Land moet opgeteld ruim 32.000 gulden betalen

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - VBC Beheersmaatschappij, de exploitant van studentenhuizen in de Telamonstraat en waarvan Denice Korte de directeur is, heeft een rechtszaak tegen het Land gewonnen.

TelamonstraatHet Land moet de toen uit de Telamonstraat 43 gezette stagiairs die hier een vordering over indienden de huur terugbetalen voor een bedrag van circa 4.600 gulden. Verder heeft VBC recht op een schadevergoeding van 21.600 gulden en moet het Land de proceskosten betalen van bijna ruim 6.000 gulden.
In 2020 werd op last van een multidisciplinair team van de regering het studentenhuis aan de Telamonstraat 43 gesloten en stonden de studenten op straat. Volgens VBC waren de sluiting en ontruiming van het pand onrechtmatig, kwam er negatieve publiciteit over en heeft de eigenaar daardoor (financiële) schade geleden.
Daarnaast zijn de huurders door het Land gestoord in hun woongenot, zo is aangevoerd. VBC eiste van het Land een betaling van opgeteld ruim 244.000 gulden wegens gederfde huurinkomsten, gemaakte kosten van rechtsbijstand, ter vergoeding van immateriële schade en wegens huurders gederfd woongenot (18 studenten dienden hier vorderingen voor in). Ook is geëist dat het Land een rectificatiebericht stuurt waarin aangegeven wordt dat de ontruimingen onrechtmatig zijn geweest, evenals de berichtgeving daarover door de minister van Economische Ontwikkeling (MEO).
Het Land stelt in het verweer dat de sluiting en de ontruiming rechtmatig waren omdat VBC zich niet aan de regels had gehouden en bijvoorbeeld niet over een vestigingsvergunning beschikte, dat het pand zonder bouwvergunning is gebouwd en uitgebreid, dat het pand niet voldeed aan de brandveiligheidseisen en dat VBC waarschuwingen van brandweer en het multidisciplinair team in de wind heeft geslagen. Bovendien gelooft het Land niet dat door het gebeuren de huurinkomsten zijn verminderd, maar dat dit grotendeels veroorzaakt is door de coronapandemie, waardoor buitenlandse studenten en stagiairs wegbleven.
Ten aanzien van het terugbetalen van de huur aan de studenten wordt door de rechter aangevoerd dat voor ontruiming van woningen de instemming van de bewoners is vereist en een rechterlijke beslissing. Het vonnis: ,,De ontruiming gebeurde niet met hun instemming. Van een rechterlijk bevel tot ontruiming was evenmin sprake. Maar ook een wettelijke bevoegdheid was er niet. Het Land heeft als wettelijke basis voor de woninguitzetting een aantal wettelijke regelingen genoemd, zijnde de vestigingsregeling, de Landsverordening ruimtelijke ontwikkelingsplanning Curaçao en het Besluit technische brandpreventievoorschriften Curaçao. Geen van die regelingen gaven het Land echter de bevoegdheid de huurders uit hun woningen te zetten, zeker niet op stel en sprong en zonder dat in vervangende woonruimte was voorzien.”

Vergunningen misten...

Wilt u het vervolg van dit artikel lezen? Neem een online abonnement op de krant.