Ouderdomsfonds zou direct omslaan in groot tekort

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Een ‘inhaalslag’ van de Curaçaose AOV-uitkeringen met 23 procent, zoals de MFK-ministers Charetti America-Francisca en Javier Silvania willen, kost 91 miljoen gulden per jaar.

Daarmee is het ouderdomsbasispensioen nog niet verhoogd, zoals door sommigen van de regeringspartij beloofd tijdens de laatste verkiezingscampagne, maar zou nog slecht worden ‘geïndexeerd’, ofwel gecorrigeerd voor de inflatie sinds 2015.
Silvania’s belangrijkste adviseur, de accountant Miguel Jackson, verklaarde tijdens de eerste sessie van de nationale dialoog over de AOV (algemene ouderdomsverzekering) dat het kabinet-Pisas om te beginnen tenminste optrekking wil met 23 procent. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft daartoe opdracht gekregen om de berekeningen te maken.

De vraag is of dit kan; of deze financiële ruimte er is. Op vragen van het Antilliaans Dagblad meldt de SVB hier in dit stadium geen mededelingen over te kunnen doen; omdat dit nog onderdeel is van bespreking tussen de regering en het uitvoeringsorgaan van de sociale fondsen.
Feit is echter dat uit publieke informatie blijkt dat de AOV-pensioenuitkeringen vorig jaar 395,7 miljoen gulden bedroegen; een stijging met 7,2 miljoen (bijna 2 procent) ten opzichte van 2023 toen er 385,6 miljoen werd uitgekeerd.

Deze toename kwam voornamelijk door een stijging van het gemiddelde aantal uitkeringsgerechtigden van 52.194 in het jaar 2023 naar 53.197 in het jaar 2024. Per 31 december 2024 waren er 1.003 meer AOV-gerechtigden vergeleken met 31 december 2023. Deze krant berichtte hier al eerder over.

Maar omdat de discussie over het opschroeven van de pensioenuitkering actueel is, op de politieke agenda gezet door MFK en met name minister Silvania, is het interessant te zien dat een correctie met 20 procent - wat eerder de bedoeling was - een bedrag van 79 miljoen vereist; en een verhoging met 23 procent - zoals de regering momenteel wenst - ruim 91 miljoen extra inhoudt.

Met een beperkt overschot vorig jaar van 10,1 miljoen, zou een ‘inhaalslag’ van 20 of 23 procent, direct een aanzienlijk tekort van het aov-fonds opleveren. Dit terwijl al sprake is van een zogeheten ‘Landsbijdrage’ van 25 miljoen per jaar; gelden die de overheid uit de pot algemene (belasting)middelen bijlegt om de uitkeringen aan de bijna 53.000 AOV -trekkenden veilig te stellen. Met andere woorden: de premies alléén zijn niet voldoende om de uitkeringen en de daarmee gemoeide kosten te dekken.

Uit het ouderdomsfonds (AOV) wordt ingevolge de bepalingen van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (P.B. 1960, no. 83) een pensioen toegekend aan de verzekerde die de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt. De pensioengerechtigde gehuwd met een partner jonger dan 65 jaar heeft recht op een toeslag, indien hun gezamenlijk inkomen minder dan 12.000 per jaar bedraagt en er sprake is van een gezamenlijke huishouding. Het premiepercentage voor de AOV is 16 procent, waarvan 9,5 procent ten laste van de werkgever komt en 6,5 procent van de werknemer. Het basispensioen en het toeslagbedrag bedroegen zowel in het jaar 2024 als in het jaar 2023 respectievelijk 862 en 591 gulden per maand.

‘Bijdrage aan financiële bestaanszekerheid’

Meer hierover lezen? Neem een online abonnement op de krant.