Minister Cooper legt uit dat Carmabi weinig zeggingskracht heeft
Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De minister van Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning (VVRP), Charles Cooper (MFK) lijkt met het gewijzigde Landsbesluit Spaw-gebied I vooral duidelijkheid te willen verschaffen over de taken van overheidsstichting en biologisch onderzoeksinstituut Carmabi (Caribbean Research and Management of Biodiversity). De wijziging is onlangs officieel gepubliceerd in het digitale publicatieblad Wet- en Regelgeving Curacao.

carmabiSpaw staat voor ‘Specially Protected Areas and Wildlife (Spaw)’. Bewindsman Cooper heeft de ‘bufferzone’ en het ‘mandaat’ ongeldig gemaakt. Uit het Landsbesluit valt niet direct op te maken waar het over gaat, maar in de Nota van toelichting wordt er een verband gelegd met de functie van Carmabi en de Landsverordening herziening Oostpunt.
In de toelichting wordt ingegaan op hoe de minister de taken van Carmabi ziet binnen alle wet- en regelgeving en hij benadrukt dat Carmabi geen mandaat heeft. Uitgelegd wordt dat het al dan niet toekennen van een mandaat betrekking heeft op het aan een ander toestaan om bestuurlijke bevoegdheden uit te oefenen namens, in dit geval, de minister van VVRP. Aangevoerd wordt dat Carmabi geen gebiedsbeheerder is, maar wel namens het land beheerstaken uitvoert op grond van de overeenkomst van opdracht. ,,Daarnaast is niet met Carmabi afgesproken in de overeenkomst van opdracht dat zij het toezicht op grond van de Landsverordening maritiem beheer zullen gaan uitoefenen, doch dat zij indien zij het vermoeden hebben dat sprake is van een overtreding, deze zullen melden aan de bevoegde autoriteiten”, aldus de uitleg. Benadrukt wordt: ,,Aan Carmabi zijn bepaalde taken, bestaande uit feitelijke handelingen, uitbesteed. Echter heeft er geen mandatering, noch overdracht van bestuursbevoegdheden plaatsgevonden.” De uitleg vervolgt met dat de overeenkomst met het onderzoekscentrum een privaatrechtelijke rechtshandeling is, waarbij de minister van VVRP bepaalde beheerstaken heeft uitbesteed aan Carmabi. Nogmaals: ,,Er is daarbij geen sprake van enig mandaat, omdat er door Carmabi geen bestuursrechtelijke rechtshandelingen zullen worden verricht namens de minister. Zo zullen er geen aanvragen voor vergunningen worden afgehandeld, noch zullen er beslissingen worden genomen op het gebied van handhaving. Deze laatste zijn bestuursrechtelijke rechtshandelingen, waarvan de minister het wenselijk heeft geacht dat deze bij de minister blijven en niet worden gemandateerd. Carmabi zal geen toezichthoudende taken uitvoeren en zal dan ook geen aanwijzingen kunnen geven aan de gebruikers van het Spaw-gebied I. Daarnaast heeft de minister van VVRP ingevolge de Landsverordening maritiem beheer de bevoegdheid om aanwijzingen vast te stellen die worden bekend gemaakt in het Publicatieblad.”
Het Spaw-protocol is gericht op de bescherming van de kust en niet de binnenwateren, zo staat in de toelichting. Ook wordt uitgelegd dat er geen wetstechnisch verband is tussen de Landsverordening herziening Oostpunt en het Landsbesluit Spaw-gebied I, dat betrekking heeft op het instellen van beschermde gebieden. Vermeld wordt dat de Landsverordening herziening Oostpunt een ander doel heeft, namelijk de bestemmingsvoorschriften, zoals deze zijn vastgesteld in het Eilandelijk Ontwikkelingsplan (EOP), te herzien.
En in de Landsverordening grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning wordt rekening gehouden met verschillende belangen die spelen bij het vaststellen van ontwikkelingsplannen en bestemmingsvoorschriften, waaronder de belangen van het milieu en de natuur. ,,Ook sociaaleconomische belangen zullen moeten worden meegenomen bij de invulling van de bestemmingsvoorschriften”, zo voegt Cooper eraan toe in de uitleg.
En: ,,Belangen op het gebied van milieu en de natuur worden in het bijzonder beschermd in de wet- en regelgeving die in het bijzonder deze belangen beoogt te borgen, zoals de Hinderverordening, de Rifbeheerverordening enzovoorts.”
De minister legt uit dat het aanwijzen van een bufferzone bij een beschermd gebied niet een wettelijke verplichting is en dat bij het elimineren van de bufferzone (een van de wijzigingen in het Spaw-protocol) ook niets afgedaan wordt aan het aangewezen beschermde gebied.
Vervolgens wordt in de toelichting gemeld dat de huidige bufferzone is ingesteld in de binnenwateren Caracasbaai, het Spaanse Water en in wateren te Oostpunt. ,,Deze wateren behoren niet tot de territoriale zee”, zo wordt eraan toegevoegd, waarmee gezegd wordt dat deze dus niet onder het Spaw-protocol vallen. Want de territoriale zee is de zeestrook, grenzend aan het landgebied van een kuststaat. Binnenwateren zijn de wateren van Curaçao gelegen landinwaarts vanaf de basislijn.

Vonnis Oostpunt
De ontwikkeling van Oostpunt mag doorgaan, zo is begin deze maand in hoger beroep gevonnist. Willy Maal, de regering en Staten van Curaçao winnen van Carmabi, Fundashon Pro Monumento (ProMo) en Fundashon Defensa Ambiental (FDA) die de rechtszaak aanspanden. In de toelichting bij de gewijzigde Landsbesluit Spaw-gebied I wordt naar de herziening van Oostpunt verwezen en ook naar de rol van Carmabi. De herziening Oostpunt is een landsverordening van 19 januari 2017 waarmee het Eilandelijk Ontwikkelingsplan Curaçao (EOP) is gewijzigd om ontwikkeling van het gebied Oostpunt mogelijk te maken. Die ontwikkeling is overigens aan allerhande voorwaarden gebonden die in de wet zijn opgenomen. In het vonnis wordt uitgelegd dat de verplichting tot ecologisch onderzoek of een milieueffectenrapportage door het bevoegd bestuursorgaan in het kader van de vergunningverlening worden opgelegd aan de ontwikkelaar of aan de aanvrager van een vergunning. Daarbij kan worden bepaald aan welke eisen een dergelijk onderzoek of een dergelijke rapportage dient te voldoen. De organisaties vrezen voor onherstelbare schade en dat door de ontwikkelingen die de herziening Oostpunt mogelijk maakt, de natuur, het milieu en de cultuurhistorische waarden in het gebied Oostpunt onherstelbaar worden aangetast.