• Douane wijst op geïmporteerde brandstofproducten

  • ‘Extra schakel’ dreigt met hogere prijs consument

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De Douane heeft overheids-nv Curoil een navordering opgelegd van, naar nu blijkt, het aanzienlijke bedrag van 107,7 miljoen gulden.

curoilEerder werd al bekend dat Curoil volgens de douaneautoriteiten nog gelden moet afrekenen en afdragen in verband met de import van benzine en andere brandstofproducten sinds de eigen Isla-raffinaderij deze niet meer produceert. Het betreft gelden van invoerrechten en omzetbelasting (ob). Maar de bedragen die ermee gemoeid zijn, waren tot nog toe nog niet in de publiciteit gekomen.
Het gaat om zeer veel geld. In de jongste Financiële Management Rapportage (FMR) van de regering, over de maand juli jongstleden, wordt vermeld dat de Douane op basis van een controlerapport van juni 2021 ‘een navordering van 107,7 miljoen heeft opgelegd’.
Curoil, het overheidsbedrijf dat belast is met de distributie van brandstofproducten (benzine, diesel, gas en stookolie voor Aqualectra), wordt niet met naam genoemd in de FMR. Maar het Antilliaans Dagblad  verneemt uit goede bronnen dat het hier Curoil betreft, die voor het invoeren geen vrijstelling heeft.
Volgens het officiële document van het ministerie van Financiën gaat het bij de navordering om 48,7 miljoen aan invoerrechten en 59 miljoen aan omzetbelasting. Zeer forse bedragen dus. Ter vergelijking: conform de FMR wordt in de begroting voor het hele jaar aan alle invoerrechten bij elkaar gerekend op 119 miljoen. Voor ob is dat 361 miljoen.
Minister Javier Silvania (MFK) van Financiën is om commentaar gevraagd. Hoewel deze krant nog geen antwoord kreeg, wordt vernomen dat de bewindsman op het standpunt staat dat de navordering gewoon betaald moet worden. Dat zou een extra schakel voor de consumentenprijs betekenen.
Tegelijkertijd is bekend dat het kabinet-Pisas (MFK/PNP) wil dat de benzine- en andere brandstofprijzen juist omlaaggaan. Met andere woorden: de regering zal niet toestaan dat de navordering wordt afgewenteld op de consument.
Hoe Curoil deze bedragen zou moeten ophoesten is onbekend. De redactie is in afwachting van een reactie van directeur Yamil Lasten. Vernomen wordt dat intussen bezwaar is gemaakt tegen de navordering en dat het aanslagbedrag enigszins zou zijn verlaagd.
De vordering is gebaseerd op de aanpassing die in 2019 is doorgevoerd en waarmee op invoer van goederen op Curaçao 9 procent ob over de waarde verschuldigd is.
Curoil nam de taak van invoer van brandstof op zich toen duidelijk werd dat de Curaçaose raffinaderij niet langer in staat was voor de lokale consumptie te leveren. Refineria Isla, onderdeel van de Venezolaanse staatsoliemaatschappij PdVSA, stopte per 31 december 2019 formeel de exploitatie. Maar al voor die tijd kon Isla nauwelijks nog produceren doordat PdVSA door crises in eigen land maar ook internationaal in grote financiële en geopolitieke problemen was geraakt.
Anders dan ten tijde van de vorige regering-Rhuggenaath staat de regering-Pisas er wel op dat Curaçao afrekent en wel met terugwerkende kracht tot 2019. Overigens bestond er voor LSD, low sulfur diesel, al veel langer een uitzondering in de vorm van een ‘nultarief’ voor invoerrechten.
Mocht de minister van Financiën doorzetten betekent dit per direct een prijsverhoging van 9 procent aan ob plus 5,5 procent invoerrechten op alle brandstofproducten, inclusief die van nutsbedrijf Aqualectra.
Partijen zitten momenteel om de tafel om tot een oplossing te komen. Het is onbekend wat de status van deze besprekingen is, die al een tijd lopen.