Van onze correspondent
Den Haag - Uit een onafhankelijk onderzoek naar het verlenen van visa in de Caribische delen van het Koninkrijk is gebleken dat er weinig grote problemen zijn. Toch zijn er aanbevelingen voor een betere samenwerking. Minister Sigrid Kaag van Buitenlandse Zaken (BuZa) wil die de komende maanden samen met de Caribische landen gaan invullen.

VisaIn het najaar wil zij met een uitgebreidere reactie komen. Het rapport is gemaakt in opdracht van BuZa en is afgelopen vrijdag besproken in de Rijksministerraad (RMR), die erom had verzocht, en vervolgens naar buiten gebracht. De Nederlandse rapporteurs onder leiding van voormalig topambtenaar en staatsraad Richard van Zwol vonden de door de pandemie noodgedwongen online gevoerde gesprekken met de Caribische betrokkenen dermate verhelderend dat ze het rapport volgens de planning hebben uitgebracht zonder te wachten op bezoeken in persoon.

Er zijn ‘geen onoverkomelijke zorgpunten’ uit het onderzoek naar voren gekomen. De voorgestelde verbeteringen liggen vooral op het uitvoerende vlak. ,,Dit ook in de hoop en overtuiging dat het onderzoeksrapport geen sluitstuk is van het visumbeleid van de afgelopen jaren, maar een extra impuls geeft aan de goede samenwerking om de uitvoering van het visumbeleid op de genoemde punten naar een kwalitatief nog hoger niveau te brengen.”

In de aanbevelingen staat onder andere dat samenwerking niet alleen moet gebeuren op basis van goede persoonlijke contacten, maar ook moet worden vastgelegd in bijvoorbeeld een dienstverleningsovereenkomst. Het gaat dan onder andere over statistieken en de toegang tot elkaars systemen. De registratie van onder andere ontheffingen moet eenduidiger worden en de afstemming met de autoriteiten kan beter.

Verder wordt een betere harmonisering aanbevolen, een betere structuur in het periodiek overleg en prioriteit voor de ontwikkeling van het nieuwe informatiesysteem Kairos met aandacht voor bescherming van de privacy. Voor Sint Maarten is er een aparte aanbeveling om het land bij te staan bij het treffen van maatregelen om de uitbating van sekswerkers tegen te gaan, die ook bruikbaar kunnen zijn in de andere delen van het Koninkrijk. Hierbij kan via de ambassade de expertise van Santo Domingo worden betrokken.