‘Geen reden te twijfelen aan beleid brandstofprijzen’

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Er is op dit moment geen enkele indicatie om te twijfelen aan het gevoerde beleid ten aanzien van de vaststelling van de brandstoftarieven. Zo antwoordt PNP-minister Ruisandro Cijntje van het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO) op de brief van MFK-Financiënminister Javier Silvania, waarin eerstgenoemde feitelijk de les wordt gelezen.

Cijntje,,Er wordt mijns inziens zeer nauwlettend op de brandstofprijzen gelet, en wel degelijk rekening houdend met alle componenten. Dat de brandstofprijzen op Curaçao lager zijn dan die van onze zustereilanden bevestigt dit oordeel”, aldus Cijntje.
Zijn collega van Financiën had de MEO-bewindsman gevraagd naar en gewezen op de mogelijkheden om voor de consument het tarief aan de pomp te verlagen. Gedurende enkele maanden was dit wel op fiscale wijze gebeurd, door verlaging van accijnzen en omzetbelasting met in totaal 24 cent per liter, maar de landsbegroting staat voortzetting hiervan niet toe. Dus moet Cijntje kijken naar de overige componenten, zoals de dealermarge en de marge die overheids-nv Curoil ontvangt.
De PNP-minister is ‘not amused’ en wijst erop dat zijn beleid ‘inhoudelijk scherp is’ en dat ten aanzien van dit belangrijke en complexe vraagstuk van de brandstoftarieven verschillende onafhankelijke onderzoeken ‘door mij zijn geïnitieerd’.
,,Het bovenstaande in ogenschouw nemende wil ik u allereerst erop wijzen dat wij samen in een coalitie zitten en dat we onder elkaar gelijk zijn. Ten tweede heeft iedere minister bij verdeling van de zetels zijn/haar eigen portefeuille en ministerie die onder hem/haar ressorteren en hij/zij degene is die de eindverantwoordelijkheid draagt.”
Cijntje verder: ,,Ten derde wil ik u erop wijzen dat uw brief qua opzet en toon niet past binnen collegiale verhoudingen.” Bij beleid gaat het er niet alleen om te kijken naar wat populair is, ‘maar naar wat echt belangrijk is voor ons land en onze burgers’.
,,Ik verzoek u ook om als er behoefte is aan informatie dit rechtstreeks aan mij te vragen, om zo onjuiste conclusies en beeldvorming te vermijden. Populistische uitspraken en handelingen spreken de bevolking sneller aan, maar ik ben ervan overtuigd dat dit op de lange termijn schadelijk zal zijn voor onze samenleving en voor de belangen van ons land als geheel.”
Hij leest, omgekeerd, Silvania ook de les: ,,Het is belangrijk dat ministers zich richten op de kernproblemen waar onze samenleving zich mee geconfronteerd ziet en dat we samen een verantwoordelijk en effectief beleid voeren om deze structureel aan te pakken.”
Ten slotte vraagt hij de MFK-minister ‘vriendelijk om in de toekomst u te houden aan zaken die onder uw portefeuille ressorteren en onderwerpen die in de portefeuille van Economische Ontwikkeling vallen aan mij over te laten’. Indien er fiscale aspecten ter sprake komen zal Cijntje de minister van Financiën ‘zeker benaderen voor advies’. ,,Andere aspecten zal ik samen met mijn ministerie zelf behandelen.”