Niemand op Curaçao lijkt er slapeloze nachten van te hebben, maar het is wel reden om er van wakker te liggen: de cijfers en vooral de sombere trends en vooruitzichten waarover de Sociale Verzekeringsbank (SVB) rapporteert in zijn jaarverslag over 2010. In feite staan alle seinen op rood. En niet dit jaar of vorig jaar voor het eerst; dat staan ze al jaren. Maar telkens worden impopulaire maatregelen doorgeschoven, en juist electoraal populaire genomen door de rekening daarvan bij anderen te leggen, zoals toekomstige generaties.
Ziektekosten, fondsen, beleggingen, tekorten, aov en aww, zv en ov; stuk voor stuk kennelijk geen zaken waar politici mee denken te kunnen scoren, zeker niet als de boodschap is dat gematigd moet worden om het stelsel betaalbaar en duurzaam te houden. Toch gaat het iedereen aan: werkgever en werknemer, jong en oud, werkend en gepensioneerd. Neem het Ouderdomsfonds (aov) en het Weduwen- en Wezenfonds (aww), ze laten gezamenlijk in 2010 een negatief saldo zien van bijna 13 miljoen gulden. Het gaat wel om een groep van rond de 50.000 personen (op een bevolking van nauwelijks drie keer zoveel): in oktober was het aantal aov’ers 49.595 en het aantal aww’ers 3.753. En hun hoeveelheid neemt toe, want het betreft een stijging van respectievelijk 5 en 1 procent. ,,De uitkeringen van het aov-fonds vertonen jaarlijks een gestage stijging. Ook de autonome verhoging per 1 januari 2010 tot 800 gulden (2009: 726 gulden), zal haar doorwerking hebben in de komende jaren.” Aldus de SVB.
Belangrijke maatregelen om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen en daarmee de duurzaamheid van het aov-fonds te kunnen blijven waarborgen, zoals de verhoging van de leeftijdsgrens naar 65 jaar, blijven echter uit, ondanks opeenvolgende adviezen en aanbevelingen van respectabele commissies. ,,Het is van groot belang”, zo waarschuwt de SVB terecht, ,,dat deze aanbevelingen zo spoedig mogelijk worden omgezet in wetgeving om tijdig in te spelen op voorziene ontwikkelingen en niet te wachten totdat de crisis toeslaat.”
Het is maar één van de noodkreten. Maar wel een belangrijke, die niet langer ontkend of genegeerd kan worden. Een andere wordt gevormd door de explosief stijgende ziektekosten; het Ziektefonds (zv) en het Ongevallenfonds (ov) laten over de eerste negen maanden van 2010 een negatief saldo zien van een slordige 39,2 miljoen gulden. Het aantal verzekerden nam toe van 115.872 (2009) naar 121.330 (2010), een stijging van 4,7 procent. De gemiddelde medische kosten per verzekerde zijn in het jaar 2010 met 7,6 procent gestegen in vergelijking met het jaar 2009.
De SVB wijt de stijging aan de verhoging van de tarieven van het Sint Elisabeth Hospitaal (Sehos) medio 2009, maar ook van die van de huisartsen en de medisch specialisten, de hogere botikakosten met meer volume en duurdere middelen en de medische uitzendingen naar het buitenland als gevolg van lokale capaciteitsproblemen. Tevens is de stijging het gevolg van de in het najaar van 2009 genomen politieke beslissing dat ook de ‘60-plusser’ en diens gezinsleden ziektekostenverzekerd zijn bij de SVB. Deze persoon - met een inkomen van boven de 1.500 gulden per maand - betaalt weliswaar de totale premie, inclusief het werkgeversdeel, van 10,4 procent; het is echter bekend dat de zorgconsumptie op respectabele leeftijden hoger is dan bij de jongere werkende populatie.
Kortom, ook ten aanzien van de ziektekosten moet nu worden opgetreden en kan niet langer worden gedroomd dat de problemen wel vanzelf worden opgelost, als ze maar vooruit worden geschoven. De noodsituatie die dan ontstaat is voor jonge generaties een nachtmerrie.