Gradus: Begroting op orde maken en houden en daarnaast productiviteit aanjagen

Van een onzer verslaggevers
Willemstad - De komende jaren gaat het op Curaçao om zowel de begroting op orde brengen en houden als een structurele verbetering van de productiviteit. Wat dat betreft heeft de coronacrisis de structurele onevenwichtigheden benadrukt. ,,Het komt er nu op aan!”

gradusAldus concludeerde Raymond Gradus, voorzitter van het College financieel toezicht (Cft), tijdens zijn lezing gisteravond. ,,Het is verder een belangrijke opgave om de zorg- en sociale zekerheid ook voor de toekomstige generaties te behouden”, was een andere conclusie (lees: waarschuwing). Voor zijn lezing in de ballroom van het Marriott was grote belangstelling. Vooraf waren er ruim 275 aanmeldingen geteld.
Gradus begon met het rapport van de Commissie-Van Lennep uit 1996, omdat hier ook in de visie van de nieuwe coalitiepartijen MFK en PNP naar wordt gerefereerd. ,,Het is inderdaad boeiend om dit rapport erop na te slaan. De Nederlandse Antillen werden vóór 1996 - net als nu - geconfronteerd met een oplopende schuld, een begroting die uit het lood was geslagen en achterblijvende productiviteit. De commissie gaf inderdaad aan dat náást het begrotingsbeleid het bredere economische beleid centraal dient te staan.”
De Cft-voorzitter geeft echter aan dat Van Lennep destijds ‘strikter was dan de Rijkswet’ nu, doelend op de in 2010 geïntroduceerde Rijkswet financieel toezicht (Rft), omdat volgens het advies van Van Lennep ‘overschotten op de gewone dienst noodzakelijk zijn om kapitaaluitgaven te financieren’ (terwijl nu een sluitende gewone dienst voldoende is en voor kapitaalsuitgaven tegen gunstige voorwaarden van Nederaldn kan worden geleend, red.). Gradus zei het niet met zoveel woorden, maar het is niet duidelijk of de nieuwe coalitie dit wel helemaal beseft.
Hij maakte in zijn speech de balans op voor de periode 2010-2019, coronarampjaar 2020 dus niet meegeteld. Per saldo, zo hield Gradus zijn toehoorders voor, is in die periode de economie van Curaçao met bijna 10 procent gekrompen en heeft een structurele aanpassing van de overheidsbegroting nog onvoldoende plaatsgevonden. ,,Met vooral incidentele baten uit bijvoorbeeld dividenden van overheidsdeelnemingen zijn de dreigende begrotingstekorten tijdelijk opgevangen.”

Verder is in die negen jaar de schuldquote toegenomen van 40,5 procent in 2010 tot 55,9 procent van het bbp (bruto binnenlands product) in 2019. De schuld liep op door kapitaalleningen voor het nieuwe ziekenhuis, maar óók door oplopende betalingsachterstanden. ,,De inkomensongelijkheid is groot en dat klemt des te meer omdat de sociale zekerheid op Nederlandse leest is geschoeid”, vervolgt de Cft-voorman. ,,Eind 2019 is de werkloosheid opgelopen tot meer dan 17 procent van de beroepsbevolking. Vooral de veel te hoge jeugdwerkloosheid baart zorgen.”
Tot zover de terugblik. ,,Het IMF raamt een piek in de overheidsschuld van Curaçao van circa 100 procent bbp begin volgend jaar. Door economisch herstel zal deze schuldquote de komende jaren afnemen. Het IMF verwacht dat de schuldquote terug zal zijn op 80 procent in 2025. Dit is uiteraard nog steeds veel te hoog.” Het is daarom van groot belang, aldus de spreker, dat een verdere inspanning door Curaçao wordt geleverd om de schuldhoudbaarheid te verbeteren. Daarbij zijn twee zaken van belang: ,,Ten eerste dat de begroting op orde komt; op de tweede plaats dat de economie ook structureel gaat groeien.”
Het toerisme vertoont duidelijk tekenen van herstel. De situatie van de begroting is (echter) ‘zorgwekkend’. In de vastgestelde begroting voor dit jaar zit een tekort van 822 miljoen gulden en ook voor 2022 en latere jaren zijn er grote uitdagingen. ,,De leningen liquiditeitssteun lopen af in april 2022 en afspraken over de voorwaarden waartegen de herstructurering plaatsvindt zijn noodzakelijk.”

‘Liquiditeitssteun ook over 2022 nog nodig’

De Curaçaose economie zal dus herstellen, zo is de verwachting. ,,Maar nog niet in voldoende mate voor begrotingsevenwicht in 2022, zodat ook over 2022 nog liquiditeitssteun nodig zal zijn. Wel zal alles op alles gezet moeten worden om die zo klein als mogelijk te laten zijn.”
In de komende jaren moet naar de overtuiging van de Cft-voorzitter ‘de beheersing van de uitgaven de hoogste prioriteit krijgen’. Hiertoe zijn zeker mogelijkheden, aldus Gradus. ,,Vergeleken met landen in de Caribische regio zijn de loonkosten in de publieke sector hoog.” Met de Vervroegde Vrijwillige Uittreding (VVU), ingezet door het voormalige kabinet-Rhuggenaath, wordt ‘een eerste stap gezet’ in de afslanking van het overheidsapparaat. ,,Maar er zijn meer stappen nodig.” De werkgeverslasten zijn, door de stijgende pensioenpremie, erg hoog.
Ook moeten de overheidsinkomsten omhoog. ,,Gezien de hoge marginale tarieven is verbreding de meest aangewezen weg. In de inkomstenbelasting kan verbreding van de heffingsgrondslag worden bereikt door de afbouw van aftrekposten. Zo is de rente over consumptief krediet nog aftrekbaar en dit leidt tot hoge marginale tarieven voor iedereen. Een andere maatregel is een inkomensafhankelijke basiskorting, zoals de commissie Begrotingsdoorlichting in 2019 heeft geadviseerd.”
Door een verdere verschuiving van directe naar indirecte belastingheffing ‘kan de compliance worden vergroot’, vervolgt Gradus. ,,Door verbreding van de heffingsgrondslag kunnen op kortere termijn de ontvangsten worden verhoogd. Door minder verstorende belastingen kan op middellange termijn de economische groei worden bevorderd, waardoor de economisch grondslag van de belastingheffing wordt vergroot. Van de invoering van een btw mogen veel voordelen worden verwacht.”
De belangrijkste voordelen van de btw ten opzichte van de omzetbelasting (ob) zijn: het voorkomen van cumulatie van heffing die optreedt bij doorlevering tussen schakels van de productieketen; de export kan worden vrijgesteld van heffing; en het verhogen van de compliance door self-assessment in de leveringsketen.