Door Armand Hessels

Stel je eens voor dat je hard gestudeerd hebt, als gevolg daarvan een goed salaris verdient, daarmee een bescheiden cunucuhuisje en een zuinige auto hebt gekocht en zelfs geld overhoudt om te sparen voor leuke dingen of moeilijke tijden. En stel je voor dat je jongere broer net 18 is geworden, een baan heeft gekregen en met zijn eerste geld meteen een Hummer koopt die 100 florin benzine in drie dagen verbruikt. Je vindt het niet verstandig, maar…je broer is ‘volwassen’ en duldt jouw bemoeienis niet. Even later koopt hij een tweeverdiepingshuis met grote tuin en zwembad. Daarvoor neemt hij een schoonmaakster en tuinman in dienst. Zijn twee kinderen stuurt hij naar de International School. Daarmee is hij wel aan het eind gekomen van zijn financieel Latijn: het grootste deel van zijn geld gaat binnen vijf dagen bijna helemaal op aan betaling van zijn kosten. Hij houdt nog net wat geld over voor eten. Op jouw advies om zijn kosten te verlagen door een goedkopere auto en huis te nemen, minder/geen personeel en een goedkopere school, reageert hij verontwaardigd: dat nooit!

Intussen heeft zijn Hummer een ernstig mankement en vereist een intensieve opknapbeurt. Zijn huis is hard toe aan onderhoud, de riolering is kapot en zijn personeel vraagt loonsverhoging. Samen met het schoolgeld voor zijn kinderen zit hij financieel aan de grond. Stel je dan voor dat die broer ten einde raad bij jou komt voor hulp. Wat doe jij dan? Help jij hem met jouw zuurverdiend geld omdat het jouw broertje is? Ik denk het niet! Wie helpt zomaar iemand financieel die een levensstijl erop na houdt waarvan iedereen weet dat hij die zelf nooit op eigen houtje kan betalen? Dus weiger je te helpen zolang je broer niet kiest voor een bescheidener levensstijl.

Daarop stapt broerlief naar de bank en slaagt erin om nieuwe leningen te krijgen. Maar met de nieuwe extra rentebetalingen zakt hij nog verder weg in de schulden. Die worden uiteindelijk zo zwaar dat hij ten einde raad weer bij jou komt om hulp. Die wil je best geven, maar wel onder jouw ‘oude’ voorwaarden. En opnieuw weigert hij, waardoor zijn situatie verder uit de hand loopt.

Tot er…een crisis komt en hij zijn baan en inkomen verliest. Hij kan zijn schulden en rente bij de bank niet meer betalen en krijgt ook geen nieuwe lening. In uiterste wanhoop klopt hij weer bij jou aan om hulp. Wat doe jij dan? Natuurlijk help je hem als broer, maar… ook jij hebt last van de crisis en moet het doen met minder inkomen. Dus help je hem onder de uitsluitende voorwaarde, dat hij alle adviezen die jij tot vervelens toe jaar in jaar uit hebt herhaald, eindelijk meteen uitvoert. En inderdaad kiest je broer om te slikken in plaats van te stikken.

En stel je nu eens voor dat jij Nederland bent en dat eigenwijze broertje Aruba is. En stel je eveneens voor dat in al die jaren dat jij je broer hebt gewaarschuwd en adviezen hebt gegeven, dat ook al zijn goede vrienden dat voortdurend hebben gedaan. Voor Aruba waren dat de Raad van Advies, de Centrale Accountantsdienst, de Algemene Rekenkamer, de Centrale Bank, de Comision Financiero, de National Comision on Public Finance, het Internationaal Monetair Fonds, enz. Al die goede en dure (!) adviezen zijn al die jaren structureel door al onze opeenvolgende regeringen stelselmatig in de prullenbak gesmeten. Zij wisten het beter en…‘nos mes por!’. Dus niet! Het gevolg daarvan is onder meer: totaal ontspoorde overheidsfinanciën, tekortschietende sociale zorg, onderwijs en criminaliteitsbestrijding, infrastructuur en grove aantasting van het milieu.

Het is dan ook niet moeilijk zich voor te stellen dat net als het broertje ferme stappen terug moet doen om ‘te overleven’, dat ook Aruba de nodige stappen moet ondernemen en zijn kosten drastisch moet verlagen wil het voor financiële hulp in aanmerking komen om te overleven. Daarbij kan er geen sprake van zijn dat groepen in de gemeenschap, hoe belangrijk ook, de dans voor aanpassing zouden kunnen ontspringen. Uiteindelijk dragen velen in Aruba, al was het alleen al door opportunistisch stemgedrag en de jacht op voorkeursbehandeling, de nodige medeverantwoordelijkheid voor de huidige financieel-economische situatie! Bovendien moet de klacht van politici, dat onze ‘autonomie’ door de strenge voorwaarden wordt aangetast, niet gericht zijn aan de grote broer, maar aan de kleine ‘volwassene’ die nooit zelfs naar de goede adviezen van zijn beste vrienden wilde luisteren.

De auteur, Armand Hessels, is verbonden aan de stichting Deugdelijk Bestuur Aruba (www.deugdelijkbestuuraruba.org).

opiaru