Het Landspakket Curaçao werd een maand geleden, op 2 november, ondertekend in het Atrium van Curaçao Renaissance. Door de regeringen van Curaçao en van Nederland. Er was geen tijd meer te verliezen - er waren al enkele maanden discussie aan voorafgegaan - en, hoewel het traject van de bijbehorende rijkswet Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) nog in gang moet worden gezet, zou er direct een begin worden gemaakt met het Landspakket. De uitvoering, een woord waar nu alles om draait. Niet langer praten, maar poetsen. Doen! Toch lijkt het (wat) stilgevallen en wordt het begrip ‘Landspakket’ weinig meer gehoord. Een van de nieuwe en hoopgevende elementen van het Landspakket is de aandacht voor het achtergebleven Curaçaose onderwijs. ,,Goed onderwijs vormt de basis voor een goed leefklimaat met kansen voor iedereen en draagt daarmee bij aan de sociaaleconomische ontwikkeling, groei en diversificatie”, aldus de eerste zin over dit cruciale beleidsonderdeel. Toch viel het op dat de kersverse nieuwe minister van Onderwijs, Steven Croes (PAR), in het interessante interview met deze krant nauwelijks rept over het Landspakket of de gemaakte afspraken met Nederland. Dat is wel van belang, omdat op basis daarvan namelijk die nulmeting plaatsvindt en er iets kan worden gedaan aan bijvoorbeeld gebreken in de onderwijshuisvesting.
Het is ook de vraag hoe het zit met het Landspakket en de andere bewindslieden. Bij minister Steven Martina (MAN) van Economie, medeondertekenaar van het akkoord met Nederland, zou die neiging ook zichtbaar zijn. Volgens waarnemers ‘claimt hij projecten die hij zonder Nederlandse steun niet kan realiseren’. Maar tenminste ontkent hij de afspraken niet. Bij zijn partijgenoot Kenneth Gijsbertha van Financiën lijkt het, aldus insiders, regelmatig alsof het ‘business as usual’ is: Nederland biedt hulp aan, de beslissing om er wel of niet gebruik van te maken ligt bij Curaçao. Maar zo is het gewoon niet (meer). De gemaakte afspraken zijn niet meer vrijblijvend - een verschil met het Groeiakkoord. Curaçao en Nederland zijn nu sámen verantwoordelijk voor de uitvoering en voor de voortgang. In de afspraken, ook zo’n verschil met het Groeiakkoord, zitten verschillende stokken achter de deur om te voorkomen dat het tempo wegzakt.
De ondertekening van het Landspakket een maand terug zorgde voor een zucht van verlichting op het eiland, waar de coronacrisis met een krimp van 21,4 procent hevig wordt gevoeld. Het zou weer (wat) beter worden. In elk geval was er weer perspectief. Mede op basis van de gemaakte afspraken stelde Nederland, door middel van vier tranches liquiditeitssteun, in totaal al 670 miljoen gulden aan liquiditeitssteun beschikbaar (dat is meer dan de helft van alle dit hele jaar door Curaçaose burgers en bedrijven op te brengen belastingen). Zonder dat geld zou de overheidshuishouding volledig in het slop zijn geraakt; zouden ambtenaren niet zeker zijn (geweest) van hun inkomen en zou op zeker moment de waarde van de gulden op het spel staan. Het Landspakket brengt rechten (vruchten) en plichten (taken en hard werken) met zich mee. Het biedt een kans aan lokale politieke bestuurders - in een tijd dat de roep van de bevolking om een hechtere band met Nederland almaar aanwakkert - om er zelf met behulp van een strak gedefinieerd programma uit te komen. Die kans, volgens de eigen Centrale Bank CBCS in financieel opzicht de énige reële mogelijkheid, moet met beide handen worden aangegrepen door het Landspakket uit te voeren.
Terug naar het onderwijs, de basisvoorwaarde voor sociaaleconomische vooruitgang. Geconstateerd is dat er op Curaçao helaas niet altijd en overal een constante kwaliteit van schoolleiding en onderwijsgevenden is en dat de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te wensen overlaat, waardoor het arbeidspotentieel niet ten volle wordt benut. Kortom: alles hangt met elkaar samen. Onderwijs, economie (en daarmee financiën), werkgelegenheid en uiteindelijk sociaal welzijn. Hervormingen, zoals beoogd met Landspakket en rijkswet Coho, zijn geen luxe, maar een must om de basiskwaliteit van het onderwijs op te krikken; een goede doorstroom tussen stelsels van onderwijs - al dan niet in Europees Nederland - te realiseren; en een goede aansluiting met de arbeidsmarkt te waarborgen. Een hele klus, maar niet onmogelijk. Het Landspakket biedt goede handvatten. Doen!

ADCommentaar 800