Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Het voorstel voor de consensus-Rijkswet Coho zoals dat er nu ligt, is voor geen van de parlementen van het Koninkrijk acceptabel. Dat is gebleken tijdens de drie dagen van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (Ipko) op Sint Maarten.

F03 IpkoDe bijeenkomst werd gistermiddag afgesloten met de accordering en ondertekening van de afsprakenlijst. In de aansluitende persconferentie zei Amerigo Thode (MFK), voorzitter van de commissie Koninkrijkszaken van Curaçao, dat alle delegaties van de vier landen in het Koninkrijk met eenzelfde standpunt terug naar huis gaan, namelijk dat het huidige wetsvoorstel Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) ‘niet acceptabel is’.

Het Curaçaose parlement is wat verder dan die van Aruba en Sint Maarten. De delegatie van Curaçao ging naar het Ipko met een concreet mandaat van de Staten op basis van drie moties waarin de pijnpunten zijn neergelegd. Het Curaçaose parlement vindt onder andere dat in de rijkswet ‘dringend aandacht moet zijn’ voor de financiële commitment van de regering van Nederland, de invulling van de O van ontwikkeling, de aanwijzingsbevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de vertegenwoordiging van elk land in het bestuur van het Coho. Een dergelijk standpunt moeten de parlementen van Aruba en Sint maarten nog bepalen, maar volgens Thodé leven op die eilanden dezelfde gevoelens en gedachtes wat betreft het wetsvoorstel. Dat zal blijken uit de verslagen die uiterlijk 20 mei moeten worden ingeleverd bij de Tweede Kamer in Den Haag. ,,De drie eilanden zullen eenzelfde rode lijn volgen”, voorspelt Thodé. Hij ziet het verschuiven van de deadline voor het indienen van de verslagen van 13 naar 20 mei, als een goed voorbeeld van de insteek van de gesprekken om elkaar ‘halfweg te vinden’. ,,De deadline was voor Curaçao niet haalbaar, dat hebben wij uitgelegd en daar was begrip voor.” In een persconferentie, komende dinsdag, zal er meer gedetailleerde informatie worden gegeven over de resultaten die zijn bereikt tijdens het Ipko.

De Nederlandse delegatie, met leden uit de Eerste en Tweede Kamer, zal alle input meenemen in het parlementaire traject dat op 20 mei van start gaat. Delegatieleider Mariëlle Paul (VVD) zegt dat alles wat op Sint Maarten is gezegd, gehoord en gevoeld, zal worden ingebracht bij de behandeling van het wetsvoorstel in Nederland, eerst in de Tweede Kamer en dan in de Eerste Kamer. Paul kijkt terug op drie dagen van ‘open en constructieve dialogen’. ,,Soms ging het om ingewikkelde thema’s en stevige discussies, maar het overleg verliep altijd met respect voor elkaar.” In die zin is zij het eens met de Grisha Heyliger-Marten, voorzitter van de Staten van Sint Maarten en de driedaagse bijeenkomst, dat dit ‘the Ipko of all Ipko’s’ was. Parlementslid Rolando Brison (United People’s Party) wijst op de meerwaarde van een fysieke bijeenkomst. Anders dan bij de digitale overleggen was het nu mogelijk elkaar in de wandelgangen en tijdens lunches te spreken. ,,Die kleine en grote momenten mis je tijdens een online bijeenkomst. Dit is veel efficiënter”, vindt Brison.