Dat héél Curaçao maandag 4 november op zwart ging door één van de grootste black-outs ooit is een uiterst slechte zaak. Daar is iedereen het over eens. De veroorzakers en natuurlijk vooral ook de slachtoffers. In dit geval zijn er alleen maar slachtoffers. Heel het eiland verliest. Gelukkig hebben het Korps Politie Curaçao (KPC), dat massaal op de been was, en de overige autoriteiten gezorgd voor rust en het uitblijven van bijzondere incidenten. Ook heeft de bevolking zich snel aangepast en over het algemeen voorbeeldig gereageerd, door zodra dat kon de draad weer op te pakken. Dit laatste is hard nodig; Curaçao bevindt zich in een lastige positie, met een zwak presterende economie die de komende periode getransformeerd moet worden van industrie en internationale financiële diensten naar meer toerisme, terwijl er grote onzekerheid is als gevolg van onduidelijkheid over de toekomst van de Isla-raffinaderij en de verdere impact van de crisis in buurland Venezuela. Daar komt de complete uitval van de elektriciteitsvoorziening bij als nóg een dreun voor de economie, het welzijn en zelfvertrouwen. De laatste twee zijn moeilijk te meten, maar wat betreft de economische bedrijvigheid kan gesteld worden dat met de black-out een volle dag aan bbp (bruto binnenlands product) verloren is gegaan. Dat komt overeen met zo’n kleine 20 miljoen gulden. Of mogelijk wel méér aan materiële schade bij CRU (Curaçao Refinery Utilities), waar met de brand en kortsluiting de aaneenschakeling van stroomuitval bij nutsbedrijf Aqualectra begon, om maar niet te spreken over de imagoschade. Want dit doet anno 2019 de naam van het eiland geen goed. Daarom: dit kan niet en dit mag niet. Technisch theoretisch klinkt het misschien nog aannemelijk dat dit komt door de ‘interconnectie’ van het CRU-net met dat van Aqualectra. Dat geldt ook voor de ingewikkelde uitleg dat de zes, zeven of meer pogingen tot opstart mislukten doordat de computergestuurde controlesystemen dit tegenhielden. De directeur van Aqualectra lichtte dit toe aan de hand van de vergelijking met een verkeerd, namelijk abrupt afgesloten, computer; die moet bij de herstart ook weer eerst alle checks doorlopen, pas dan kan het geheel weer stap voor stap operationeel worden gemaakt. Dit klinkt enigszins begrijpelijk en gebeurt ook elders, zoals op zustereiland Aruba eerder dit jaar, maar is in principe onaanvaardbaar. Burgers en bedrijven kunnen nog begrip opbrengen voor geïsoleerde gevallen waarbij een of meer wijken verstoken blijven als gevolg van bijvoorbeeld een kabelbreuk. Maar dat een compleet eiland acht uur lang en sommige delen twaalf uur of nog meer zonder elektra zitten - terwijl er door de gemeenschap volop geïnvesteerd is in capaciteit en deze zelfs beschikbaar is - kan niet en mag niet worden geaccepteerd. CRU, onderdeel van overheids-nv Refineria di Kòrsou (RdK), heeft bekendgemaakt een speciaal team in te zetten op het onderzoek naar de ‘root cause’ - hoofdoorzaak - voor de brand in de transformator op het Isla-terrein. CRU én Aqualectra doen er goed aan dit als les te ervaren om te voorkomen dat een relatief klein probleem zulke vergaande gevolgen kan hebben voor het hele eiland. Na 2016 is in verband met de stakingen en het doelbewust uitschakelen van de stroom de lering getrokken dat de energievoorziening van nationaal belang is en tot de staatsveiligheid behoort. Drie jaar later moet gerealiseerd worden dat meer veiligheidsmechanismen noodzakelijk zijn om tegen te gaan dat alles in één keer op zwart gaat. Want dat kan en mag niet.