Van onze correspondent
Den Haag - De Curaçaose regering-Pisas kreeg vrijdag in de Rijksministerraad (RMR) nul op het rekest en staat vooralsnog met legen handen, terwijl de liquiditeitssituatie opnieuw nijpend is.

RMRAruba kreeg van de RMR evenmin groen licht voor aanvullende liquiditeitssteun. ,,Tot nader orde”, waarna bij de eerstvolgende vergadering van de Koninkrijksregering opnieuw wordt beslist. Sint Maarten springt er, zoals het Antilliaans Dagblad vrijdag al berichtte, het best uit en ontvangt wél de volgende tranche Nederlandse financiële steun die het eiland in verband met de crisis verzocht.

,,Geen van de drie landen voldoet geheel aan de voorwaarden gesteld aan deze tranche”, aldus de besluitenlijst van de RMR. ,,Er zijn bij de uitvoering vertragingen opgetreden.” Bij Aruba en Curaçao is de voortgang op cruciale dossiers ‘zorgwekkend’, meldt het document. ,,Zodanig dat bestuurlijke bijsturing gewenst is volgens de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO).”

TWO is de voorganger van wat opgetuigd moet worden als het Caribisch Orgaan voor Hervorming en Ontwikkeling (Coho) en is voorlopig ondergebracht op het Haagse ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

Besloten is Aruba en Curaçao geen liquiditeitssteun toe te kennen en de zevende tranche aan te houden tot de volgende vergadering van de ministerraad van het Koninkrijk. Sint Maarten ontvangt 22 miljoen gulden, conform advies van het College financieel toezicht (Cft).

De besluitenlijst maakt ook melding van de aanpak van de topsalarissen op de eilanden: ,,Om de opvolging te bevorderen van de eerder gestelde RMR-voorwaarden met betrekking tot maximering van topinkomens wordt voorgesteld te besluiten tot enkele nadere voorwaarden, die aansluiten op de Nederlandse Wet Normering Topinkomens.”

Curaçao heeft niet voldaan aan de voorwaarden die zijn gesteld voor de zevende tranche liquiditeitssteun. Het Cft had daarom negatief geadviseerd. Curaçao krijgt door het uitstel meer tijd om alsnog aan de voorwaarden te voldoen, die eigenlijk al op 15 september gerealiseerd hadden moeten zijn.

Het gaat om de uitgewerkte plannen van aanpak ten aanzien van verbetering van de Curaçaose Belastingdienst, het fiscaal stelsel en het ziekenhuis CMC (Curaçao Medical Center). Die zijn niet tijdig aangeleverd, legt een woordvoerder van demissionair staatssecretaris Raymond Knops tegenover het uit. Die stukken zouden pas zeer onlangs zijn aangeboden. Die gaan nu ‘beoordeeld worden’.

Ook voor Aruba ligt er een negatief advies van het College Aruba financieel toezicht (CAft). Aruba is er niet geslaagd genoeg (60 miljoen florin) te bezuinigen op de gezondheidszorg, een strikte voorwaarde van Nederland. Aruba bezuinigde 40 miljoen en is het niet eens met de beslissing van de RMR. Wel is de regering blij dat er nog tot eind oktober tijd is om alsnog aan de voorwaarden van Nederland te voldoen. Daarbij speelt mee dat de nieuwe regering van Aruba pas deze week is aangetreden.

Om de gevolgen van de Covid-19-pandemie op te vangen ontvangen Curaçao, Aruba en Sint Maarten sinds begin 2020 liquiditeitssteun, onder voorwaarde van de uitvoering van de Landspakketten met hervormingen en toezicht daarop. De liquiditeitsbehoefte wordt per kwartaal beoordeeld, evenals de voortgang op de uitvoering van de Landspakketten. De liquiditeitssteun in het vierde kwartaal van 2021 betreft de zevende tranche. Het advies is gebaseerd op de C(A)ft-adviezen en de uitvoeringsrapportage over de Landspakketten in het derde kwartaal.

Het negatieve advies van het C(A)ft is niet gebaseerd op de inschatting dat liquiditeitssteun niet meer nodig zou zijn. In de rijksbegroting heeft het kabinet-Rutte al wel rekening gehouden met financiële steun aan de Caribische landen van het Koninkrijk gedurende de laatste drie maanden van 2021. Het betreft ‘ramingen’ die gebaseerd zijn op de bedragen van de vorige – zesde - tranche. Namelijk: 186 miljoen gulden voor Curaçao, 181 miljoen florin voor Aruba en 48 miljoen gulden voor Sint Maarten. Verstrekking en de hoogte ervan zijn afhankelijk van politieke besluitvorming op basis van Cft-advies ‘en de mate waarin de landen voldoen aan een volgende set voorwaarden’.

Het zijn renteloze leningen die aflopen op hetzelfde moment als de eerdere tranches liquiditeitsleningen, namelijk in april volgend jaar (over een half jaar dus). Conform het advies van het C(A)ft bestaat de mogelijkheid om in april 2022 de leningen eventueel te herfinancieren.