Door Dagmar Oudshoorn
Vorige week bezocht ik met Amnesty-onderzoeker Yara Boff Tonella Curaçao en Aruba. We waren daar naar aanleiding van ons rapport over de slechte situatie van Venezolanen die bescherming zoeken op Curaçao. De verhalen die ik van Venezolanen en mensenrechtenorganisaties hoorde waren weer schokkend.amnesty
Toch maakte dit bezoek mij ook duidelijk dat de situatie op de eilanden niet zwart-wit is. Wat mij meteen opviel, was hoe moeilijk het is voor de eilanden om zelf het hoofd boven water te houden. Corona heeft de armoede enorm vergroot. Ongeveer de helft van de inwoners van Curaçao is afhankelijk van voedselbonnen. De opvang van gevluchte Venezolanen komt daar bovenop - een opgave die het land niet alleen aankan.
De armoede voedt de onverdraagzaamheid. En dat heb ik helaas nu ook met eigen ogen gezien. Ik zag een Venezolaanse vrouw die vertelde hoe ze werd vastgezet in de vreemdelingenbarakken op Curaçao, werd vernederd, en vreesde dat haar kinderen worden uitgezet naar de ellende in Venezuela. Een land waar mensen sterven aan honger, simpele medicijnen niet verkrijgbaar zijn en waar (staats)geweld constant op de loer ligt.
Een jonge jongen, amper achttien, die in de Arubaanse vreemdelingenbarakken is opgesloten, liep verdwaasd rond met een formulier om asiel aan te vragen, hopend dat hij niet werd teruggestuurd. De wetenschap dat wij vrij weglopen en hij daar die nacht, en waarschijnlijk nog vele nachten, tussen andere opgesloten Venezolanen, waaronder ook veroordeelde criminelen, moest doorbrengen. En dat de kans dat hij bescherming vindt op Aruba nihil is: zowel op Curaçao als Aruba krijgt zo goed als niemand bescherming. In plaats daarvan worden ze opgesloten en uitgezet als criminelen.
Maar verschillende Curaçaoënaars stelden ons de begrijpelijke vraag: Waarom zou je je het lot van een ‘buitenstaander’ aantrekken als je je eigen kinderen niet eens kan voeden? Dat wij ons nu richten op de positie van Venezolanen houdt voor mij niet in dat we de noden van anderen niet zien. Ik wil niet in tegenstellingen denken, dit gaat over mensenrechten voor iedereen.
Ik kan een deel verklaren, maar het rechtvaardigt niet dat kinderen zonder ouders worden opgesloten en uitgezet, dat Venezolaanse mannen naakt kikkersprongen moeten maken in de vreemdelingenbarakken en hele groepen op het vliegtuig worden gezet zonder de kans te hebben gehad om bescherming aan te vragen.
Helaas weigerde de Curaçaose regering het gesprek met ons hierover aan te gaan. Maar het gaat mij niet alleen om Curaçao, ook de Nederlandse overheid draagt hier verantwoordelijkheid. Zij biedt hulp om nog meer Venezolanen op te pakken, op te sluiten en uit te zetten. En het gaat me om het Koninkrijk der Nederlanden. Dat zou zich moeten schamen dat we dit binnen de Koninkrijksgrenzen toelaten. Van ons, Amnesty, zijn ze voorlopig nog niet af.

Deze bijdrage is een het blog van Dagmar Oudshoorn over het werkbezoek dat zij met Amnesty-onderzoeker Yara Boff Tonella aan Curaçao en Aruba bracht. Het blog staat op www.amnesty.nl