Kritische vragen MFK-Statenlid aan PNP-minister

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het ministerie van Economische Ontwikkeling (MEO) werkt volgens minister Ruisandro Cijntje (PNP) aan een speciale app waarmee de consument de prijzen die de verschillende supermarkten hanteren kan vergelijken.

MEOappDat stelt de bewindsman in antwoord op vrij kritische vragen van Statenlid Ramón Yung van coalitiepartner MFK. Yung stelde een reeks vragen over de Makutu Básiko 2022, die per 1 september zou ingaan, maar intussen door minister Cijntje is aangehouden.
Het is alsof Yung op 3 augustus al aanvoelde dat de uitbreiding van de basismand, met producten die alleen tegen een vooraf bepaalde prijs verkocht mogen worden, niet zou doorgaan. Want hij vraagt wat de regering-Pisas doet als de Makutu Básiko 2022 verlaat wordt ingevoerd of zelfs helemaal niet.
Daarop komt Cijntje met de MEO-app. Daarmee kan iedereen een soort boodschappenlijstje maken, waarna de consument zelf kan zien wat bepaalde producten kosten in welke supermarkten en minimarkten/toko’s en vervolgens kan kiezen wat voor hem het voordeligst is.
Hiertoe zal MEO alle metingen tijdens prijscontroles digitaliseren. Dit leidt volgens Cijntje uiteindelijk tot stimulering van meer prijsconcurrentie. ,,De app op zichzelf zal niet de prijzen drukken of mitigeren, maar het zal een digitaal instrument zijn waar veel mensen gebruik van kunnen maken om te bepalen waar hij het best zijn inkopen kan doen.”
De Statenvragen waren van begin augustus; de antwoorden kwamen eind september. Veel is daarom al bekend, maar nieuw is ook de aankondiging van de MEO-bewindsman dat overwogen zal worden een zogeheten ‘effectiviteitsevaluatie ex post’ van de bestaande makutu básiko uit te voeren. Dit is mede naar aanleiding van opmerkingen van de zijde van de Sociaal-Economische Raad (SER).
Intussen is bekend geworden dat de importeurs fel gekant zijn tegen de uitbreiding van de basismand. Het Antilliaans  Dagblad berichtte gisteren dat zij ‘schaarste vrezen’. Intussen is een rechtszaak aangespannen tegen het Land, die op 17 oktober zal dienen. In verband daarmee heeft de minister de maatregelen, die met ingang van september in werking zouden treden, uitgesteld. In afwachting van de uitkomst van deze procedure.
Statenlid Yung had gevraagd hoe MEO tot de keuze van de producten is gekomen waarmee de basismand wordt uitgebreid. Cijntje antwoordt dat dit gebaseerd is op controles door zijn Inspectiedienst, die maandelijks de prijzen meet van niet gereguleerde producten. Op grond daarvan werden bepaalde producten als eerste levensbehoefte aangemerkt, zoals wc-papier, tandpasta en deodorant.
,,De uitbreiding is tevens gebaseerd op de wensen van diverse parlementariërs”, aldus de bewindsman. En ook het ministerie van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) had bepaalde voorkeuren aangegeven, namelijk om meer gezonde producten eraan toe te voegen, zoals fruit en groente. Maar ook boter in plaats van eerder alleen margarine, omdat boter als gezonder wordt beschouwd.
Op de vraag welke garantie Cijntje kan geven dat uitbreiding van de makutu básiko daadwerkelijk tot verlichting voor degenen met minder draagkracht zal leiden, geeft de minister geen (direct) antwoord. Hij beperkt zich tot de mededeling dat dit ‘het doel is’ van de beoogde uitbreiding.
MFK’er Yung wil weten hoe MEO, de douane en Ftac (Fair Trade Authority Curaçao) samenwerken bij de berekening van consumentenprijzen. Daarop geeft de minister een uitvoerig (theoretisch) beeld van wat Ftac - een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) - doet. Om aan het eind van het antwoord op die vraag aan te geven: ,,In de toekomst zal de douane worden benaderd om een vorm van nauwe samenwerking aan te gaan.”