Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De overheid is in gebreke gebleven bij de behandeling van een verzoek op grond van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (LOB), ingediend door Maritza Lauffer, vertegenwoordiger van de burgerbeweging Save Zakitó.

zakitoDat heeft het gerecht in eerste aanleg deze week geoordeeld. De zaak draait om het omstreden bouwproject bij Zakitó, waar grootschalige kustontwikkeling is gepland, waaronder acht hoge woontorens. Het project heeft ingrijpende gevolgen voor de leefomgeving, het mariene ecosysteem en de toekomst van deze kustzone op Curaçao.
Save Zakitó en bewoners uit omliggende wijken vroegen eerder al om transparantie over een project waarvan de schaal en impact moeilijk te rijmen zijn met het Eilandelijk Ontwikkelingsplan uit 1995, noch met hedendaagse inzichten over natuur, milieu en participatie.
Op 11 november 2024 diende Lauffer een gedetailleerd LOB-verzoek in bij de overheid. Het verzoek omvatte onder andere bouwtekeningen, vergunningsdocumenten, adviezen van ministeries en diensten (zoals VVRP, GMN, MEO, DOW en de brandweer), archeologische en milieutechnische rapporten, alsook informatie over erfpacht, infrastructuur en geplande kustingrepen zoals een beweegbare brug en golfbrekers.
Hoewel er op 20 februari, 6 en 14 maart 2025 inzage werd gegeven in een aantal stukken, bleef een belangrijk deel van de gevraagde informatie achterwege. ,,Ik stelde voor om samen de lijst van gevraagde stukken door te nemen, maar daar kwam geen reactie op”, geeft Lauffer aan. ,,Belangrijke documenten ontbreken: situatietekeningen van de torens, de bouwvergunning voor gebouwen tot elf of twaalf verdiepingen (terwijl de bestaande vergunningen slechts zeven en negen verdiepingen toestaan), en het advies van de Maritieme Autoriteit over de geplande jachthaven en brug.”
Vertegenwoordigers van de minister bevestigden dat er geen vergunning is afgegeven voor torens hoger dan negen verdiepingen.
Omdat het bestuursorgaan niet tijdig inhoudelijk reageerde, werd beroep ingesteld op basis van een ‘fictieve weigering’ - het stilzwijgend afwijzen van een verzoek door het uitblijven van een besluit.
De rechter gaf Lauffer op alle punten gelijk: er is sprake van een fictieve weigering: de overheid reageerde niet tijdig en niet volledig; het beroep is gegrond en de minister moet binnen zes weken de ontbrekende stukken overhandigen.
De Staat dient het griffierecht te vergoeden aan de eisers. Volgens Save Zakitó moet deze uitspraak worden gezien als een principiële overwinning voor burgerparticipatie en transparantie.