Weg vrij om SunResorts (Mullet Bay) te gelde te maken voor Ennia-polishouders

Van een onzer verslaggevers
Willemstad/Philipsburg - Het verweer van Hushang Ansary dat niet Ennia maar nog altijd hijzelf eigenaar is van SunResorts (Mullet Bay) faalt, zo is gisteren bepaald door het gerecht op Sint Maarten.

 

Mullet BayDaarmee is de weg vrij voor Ennia, dat in verband met de noodregeling wordt bestuurd door de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten (CBCS), om te kunnen beschikken over SunResorts, dat een aanzienlijk deel uitmaakt van de totale bezittingen van verzekeringsmaatschappij Ennia.

 

Het vonnis is daarom van groot belang voor de duizenden polishouders van Ennia, omdat de CBCS op deze manier door kan gaan met de ‘herstructurering’ van de verzekeraar, waarvan Ennia Caribe Leven kampt met een aanzienlijk solvabiliteitstekort, mede door grootschalige onttrekkingen door grootaandeelhouder Ansary - met medeweten van ex-bestuurders en onder toeziend oog van voormalige commissarissen. Zij werden in november 2021 al veroordeeld voor een schadebedrag van ruim een miljard gulden; in deze zaak is hoger beroep aangetekend.

Aangezien de miljardair Ansary weigert mee te werken door gelden bij- of terug te storten, werd eerder al Banco di Caribe als Ennia-bezit verkocht en te gelde gemaakt ten behoeve van de Ennia-polishouders. Met SunResorts wil de Centrale Bank hetzelfde doen. Daarom werd tijdens een bijzondere aandeelhoudersvergadering op 1 augustus Ansary als enige directeur ontslagen en werden Geomaly Martes en Mike Alexander in zijn plaats benoemd.

Dat meende de CBCS te kunnen doen omdat EC Investments (Ennia Caribe Investments) ruim 93 procent van de aandelen heeft. Echter, Ansary zelf belegde dezelfde dag - een paar uur eerder - ook een aandeelhoudersvergadering en herbenoemde zichzelf; zijn stelling is dat niet ECI, maar hijzelf nog altijd eigenaar is van SunResorts. Dat is nu door de rechter afgewezen.

Zijn nieuwe advocaat, Achim Henriquez op Curaçao, beriep zich daarvoor op de zogeheten ‘blokkeringsregeling’, namelijk dat de statuten van SunResorts aangeven dat bij verkoop van aandelen deze eerst aan SunResorts zelf moeten worden aangeboden. Overigens was het niemand minder dan Ansary zelf die in het verleden de aandelen (en daarmee het bezit van Mullet Bay) overbracht aan Ennia - wat een vereiste was om het benodigde kapitaal in te brengen.

De rechter gaat een heel eind mee en is van oordeel dat de levering van aandelen SunResorts aan ECI in het verleden ‘gebrekkig en dus ongeldig is geweest’: ze hadden expliciet moeten worden aangeboden aan de vennootschap. Maar, er speelt meer mee. Namelijk een ‘algemene derdenbescherming’.

ECI mocht er in redelijkheid op vertrouwen dat SunResorts de aandelen zelf niet wilden verkrijgen. Vast staat dat Ansary - ten tijde van het afleggen van verklaringen en afgeven van garanties met betrekking tot de bevoegdheid tot overdracht van de aandelen - enig aandeelhouder en directeur SunResorts was; en grootaandeelhouder van Parman (dat in 2005 Ennia en ook Banco di Caribe overnam). Die aandelen zijn uiteindelijk doorgeleverd aan ECI, hetgeen leidde tot 93,3 procent van SunResorts en waardoor nu de Centrale Bank zeggenschap heeft over het perceel bij Mullet Bay.

Parman (lees: Ansary) heeft in diverse overeenkomsten de eigendom gegarandeerd en deze namens SunResorts medeondertekend. ,,Het betreffen gedragingen van de vennootschap in kwestie op grond waarvan ECI te goeder trouw heeft gemeend dat de blokkeringsregeling in acht was genomen.”

Maar er is meer van toepassing: in de jaarrekening van Parman van 2010 staat vermeld dat alle SunResorts-aandelen zijn verkocht en dat Parman vanaf dat moment zelf geen aandelen meer bezit. Ook de directieverklaring van Parman aan de accountant bevestigt dit.

Verder wordt in de jaarrekening van SunResorts van 2011-2015 bevestigd dat ECI de grootst aandeelhouder is. Tenslotte staat ook in de jaarrekening van ECI zelf dat zij 93,3 procent van de aandelen SunResort houdt. De rechter houdt tevens rekening met het feit dat Ansary nu pas, na meer dan tien jaar, zich zonder toelichting op een ander standpunt stelt. Ook wijst de rechter erop dat Ansary in de ‘miljard-aansprakelijkheidsprocedure’ die voor het gerecht van Curaçao speelde heeft erkend dat ECI aandeelhouder is van SunResorts.

Het gerecht in Philipsburg stelt op grond hiervan dat ‘het verweer van Ansary faalt’, namelijk dat de advocaten van de Centrale Bank wel degelijk bevoegd zijn om SunResorts te vertegenwoordigen. De vorderingen van ECI in dit kort geding zijn ‘toewijsbaar’ en dat betekent dat alle tegenvorderingen van Ansary - als zijnde spiegelvorderingen - ‘niet toewijsbaar zijn’.

Verbod en gebod
Het gerecht van Sint Maarten verbiedt Ansary - maar ook Ralph Palm en Clarence Derby (de twee door Ansary naar voren geschoven medebestuurders van SunResorts) - om zich voor te doen als statutaire directeur/bestuurder van SunResorts; ook om enige feitelijke of rechtshandelingen te verrichten namens SunResorts; verder tevens om een nieuwe vergadering van aandeelhouders van SunResorts bijeen te roepen of besluiten te nemen; en gebiedt hen zich binnen zeven dagen na datum vonnis uit te schrijven als directeur SunResorts bij de Kamer van Koophandel. Dit alles op verbeurte van een dwangsom van 100.000 dollar per overtreding of dag tot een maximum van 10 miljoen dollar.
Volgens ECI (lees: de Centrale Bank) zaaien zij twijfel over het aandeelhouderschap van SunResorts. Schade dreigt doordat Ansary besluiten neemt en uitvoert die financiële gevolgen hebben voor SunResorts. Er is volgens ECI gegronde vrees dat Ansary gelden heeft vervreemd of zal vervreemden uit SunResorts.

Waarde Mullet Bay
De waarde van SunResorts bestaat uit een perceel grond te Mullet Bay op Sint Maarten. Vanaf 2010 vertegenwoordigde Mullet Bay meer dan 50 procent van de totale activa van verzekeringsmaatschappij Ennia.
Het perceel grond te Mullet Bay stond in de boeken van SunResorts met een waarde van 436 miljoen dollar. Volgens een taxatie die op aandringen van de Centrale Bank CBCS in 2016 is verricht door taxateur CBRE vertegenwoordigde de waarde van Mullet Bay een bedrag van (slechts) 35 miljoen dollar. Na het instellen van de noodregeling over Ennia (in juli 2018) heeft er opnieuw een taxatie plaatsgevonden van Mullet Bay door Cushman & Wakefield en Jones Lang LaSalle en deze hebben geconstateerd - zo leest het Antilliaans Dagblad in het vonnis - dat de werkelijke waarde van Mullet Bay aanzienlijk is dan de waardering zoals deze in de boeken stond vermeld ten tijde van Ansary, namelijk circa 110 miljoen dollar.