Eerste deel zesde tranche 75,5 miljoen gulden

Van onze correspondent
Den Haag - De leningen die Nederland verstrekt aan Curaçao, Aruba en Sint Maarten (CAS) om de coronacrisis door te komen zijn mede bedoeld om de belangen van Nederland te dienen. Solidariteit met de Rijksgenoten speelt een grote rol, maar het is ook de enige manier om te voorkomen dat de landen hun verplichtingen aan Nederland niet meer na kunnen komen.

knopsDe overheidsfinanciën van de CAS-landen zijn kwetsbaar en de schuldquota lopen hoog op. ,,Door het verstrekken van de liquiditeitstranche worden evenwel impliciet de wanbetalingsrisico’s op andere leningen die Nederland heeft uitstaan bij Curaçao verkleind”, vermeldt het Toetsingskader bij de zesde tranche. Vergelijkbare formuleringen staan in de toetsingskaders voor Aruba en Sint Maarten.

Zoals vrijdag bekend werd is de liquiditeitssteun voor Curaçao voor het komende kwartaal in twee delen opgesplitst. Van het totale bedrag van 168 miljoen gulden zal het eerste deel 75,5 miljoen bedragen. Voor de tweede helft van het kwartaal blijft dan nog 92,5 miljoen gulden over. Aan beide delen zijn voorwaarden verbonden, zoals het vastleggen van de salariskorting van politici en het meewerken aan het wetsvoorstel voor de Rijkswet Coho.

Het Nederlandse kabinet blijft blindvaren op het oordeel van het College financieel toezicht (Cft) over de liquiditeitsbelofte van de CAS-landen. ,,De rol van het Cft blijft onverminderd van kracht. Dit houdt in dat het Cft de Rijksministerraad (RMR) tijdig informeert over de financiële situatie van de landen en bij ieder advies ten behoeve van liquiditeitssteun aangeeft of de landen in staat zijn om deze terug te betalen.”

Terugbetaling wordt overigens in de nabije toekomst niet reëel geacht. De deadline blijft nog steeds april 2022, maar volgens de Toetsingskaders is herfinanciering de meest voor de hand liggende volgende stap. De schuldquote van Curaçao is in 2020 opgelopen tot (waarschijnlijk) 89 procent, ‘ver boven de kritieke grens van 55 procent die het Internationaal Monetair Fonds (IMF) adviseert voor de Caribische regio’.

Met de leningen en de komende herfinanciering blijft Curaçao financieel op de been. Dat is nodig om een rampscenario te voorkomen: ,,Het instorten van de overheidsfinanciën zou immers een sterk negatief effect op de economie van Curaçao hebben. De kosten van herstel zullen in dat geval vele malen hoger zijn dan de nu verstrekte en voorziene liquiditeitssteun.”

In de Toetsingskaders wordt nog eens uitgelegd dat het omzetten van de lening in een gift niet gewenst is. Dit doet geen recht aan de eigen verantwoordeijkheid die de regering van Curaçao draagt voor de staat van de economie, aldus de uitleg. Andere leningsvormen, zoals een rentedragende lening of lenen op de kapitaalmarkt, zou de budgettaire druk te groot maken. ,,Het aantrekken van dergelijke leningen heeft een negatief effect op de schuldhoudbaarheid door de hogere rentelasten.”

Dezelfde teksten zijn bijna letterlijk ook terug te vinden in de Toetsingskaders voor Aruba en Sint Maarten. Wel verschillen uiteraard de bedragen en de schuldquota. Voor Aruba wordt verwacht dat de schuldquote dit jaar oploopt naar 130 procent en voor Sint Maarten wordt die voor 2020 geschat op 91 procent.