Dierenbescherming: Loslopende honden problematisch

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De minister van Algemene Zaken, belast met sector Landbouw, Milieu en Natuur. Gilmar Pisas (MFK) heeft overleg gevoerd met zijn ministerie, de Veterinaire Dienst en Stichting Dierenbescherming Curaçao (SDC) over de uitvoering van de in januari van dit jaar van kracht geworden Landsverordening Dierenwelzijn. Verantwoordelijk voor de uitvoering van deze wet zijn het ministerie van GMN en de SDC. Tussen de partijen is afgesproken dat er binnen enkele weken een stappenplan opgesteld is aan een goede uitvoering van de wet gevolg te geven.

F04 Wet dierenwelzijn besproken OVERLEES,,Er is gesproken over de verschillende uitdagingen die zich hebben voorgedaan sinds de inwerkingtreding van de wet. Een van de belangrijkste aspecten zijn de financiën en gespecialiseerd personeel, nodig voor de handhaving. Het ministerie van GMN heeft een budget toegewezen voor de uitvoering van de wet, maar het is ook belangrijk om op te merken dat de donaties die de Dierenbescherming ontvangt niet voldoende zijn om het gewenste effect te bereiken”, zo doet het ministerie verslag.
Met de ontvangen inkomsten voert de stichting onder andere bewustwordingsprojecten en controles uit, evenals sterilisatieprogramma’s. Ten aanzien van personeel wordt aangegeven dat op dit moment alleen twee extra inspectieagenten beschikbaar zijn, ‘wat onvoldoende is’.

Het onderwerp is actueel, want de SDC heeft onlangs zelf het probleem van de loslopende honden aangekaart en dit geweten aan de geestelijke armoede op Curaçao. Uitgelegd wordt dat loslopende honden geen zwerfhonden zijn, maar honden met een eigenaar. ,,Het probleem van de loslopende honden op Curaçao loopt geheel uit de hand. Verontrustend genoeg zijn meer dan de helft van deze loslopende dieren eigenlijk huisdieren die niet binnen het erf worden gehouden. De vermenigvuldiging van deze dieren gaat sneller dan welk intensief sterilisatieproject dan ook.” De organisatie betreurt het dat het straatbeeld voor veel mensen ‘normaal’ gevonden wordt en dat ‘de intrinsieke waarde van het dier niet meer wordt gezien’.

Voeren op straat niet oké
De organisatie is het niet eens met het voeren van de dieren op straat, wat door sommige organisaties gedaan wordt. ,,Mensen die deze dieren op straat voeden, ervaren hun hulp aan deze dieren als liefdevol en de dieren zijn waarschijnlijk ook vriendelijk naar hen, omdat ze hun voeders herkennen. Echter, we zien steeds vaker hoe deze dieren steeds agressiever worden en hun territorium op gruwelijke wijze verdedigen door mensen en andere dieren aan te vallen”, zo wordt uitgelegd.

Het is dus niet dé oplossing en een meer integrale aanpak is nodig. Die integrale aanpak bestaat uit educatie op scholen, een intensieve informatiecampagne via alle media, een grootschalige sterilisatiecampagne, het van de straat halen van de honden en waar mogelijk ter adoptie aanbieden, tijdelijk onderbrengen, straffen van de eigenaren met een boete en laten inslapen van honden die ernstig lijden en geen adoptant kunnen krijgen.

De stichting doet al veel op deze punten maar stelt: ,,In de eerste plaats is het de plicht en verantwoordelijkheid van het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) om richtingen voor oplossingen aan te geven en de financiële middelen hiervoor beschikbaar te stellen. Van Justitie wordt verwacht dat er gehandhaafd wordt, door het aanstellen van meer buitengewone agenten en het bepalen en handhaven van strafmaatregelen in samenwerking met de GMN.”

De stichting Dierenbescherming meent dat het probleem te maken heeft met geestelijke armoede van de mensen en noemt de dierentuin als ander voorbeeld. ,,Onze dierentuin is een weerspiegeling van hoe diep wij als volk zijn gezakt in onze zorg en aandacht voor dieren. We zouden ons als natie moeten schamen voor de manier waarop wij, zowel het volk als de overheid, omgaan met het welzijn van dieren in het algemeen. De algemene geestelijke gesteldheid van een volk begint bij hoe wij met dieren omgaan.”

Statenlid vraagt aandacht
Statenlid Juniel Carolina (MFK) heeft met betrekking tot zwerfhonden aandacht gevraagd aan de minister van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN), Javier Silvania (MFK). Hij verwijst naar toeristen die zich over dit straatbeeld beklagen. Het toeristenbureau CTB steunt de Stichting Dierenbescherming met 500.000 gulden voor het asiel. Hij verwijst naar cijfers van een onderzoek uit 2016 waarin een aantal van 6.400 straathonden genoemd wordt. Volgens hem is dit aantal in 2023 toegenomen tot 12.000 honden. Niet alleen het straatbeeld is een probleem, maar de loslopende honden brengen ook het verkeer in gevaar, vuilnisbakken worden omgegooid, de nachtrust wordt verstoord als ze blaffen, sommige mensen worden aangevallen en de dieren vallen weer andere dieren aan zoals kippen, vogels en leguanen. Carolina wil verschillende vragen beantwoord zien door de minister.