Door Farine Torres-Larmoniefarinetorreslarmonie

De voormalige heffing van logeergastenbelasting (‘roomtax’) op grond van de Eilandsverordening logeergastenbelasting Curaçao 2009 is met ingang van 1 januari 2016 komen te vervallen en vervangen door de heffing van omzetbelasting (ob). Op verzoek van brancheorganisatie Chata (Curaçao Hospitality and Tourism Association) gaf belastingadvieskantoor PricewaterhouseCoopers hierover een presentatie. Hieronder op verzoek van het Antilliaans Dagblad een nadere toelichting van Farine Torres-Larmonie, senior tax manager bij PwC, op de veranderingen.

De verhuur van alle accommodatie en timeshare is met ingang van 2016 belast met 7 procent omzetbelasting. Voorheen werd 7 procent logeergastenbelasting geheven ter zake van het houden van verblijf op Curaçao in een verblijfsaccommodatie tegen een vergoeding door personen die niet in het bevolkingsregister van Curaçao stonden ingeschreven.
Logeergastenbelasting werd tevens geheven ter zake van verblijf op basis van timesharing. Onder de Landsverordening omzetbelasting 1999 wordt nu 7 procent omzetbelasting geheven in verband met het verstrekken van logies in een hotel, logement, pension, appartement, woning of enig ander tot onderkomen dienende onroerende zaak, dan wel door middel van timeshare, aan personen die daar slechts voor korte periode blijven.
Dus eenieder die een accommodatie of timeshare verstrekt aan verblijfsgasten die daar voor korte periode verblijven, dient 7 procent omzetbelasting in rekening te brengen aan deze personen. Er wordt dus in de omzetbelastingwet geen onderscheid meer gemaakt tussen ingezetenen en niet-ingezetenen. Met kort verblijf wordt in principe bedoeld een verhuurperiode van korter dan één jaar. Onroerende zaken die zijn ingericht, bestemd voor en door de huurder worden gebruikt voor permanente bewoning zijn derhalve vrijgesteld van omzetbelasting. Als we voorts een vergelijking maken dan zien we dat de grondslag voor de heffing van een ‘all inclusive’-accommodatie gelijk is gebleven zijnde 60 procent van de ‘all inclusive’-prijs. Ook de grondslag voor de heffing van timeshare is hetzelfde gebleven zijnde 70 gulden voor een studio, 80 gulden voor een éénslaapkamerunit en 90 gulden voor units met twee of meer kamers.

<B>Overgangsregeling<B>
Het is van belang te melden dat in het verleden tevens een vrijstelling voor de afdracht van logeergastenbelasting kon worden verkregen op basis van de Eilandsverordening vrijstelling logeergastenbelasting. Grote internationale hotelketens konden hiervoor in aanmerking komen indien aan bepaalde stringente voorwaarden werd voldaan. In hoofdlijnen gold als voorwaarde dat de internationale hotelketen zorg diende te dragen voor meer naamsbekendheid van Curaçao waardoor uiteindelijk meer toeristen het eiland zouden bezoeken. De vrijstelling werd verstrekt voor een periode van vijf jaar.
Voor belastingplichtigen aan wie in het verleden een dergelijke vrijstelling is verleend en daar nog aanspraak op kunnen maken, zal een overgangsregeling gaan gelden. Via deze overgangsregeling zal de logeergastenbelastingvrijstelling worden omgezet in een omzetbelastingvrijstelling. Door deze overgangsregeling worden belastingplichtigen niet benadeeld door het incorporeren van de logeergastenbelasting in de omzetbelasting.
Het incorporeren van de logeergastenbelasting in de omzetbelasting hangt samen met de herziening in 2013 van de Landsverordening op de omzetbelasting 1999.
In 2013 werd de Omzetbelastingwet herzien op een aantal onderdelen. Eén belangrijke wijziging is onder meer geweest de invoering van een gedifferentieerd omzetbelastingtarief. Naast het bestaande 6-procenttarief werd een 9-procenttarief ingevoerd in verband met het verbruik van luxe goederen en diensten. Tevens werd een 0-procenttarief geïntroduceerd voor goederen bestemd voor de eerste levensbehoeften waardoor deze goederen niet onderhevig zijn aan omzetbelasting. Er gold al een 7-procenttarief ter zake van verzekeringen. In 2013 besloot de regering om tevens de logeergastenbelasting in de omzetbelasting te incorporeren onder het al bestaande 7-procentomzetbelastingtarief. Echter, de inwerkingtreding van deze beslissing werd feitelijk uitgesteld tot 1 januari 2016. De beslissing om de logeergastenbelasting in de omzetbelasting te incorporeren heeft tevens te maken met het feit dat de grondslag voor de heffing van logeergastenbelasting en omzetbelasting gelijk was. Dubbele heffing werd voorkomen doordat in de Landsverordening omzetbelasting 1999 een vrijstelling gold, voor zover ter zake van het verstrekken van verblijf logeergastenbelasting was verschuldigd. Andere belangrijke motieven voor deze incorporatie zijn geweest het verminderen van het aantal belastingverordeningen en het onderbrengen van de heffing van de verschuldigde belasting bij de Inspectie der Belastingen. Immers, onder de logeergastenbelasting was de Curaçao Tourism Development Foundation (CTDF), onderdeel van de Curaçao Tourist Board (CTB) verantwoordelijk voor de heffing. De regering heeft hiermee gemeend dat de heffing van belastingen niet behoort tot de kernactiviteit (met name de promotie van Curaçao in de toeristische sector) van deze instantie terwijl dit wel de kernactiviteit is van de Inspectie der Belastingen en de Ontvanger. Derhalve dienen de aangifte en afdracht van de verschuldigde omzetbelasting ter zake van diensten verricht in een bepaalde maand te worden gedaan voor de 15e van de volgende maand bij de laatstgenoemde instanties.
Een belangrijk aandachtspunt voor de praktijk is tot slot dat de inkomsten uit de logeergastenbelasting tot 2016 (gedeeltelijk) toekwamen aan de Curaçao Tourist Board, wat daarmee direct ten goede kwam aan de toeristische sector. Het is derhalve in het belang van de toeristische sector en de gehele bevolking om op korte termijn nadere afspraken te maken inzake op welke wijze gelden uit de algemene middelen kunnen worden bestemd ter bevordering van deze belangrijke economische pilaar van Curaçao.

Farine Torres-Larmonie is Senior Tax Manager bij PwC Dutch Caribbean op Curaçao. Voor meer informatie zie ook de website: www.pwc.com/dutch-caribbean