Door prof. dr. F.B.M. Kunnemanfrankkunneman

In elke groep zit wel iemand die door alle anderen als buitenbeentje wordt gezien. Die domme, die rare, die stille, die saaie. Groepsgedrag leidt er vaak toe dat iedereen in een groep zichzelf en de anderen bewust of onbewust een plaats geeft ten opzichte van de andere leden van de groep. De zwakste wordt door iedereen herkend als zwakste. Dit wordt echter zelden expliciet uitgesproken. In de raad van commissarissen is dat niet anders. Kinderen pesten elkaar. Volwassenen zitten elkaar dwars. Zo helaas soms ook commissarissen.

Hoe kom je van die zwakste af? En helpt dat wel? Of is er dan een volgende in die rol? En what about als die zwakste zich gedraagt als het alfamannetje en zichzelf geweldig vindt? En wie wordt de kneus als de zwakste is verwijderd? En wat gebeurt er als het alfamannetje eruit is gezet? Het antwoord op die vragen laat ik aan u. Aan mij wordt vaak gevraagd hoe je een slecht functionerende commissaris kunt verwijderen. Daar gaat het hierna over. Niet over wat slecht, dom en raar is en of slecht ook echt slecht is. Dat mag u zelf bepalen. En natuurlijk gaat het om teamvorming en samenwerking in een raad van commissarissen en mag het niet gaan om kinderlijke strijd. Helaas is wat kan niet steeds hetzelfde als wat mag.

Wie benoemt en ontslaat?
Commissarissen worden over het algemeen door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) benoemd en ontslagen en niet door de raad zelf. Dat heeft tot gevolg dat de raad van commissarissen zelf niet zo heel veel kan doen wanneer een commissaris niet goed functioneert. Anders dan wat soms wordt gedacht, heeft de voorzitter van de raad van commissarissen niet meer bevoegdheden dan de andere leden van de raad. De voorzitter kan daarom in het geval van een slecht functionerende commissaris niet veel meer doen dan trachten deze weer in het gareel te krijgen.

Nog lastiger is het als de voorzitter zelf het probleem is. Je ziet meestal dat een voorzitter het wel heel erg bont moet maken voordat er uit de groep serieuze weerstand komt. Een mogelijke oplossing voor het probleem van een niet goed functionerende commissaris is helderheid vanaf het begin over de verwachtingen en eisen. Net zo belangrijk is een regelmatige toetsing (evaluatie en zelfevaluatie) of nog steeds volgens de verwachtingen wordt gefunctioneerd. Dat mes snijdt aan twee kanten. Ontsporingen komen minder snel voor omdat de verwachtingen van tevoren duidelijk zijn. En dreigt het dan toch structureel mis te gaan, dan is er een tussentijds evaluatiemoment om het tij te keren. Loopt het inderdaad mis, dan is er dossiervorming geweest. Alles ligt vast. De AVA kan dan met kracht van argumenten gevraagd worden om de desbetreffende commissaris te ontslaan.

Voortraject

Overigens is het beter om een ontslag te vermijden. Als een ontslag echt nodig is, dan is er in het voortraject al iets grondig misgegaan. In dat geval is ook aan de andere commissarissen het nodige te verwijten. Je kunt een gedwongen ontslag gemakkelijk overbodig maken door elke commissaris een zittingstermijn van slecht een jaar te geven en elk jaar in de AVA tot herbenoeming over te gaan, net zo lang tot de maximale benoemingsduur is bereikt. Voldoet iemand niet, dan ga je in de eerstvolgende AVA simpelweg niet tot herbenoeming over. Het probleem is dan opgelost zonder de heisa van een gedwongen ontslag. Nog beter? Adopteer als kernwaarde van de raad voortreffelijke samenwerking in het belang van de onderneming. Dat is nog niet zo dom.

Prof. dr. F.B.M. Kunneman is senior partner bij advocatenkantoor VanEps Kunneman VanDoorne en Hoogleraar Corporate Governance aan de UoC. Hij leidt het team dat adviseert over corporate governance. Hij schrijft en doceert al decennia over dit onderwerp.