Janga-Pietersz wil dat stichting afziet van miljoenenclaims SBVZ

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - Met verbijstering hebben de vereffenaars van Stichting Bureau Ziektekostenvoorzieningen (BVZ) kennisgenomen van de ‘opdracht’ van MFK-minister Dorothy Janga-Pietersz om de juridische procedures in verband met miljoenen aan ontvreemde overheidsgelden te staken.

F01Minister GMN buiten boekjeUit informatie waar het Antilliaans Dagblad over beschikt blijkt dat minister Janga-Pietersz van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN) vorige week de instructie heeft gegeven aan de vereffenaars om de reeds vergevorderde claimzaken tegen ex-bestuurders Alli Abdalah en Milton Yarzagaray alsmede Henry Jourdain en het kantoor van Jourdain ‘geheel en onvoorwaardelijk in te trekken’. Ook wil de bewindsvrouw dat de conservatoire beslagen worden opgeheven.
De minister, die medio juni aantrad, gaat zelfs verder: zij wil dat de stichting - ook bekend van de ‘mondkapjesaffaire’, met destijds een hoofdrol voor oud-minister Jacinta Constancia (MFK) - ‘uitdrukkelijk afstand’ doet van alle aan de gewonnen vonnissen tegen Abdalah, Yarzagaray en Jourdain te ontlenen rechten. En óók om de aanhangige procedures te beëindigen.
De vereffenaars van BZV wisten niet wat ze zagen toen zij de brief van de GMN-minister in handen kregen. Zij kregen destijds de taak om de door de stichting geleden schade als gevolg van wanprestatie en onregelmatigheden van de voormalige bestuursleden op hen te verhalen. En dan krijgen zij nu plotsklaps de ‘instructie’ van de MFK-bewindspersoon om er mee te stoppen.
De vereffenaars zijn Etzel Rosenda en Myron Christina. Zij hebben de minister direct laten weten haar verzoek niet bindend te achten en bovendien ‘evident in strijd met het belang van BZV’. Ook is de instructie volgens hen ‘in flagrante strijd met het openbaar belang’. Zij zullen dan ook beslist geen gevolg geven aan de brief van Janga-Pietersz.
Rosenda en Christina stellen voorop dat de minister niet eens bevoegd is zo’n opdracht te geven. Niet conform de wet, maar ook niet conform de statuten. Verder dat de vereffening ‘nog in volle gang is’, namelijk door middel van de juridische procedures die de MFK-bewindsvrouw nu beëindigd wil zien. De vereffening vindt geheel volgens de wet plaats, stellen zij.
De vereffenaars wijzen er verder op dat in de procedures tegen Abdalah, Yarzagaray, Jourdain en Jourdains kantoor ‘de op onrechtmatige wijze aan de stichting ontvreemde overheidsgelden terugvordert’. Het gaat volgens hen om ‘miljoenen’.
In eerste aanleg resulteerden de procedures in een toewijzing van de vordering van BZV en in hoger beroep liggen er voor de stichting gunstige tussenbeslissingen van het Hof. Het is in hun ogen daarom onbegrijpelijk dat minister Janga-Pietersz nu aangeeft om alles in te trekken en te stoppen.
Het zou, aldus Rosenda en Christina, in strijd zijn met de Code Corporate Governance om te doen wat de minister vraagt. Daarin is het uitgangspunt neergelegd ‘dat politieke gezagsdragers geen invloed hebben op het bestuur van een (overheids)-vennootschap en -stichting’.
Maar bovenal snappen ze niet dat Janga-Pietersz verzoekt om ‘evident in strijd met het belang van BZV’ te handelen. ,,Stichting BZV zou aanspraken tot terugbetaling van miljoenen aan overheidsgeld verspelen door opvolging te geven aan Uw verzoek,” schrijven de vereffenaars gedecideerd.
,,Dat zou tevens in flagrante strijd zijn met het openbaar belang, daar het in deze om overheidsgelden gaat.” De vereffenaars constateren daarom dat de instructie van de minister van de grootste regeringspartij van het kabinet-Pisas in strijd is met de plicht, voortvloeiende uit het ambt van minister, om het publieke belang te dienen.

De Stichting Bureau Ziektekostenvoorzieningen (BZV) in liquidatie werd in 1993 opgericht en is volgens het Handelsregister met ingang van juni 2015 in liquidatie getreden. Stichting BZV voerde onder andere het beheer over het fonds voor de Algemene Verzekering Bijzondere Ziektekosten (AVBZ). Met het oog op de staatkundige veranderingen per 10-10-’10 werd afgesproken dat de stichting zou integreren in de Sociale Verzekeringsbank (SVB). In mei 2012 gingen de zogenoemde ‘Cure’-taken over naar de SVB en in februari 2013 ook de uitvoeringstaken met betrekking tot het AVBZ-fonds.
De stichting telt twee vereffenaars, te weten: Etzel Rosenda en Myron Christina. In de brief van 18 november jongstleden verzoekt minister Janga-Pietersz (MFK) hen de lopende civiele procedures tegen Abdalah, Yarzagaray en Jourdain, alsmede tegen het kantoor van Jourdain, in te trekken en de daartoe gelegde (conservatoire) beslagen op te heffen, en tevens afstand te doen van de rechten die BZV ontleent aan de tot nog toe in die zaken gewezen uitspraken.
Abdalah en Yarzagaray hebben als voormalig voorzitter en ex-secretaris van de stichting Bureau Ziektekostenvoorzieningen (BZV) in strijd met de statuten gehandeld, oordeelde het Hof niet lang geleden. Maar de geldstraf waartoe zij (al eerder) samen veroordeeld werden, zou maximaal 5 miljoen gulden moeten zijn.
Dat heeft het Gemeenschappelijk Hof van Justitie op 24 augustus dit jaar besloten in een tussenvonnis in het hoger beroep van Abdalah en Yarzagaray tegen de stichting die in liquidatie is. De zaak werd daarvoor aangespannen door de vereffenaars van BZV en betreft de periode 2011 tot en met 2013. De stichting vorderde ongeveer 11 miljoen gulden van de twee voormalige bestuursleden.
Abdalah en Yarzagaray traden in mei 2011 toe tot het bestuur van de stichting. Yarzagaray was bovendien betaald directielid. Naar het voorlopig oordeel van het Hof hebben beide BZV-bestuurders ‘in strijd met de statuten (en de wet) gehandeld’, onder andere omdat ‘miljoenenuitgaven zijn gedaan zonder dat daar bestuursbesluiten aan ten grondslag liggen’.
Dan gaat het bijvoorbeeld om de ruim 500.000 gulden voor het beëindigen van de overeenkomst met de stichting ACTS nv in verband met de ontwikkeling van een ziektekostenkaart en om de 2 miljoen gulden voor opdrachten aan accountantskantoor H.G.M. Jourdain. Bovendien betaalde de stichting in maart 2013 aan Li Mei Wie een bedrag van bijna 366.000 gulden voor de koop van 40.000 mondkapjes. ,,De gekochte mondkapjes zijn nooit geleverd”, aldus het Hof.
,,Het is in strijd met de statuten en de good governance-wetgeving dat Abdalah en Yarzagaray hun oren lieten hangen naar de (toenmalige) minister van Gezondheid, Milieu en Natuur Constancia.” Voormalig MFK-minister Jacinta Constancia is vanwege de mondkapjes-bestelling strafrechtelijk veroordeeld. Nu is van dezelfde partij Dorothy Janga-Pietersz minister van hetzelfde ministerie, GMN; zij wil nu dat de vereffenaars de vorderingen laten liggen. De vereffenaars weigeren dat en stellen dat de minister in strijd met het openbaar belang handelt.