur, advocaat en onderzoeker. Nu werkt hij aan een publicatie over natievorming, goed bestuur en sociale ongelijkheid.


Het Antilliaans Dagblad is de enige lokale Nederlandstalige ochtendkrant van Curaçao, Bonaire en Aruba. Op Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba, alsmede in Nederland en andere landen is een online-abonnement eenvoudig mogelijk via online.ad.cw

antdagblad-logo


Print-abonnee worden of voor meer algemene informatie? Stuur dan een mail naar [email protected]. Met naam, adres en telefoonnummer. Abonnementsprijs is ANG 35,00 inclusief OB per kalendermaand. Print-abonneren is alleen mogelijk op Curaçao.