Er heerst mediastilte in de kwestie rond de inmiddels ex-kandidaat-minister Neysa Schoop-Isenia en de Centrale Bank CBCS, die een interne memo met vertrouwelijke gegevens had uitgestuurd. Alhoewel de aangekondigde aangifte door Schoop-Isenia bij de Landsrecherche tegen de CBCS nog niet heeft plaatsgevonden, is - naar verluidt - Schoop-Isenia nog steeds vastberaden om aangifte te doen.
Vrijdag stuurde de CBCS een officieel persbericht uit, waarin de Centrale Bank zich distantieert van alle publicaties en deze als onjuist, negatief en schadelijk bestempelt. Zonder aan te geven wat precies fout was. Intussen bestaat er alle reden aan te nemen dat de kern van de gewraakte publicaties correct was en is.analysecoaching
Mede op instructie van minister Kenneth Gijsbertha (MAN) van Financiën trachten advocaten een modus te vinden, die een uitweg biedt en voor alle betrokkenen acceptabel is. Daarbij is duidelijk geworden dat de directie van de CBCS (lees: waarnemend-president Leila Matroos-Lasten) advocaat Dave Liqui Lung eerst heeft bedankt en naar verluidt nu toch weer van zijn diensten gebruikmaakt.
Hij was degene die namens de Centrale Bank de boodschap overbracht dat Schoop-Isenia kon rekenen op vooralsnog een verklaring van geen bezwaar van de CBCS, echter onder de aanvankelijke voorwaarde dat zij haar kandidatuur voor het ministerschap dan moest opgeven. Later volgden - in plaats hiervan - andere voorwaarden: dat geen aangifte zou worden gedaan, geen civiele procedure opgestart (om getuigen te horen) en geen klacht ingediend bij de accountantsberoepsorganisatie. Het lijkt niet aannemelijk dat de advocaat op eigen houtje handelde.
Het begon echter allemaal met het memorandum inzake Schoop-Isenia, over haar periode dat ze werkzaam was bij Girobank, dat Matroos-Lasten via mail aan minister Gijsbertha had doorgestuurd. De waarnemend-president had het memorandum ontvangen van Ersilia ‘Zus’ de Lannooy. Dat blijkt uit de ‘string’ van e-mailberichten die in de media zijn uitgelekt. Matroos-Lasten stuurde het memorandum op 22 maart in de middaguren naar de minister, een dag nadat zij het van de CBCS-directie-secretaris had ontvangen, die het minuten daarvoor had gekregen van De Lannooy. Allemaal met als onderwerp ‘Memo Neysa Schoop-Isenia’. De Lannooy bekleedt bij de Centrale Bank de functie van adjunct-directeur Financial Stability.
De toen nog kandidaat-minister heeft daarop de Centrale Bank, en in het bijzonder Matroos-Lasten, aangeklaagd en gedreigd met aangifte en eis tot schadevergoeding. Het voor intern gebruik bedoelde memo was in 2013 opgesteld in het kader van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen (LTBK), maar deze wet legt de Centrale Bank wel ‘een geheimhoudingsplicht op’. Aldus Michael Bonapart, advocaat van Schoop-Isenia, in zijn schrijven aan de directie. Ook als CBCS-topvrouw Matroos-Lasten buiten de screeningswet om was benaderd voor een standpunt over de kandidaat-minister, dan nóg had zij die bijzondere opdracht niet kunnen accepteren, stelt hij.
Dat was medio april. Een maand later is de kwestie nog niet opgelost. Sterker, deze is geëscaleerd. Intussen heeft de Raad van Commissarissen (RvC) opgetreden. Eerst kondigde de RvC een ‘zelfstandig onderzoek’ aan; dit naar aanleiding van berichtgeving over het in de publiciteit komen van vertrouwelijke informatie waarover de Centrale Bank beschikte. Over dit onderzoek is nog niets bekend(gemaakt).
En eerder deze maand verklaarde president-commissaris Etienne Ys dat de RvC de CBCS-directie om opheldering heeft gevraagd over de vermeende ‘chantage’ van Schoop-Isenia door of namens de CBCS. Hiervan werd door Schoop-Isenia zelf melding gemaakt in een voice-note aan familie en intimi, die later echter viraal ging. Daarvóór al werd door media bericht over de eisen die, via advocaat Liqui Lung, zouden zijn gesteld.
Minister Gijsbertha, die inziet dat de kwestie verergert - zeker als ook daadwerkelijk aangifte wordt gedaan (de aangifte zou klaarliggen) - heeft een derde verzocht partijen om de tafel te krijgen en het eens te worden over een regeling, waarbij het voor Schoop-Isenia van begin af aan essentieel is haar naam gezuiverd te krijgen. Zij zou door de ‘gewone’ wettelijk geregelde screening goed zijn bevonden, maar door het memo dat Matroos-Lasten had uitgestuurd was er een spaak in het wiel gestoken. Overigens, er zijn hardnekkige geruchten dat óók premier Eugene Rhuggenaath (PAR) op een ander moment het stuk toegeschoven kreeg.
De inhoud van het gewraakte memo zou onder meer de privéhypotheeksituatie van Schoop-Isenia betreffen en een bonus van haar ex-werkgever Girobank waarover onterecht zou zijn gesteld dat hierover geen belasting was afgerekend. Maar deskundigen in dezen zeggen dat de inhoud van het memo over Schoop-Isenia niet eens (zo) relevant is; relevant is het feit dat met het uitbrengen van het memo CBCS-bestuurder Matroos-Lasten twee fouten zou hebben gemaakt: ten eerste door het principe van hoor en wederhoor niet te hebben toegepast richting Schoop-Isenia (die van het bestaan van de notities eerder niets zou hebben geweten) en ten tweede het risico te lopen de geheimhoudingsplicht van de Landsverordening toezicht bank- en kredietwezen te schenden. Daar komt bij dat een overtreding van de bepalingen van de LTBK strafbaar is. Het doorzetten van de aangekondigde aangifte zou niet in het voordeel zijn van de CBCS-top.
Er is inmiddels sprake van een complex aan mogelijke overtredingen van wettelijke en integriteitsnormen (LTBK, screeningswet en het Centrale Bankstatuut). Dit leidt steeds meer tot commotie in de gemeenschap én ook het parlement. Sommigen vrezen: nog even en het gaat ook internationaal aandacht trekken, met alle risico’s van dien voor de reputatie van Curaçao als ‘financial center’.