Door Rudy Sprock
Minister Earl Balborda en directeur Jairo Martis van Domeinbeheer melden dat het project ‘Clean Up’ gestart gaat worden met het doel om de grote achterstand in het behandelen en afhandelen van erfpachtaanvragen te verkleinen. Ware het niet zo triest geweest, dan had ik erom gelachen. Ik maak niet gauw gebruik van de media om hetgeen waarop ik recht heb gedaan te krijgen, maar na 33 jaar heb ik er genoeg van. Hier volgt mijn (verkorte) verhaal van wat ik meegemaakt heb en nog steeds meemaak.
* Op 23 september 1982 heb ik een verzoek ingediend om in aanmerking te komen voor een domeingrond in erfpacht voor woningbouwdoeleinde.
* Op last van de toenmalig gedeputeerde mevrouw mr. Tilly Pikerie werd in 1994 begonnen met het opschonen van de wachtlijst die toen 14.000 namen bevatte. Mevrouw Pikerie nodigt mij nog datzelfde jaar uit voor een gesprek op haar kantoor. Zij doet mij de toezegging dat ik Reigerweg kavel 2 van het verkavelingsplan Cas Cora in erfpacht zou krijgen. Toewijzing Bestuurscollege (BC) wordt op 13 juni 1995 geaccordeerd.
* In juli 1995 draait het nieuwe BC (signatuur FOL) vele beslissingen van mevrouw Pikerie terug, waaronder de terreinen te Cas Cora en geeft het gehele verkavelingsplan Cas Cora aan wijlen Richard Salas (bekendgeworden als ‘Plantage Cas Cora Gate’).
* Twee dames (Virginie) laten het hierbij niet zitten en beginnen een rechtszaak tegen het BC en Domeinbeheer.
* Uitspraak rechtszaak (7 juni 1996): Het BC en Domeinbeheer krijgen van rechter Bob Wit een veeg uit de pan. BC moet erfpachtterreinen leveren. Het verzoek van de eisers om het BC te dwingen de terreinen binnen twee weken uit te geven, werd gehonoreerd. Dat lijkt erg snel. Maar het was inderdaad ook mogelijk om supersnel - van aanvraag en opmeten tot uitgifte - een stuk grond, groot 25 hectare (250 duizend m2) aan een ex-gedeputeerde (D.M. de G.) uit te geven, net voordat hij aftrad. Dat kon in één maand tijd! Na dit gebeuren moest iedereen aan wie een erfpachtgrond was toegewezen het ook krijgen! Voor Cas Cora was het echter reeds te laat. Gedurende 1997/1998 vinden vele besprekingen plaats met mevrouw Dorise Ayala om tot een alternatief voor Reigerweg te geraken. Uiteindelijk koos ik voor kavels 11 en 12 van verkavelingsplan Brakkeput Fase 2. (Officiële toewijzing: 4 mei 1999, met de mededeling dat de totale procedure (opmeten en uitgifte) drie tot vijf maanden in beslag zal nemen). Schrik niet. Het heeft méér dan 10 jaar geduurd voordat ik mijn meetbrief kreeg (12 november 2009). Ik wacht tot op de dag van vandaag op de notariële akte die de heer Martis moet tekenen en doorsturen naar minister Balborda.
* Vlak nadat ik mijn terreinen toegewezen kreeg besloot het BC (signatuur FOL) om het restant van het Verkavelingsplan Brakkeput Fase 2 aan het pensioenfonds Apna over te dragen ter compensatie van grote tegoeden die het Apna van de overheid had. Hierdoor werden mijn terreinen ‘inliggende terreinen’. Ondertussen werden terreinen naar hartenlust illegaal in beslag genomen waardoor Apna het terrein niet meer is gaan ontwikkelen.
* Ik heb verschillende gesprekken met de heer Martis van Domeinbeheer gevoerd, met als resultaat dat de leugens zich verder opstapelden.
* Op 20 mei 2013 heb ik ten einde raad het kantoor van de Ombudsman benaderd. Zij bestudeerden de vele documenten, maakten een verhaal en stuurden dit naar minister Balborda. Op 30 december 2013 vraagt de Ombudsman een reactie van minister Balborda. Minister Balborda heeft niet geantwoord. Ook op de rappelbrieven in februari en maart 2014 reageert minister Balborda niet.
* Op 20 mei 2014 stuurt de Ombudsman haar ‘Nota van Voorlopige Bevindingen’ naar de partijen met de mededeling dat deze tot 20 juni de tijd krijgen om te reageren. Minister Balborda reageert op 30 juni 2014. Op 1 augustus 2014 krijgen wij haar eindrapport.
* Bijgaand een paar passages uit het rapport (met goedkeuring van het kantoor van de Ombudsman):
,,Gerechtvaardigde verwachtingen van burgers jegens een overheid behoren door de overheid te worden gehonoreerd. De burger moet redelijkerwijs kunnen aannemen dat het bestuursorgaan of de ambtenaar ter zake bevoegd was en de gewekte verwachting gerechtvaardigd is. In principe moeten gerechtvaardigde verwachtingen gehonoreerd worden. Als duidelijk is dat dit niet mogelijk is, zal de burger in het algemeen gecompenseerd moeten worden.”
o ,,Oordeel: de Ombudsman is op grond van het vorenstaande van oordeel dat verzoeker het e-mailbericht van de directeur Domeinbeheer d.d. 9 juli 2009 serieus mocht nemen. De gedraging van de directeur was derhalve onbehoorlijk.
o ,,Conclusie: de klacht over de onderzochte gedraging die toegerekend kan worden aan de minister is gegrond wegens schending van de behoorlijkheidsnormen van voortvarendheid en rechtszekerheid. Uit de reactie van de minister op de Nota blijkt voorts dat hij zich bewust is van de buitengewone schending van de behoorlijkheidsnorm van voortvarendheid waaraan de overheid zich dient te houden.”
,,Aanbeveling: de Ombudsman beveelt de minister aan om alsnog binnen een redelijke termijn een beslissing te nemen op de brieven van de heer Sprock van 24 augustus 1995, 13 augustus 2008 en op zijn e-mailberichten d.d. 7 november 2011 en 6 september 2012. Mede gelet op het tijdsverloop in de onderhavige zaak acht de Ombudsman een termijn van vier (4) maanden voor de algehele afronding van deze zaak redelijk”.

Tot op de dag van vandaag, 3 maart 2015, hebben minister Balborda en directeur Martis absoluut niets gedaan. Ik zal beschaafd blijven en niet zeggen hoe ik hen verwens, maar ik zal wel zeggen dat geen van beiden hun huidige functie behoren te hebben. Het is te schandalig voor woorden.

Rudy Sprock is naast kritisch burger onder andere bekend als voormalig lid van de Raad van Commissarissen van overheids-nv Curaçao Airport Holding (CAH).