Neysa Schoop-Isenia bedankt voor de eer en trekt zich terug als kandidaat-minister. Daarmee is de kous echter niet af. Integendeel, de kwestie van het interne memorandum van de Centrale Bank CBCS over Schoop-Isenia is niet opgelost, de afgelopen dagen eerder verergerd. Dat heeft veel te maken met power play en dubbele agenda’s, met als eindresultaat schade voor naam en faam van het instituut CBCS, voor het Land Curaçao en niet in de laatste plaats voor de persoon in kwestie - een ‘young professional’. Schoop-Isenia (37) had als vakminister, na het vroegtijdig vertrek van Steven Martina, moeten aantreden bij het ministerie van Economische Ontwikkeling. Zij heeft, naar verluidt, de formele screening zonder kleerscheuren doorlopen. Maar plots kwam naar buiten dat waarnemend-president van de CBCS, Leila Matroos-Lasten, een zes jaar oude, interne vertrouwelijke notitie over Schoop-Isenia, inzake haar periode bij Girobank, had (door)gestuurd naar de minister van Financiën. Ongevraagd zegt de bewindsman; ‘desgevraagd’ beweert de advocaat van CBCS in een poging te doen alsof dit in het kader was van ‘tussentijds verslag’ over het functioneren van de Girobank onder de noodregeling.
De in het memo genoemde bezwaarpunten (b)lijken inhoudelijk erg dun. De grote vraag is wat de topvrouw van de Centrale Bank heeft doen besluiten het gewraakte stuk, dat zij blijkens de e-mailstring doorgestuurd kreeg van CBCS-functionaris Ersilia ‘Zus’ de Lannooy, met derden te delen en daarmee naar het zich laat aanzien de wettelijke geheimhoudingsplicht te hebben geschonden? Daar bleef het niet bij. Matroos-Lasten stuurde na publiciteit hierover een bericht uit naar haar medewerkers waarin ze feitelijk de verantwoordelijkheid van het uitlekken van het memorandum neerlegt bij minister Kenneth Gijsbertha. Hij vraagt daarop om een correctie, maar deze blijft uit. Sowieso mag de CBCS-directie conform het Centrale Bankstatuut, ter verzekering van haar onafhankelijkheid geen instructies aannemen. Overigens gaat het hier niet om (monetair en/of financieel) beleid, maar om een kennelijke fout recht te zetten. Er gaat meer mis.
In een kennelijke poging ‘eruit’ te komen, was de CBCS-top ‘vooralsnog’ bereid tot het afgeven van een soort ‘verklaring van geen bezwaar’ ten gunste van Schoop-Isenia, maar naar verluidt wel onder de (aanvankelijke) voorwaarde dat zij zich terugtrekt als ministerskandidaat en - later iets afgezwakt - dat betrokkene geen aangifte doet, geen civiele rechtszaak begint en geen klacht bij de beroepsorganisatie van accountants indient. Dit laatste is exact wat er nu gaat gebeuren, mede omdat de CBCS - als stok achter de deur - het Neysa-dossier openhoudt en dus niet afsluit.
Dit is niet alleen power play, maar riekt naar chantage. De integriteit en onafhankelijkheid van de CBCS ten opzichte van het politieke bestuur is van groot belang en dient gewaarborgd te zijn, maar omgekeerd óók: regeringscentrum Fòrti mag niet in de greep zijn van de macht van de Centrale Bank. De CBCS heeft geen actieve rol te spelen in de uitvoering van de screeningswet en heeft zich, net als elk bestuursorgaan, te houden aan haar bevoegdheidsgrenzen. Bovendien: over integriteit valt niet te onderhandelen. Iemand is het of niet. De integriteit van een persoon is niet iets wat kan worden ‘geconditioneerd’, waarover kan worden gemarchandeerd; ook niet als onderdeel van een regeling.
Terwijl de economie achteruit kachelt en er zéér fundamentele economische en sociale vraagstukken op tafel liggen - zie het visiedocument ‘Sembra awe pa kosechá mañan’ (Vandaag zaaien om morgen te oogsten), waarin de Kamer van Koophandel niet één vinger maar tien vingers tegelijk op de zere plekken legt - gaan kostbare tijd en energie verloren aan machtsspelletjes over en tussen poppetjes. Slecht voor de geloofwaardigheid van toezichthouder CBCS. De Raad van Commissarissen (RvC), die eerder een onderzoek gelastte naar deel één van de affaire, moet nu leiderschap tonen en doen wat binnen de wettelijke kaders als toezichtsorgaan kan worden gedaan. Als de RvC het goed en doortastend aanpakt, kan dat het vereiste vertrouwen herstellen. Helderheid hierover naar buiten toe mag niet te lang op zich laten wachten.

ADCommentaar 800