Osepa (PNP): Inhoud zaak Gijsbertha zorgelijk

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Misbruik van politieke invloed en een openbare functie om een privilege te verlenen aan een dierbare, dat ruikt naar corruptie. Dergelijke handelingen zijn precies de reden waarom Curaçao binnenkort is gebonden aan een Coho.

osepaDat stelt PNP-Statenlid Sheldry Osepa in een brief aan premier Gilmar Pisas (MFK), als minister van Algemene Zaken. Osepa, van huis uit jurist, maakt zich ernstig zorgen over hetgeen naar voren is gekomen tijdens de rechtszaak van Vanessa Gijsbertha - dochter van voormalig minister van Financiën Kenneth Gijsbertha (MAN) - tegen Javier Silvania. Het PNP-Statenlid legt een direct verband met het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) en het misbruik maken van politieke invloed en een functie bij de overheid. ,,Het zijn dit type corruptieve handelingen die Nederland beu is. Dat zorgt ervoor dat Curaçao binnenkort zal worden gebonden aan het Coho.”
Kenneth Gijsbertha was minister van Financiën in het kabinet-Rhuggenaath dat op 14 juni 2021 aftrad. De overeenkomst met de vennootschap Strajetiq van zijn dochter Vanessa werd getekend op 5 maart 2021, enkele weken voor de verkiezingen op 19 maart. Op 24 februari dit jaar oordeelde de rechter dat Javier Silvania, de huidige MFK-minister van Financiën, zijn uitspraken niet hoeft te rectificeren.
Osepa is vooral geschrokken van de overwegingen die de rechter meeneemt in het vonnis en citeert: ,,De door (Silvania) geplaatste berichten komen er op neer dat oud-minister (Gijsbertha) werk zou hebben ‘geregeld’ voor zijn dochter en dat het zou gaan om een ‘nombramentu politiko iregular’.” En: ,,Ten slotte heeft (Silvania) er onweersproken op gewezen dat het in een situatie als deze, waar het gaat om een ovo (overeenkomst van opdracht, red.) van een dergelijke financiële omvang - namelijk een totaalbedrag van Naf. 852.480,- exclusief ob voor een periode van drie jaar - het volstrekt ongebruikelijk is om de ovo niet ter besluitvorming aan de Raad van Ministers voor te leggen, hetgeen in dit geval niet is gebeurd.” Einde citaat.
Dat toenmalig minister Gijsbertha volgens de regels een contract met zijn dochter tekende, kan niet gezegd worden. ,,Dat is de mening van het gerecht”, schrijft Osepa. ,,Dit ingewikkelde juridische taalgebruik kan eenvoudig worden vertaald als corruptie.” Zeer zorgelijk, alleen al vanwege het enorme bedrag van ruim 852.000 gulden waar het om gaat. Osepa: ,,Dat in een gemeenschap een dergelijk contract is toegekend, uitsluitend gebaseerd op politieke banden, dat is afschrikwekkend. Veel vaders en moeders sluiten een beurs af voor de studie van hun kinderen. Veel jongeren zoeken werk. Geen van deze jongeren ontvangt zo’n lucratief salaris.”
Osepa wil, als Statenlid van coalitiepartij PNP, dan ook het naadje van de kous weten van premier Pisas. ‘Corruptie in het politieke kabinet moet stoppen’ luidt het onderwerp van zijn brief van 3 maart. Is Pisas het met hem eens dat ‘corruptie, onder andere in de publieke sfeer’, de oorzaak is van de huidige financiële problemen van Curaçao? Wat doet hij, of zal hij doen ‘om deze corruptieve handelingen te voorkomen? Ook wil Osepa weten of er sprake was van een beslissing in de Raad van Ministers ten tijde van het kabinet-Rhuggenaath, in verband met de ovo voor Vanessa Gijsbertha en of dat gebeurde op basis van een advies van de ministeries van Financiën en Algemene Zaken. De laatste en tiende vraag aan premier Pisas is een gewetensvraag: ,,Kan de minister garanderen dat het huidige kabinet dit soort corruptieve handelingen niet begaat?”
Osepa benadrukt dat het onderwerp belangrijk is, juist omdat het de kans geeft te laten zien dat Curaçao het land zelf kan regeren en dat er geen ruimte is voor corruptie op het eiland. ,,Voor herstel en om Curaçao te veranderen in een land van melk en honing moeten we de moed hebben om corruptie uit te roeien.”